H. Corona

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De Commissie Bedrijfsvoering Auditing Decentrale Overheden (BADO) bracht op 26 februari 2021 een notitie uit. Met als titel “Notitie effecten en risico’s voor decentrale overheden naar de jaarrekening 2020”. In de notitie geeft de Commissie BADO aandachtspunten aan gemeenten mee bij het opstellen van de jaarrekening 2020 en de controle daarop door de accountant.
Eén van die aandachtspunten gaat over het belang om de gevolgen van de uitbraak van COVID-19 op overzichtelijke wijze te presenteren. De Commissie BADO adviseert om een aparte Corona-paragraaf in de jaarstukken op te nemen. En om in de programma’s de maatschappelijke en financiële gevolgen van de uitbraak van COVID-19 te beschrijven. Drimmelen heeft beide adviezen overgenomen en aldus verwerkt in deze jaarstukken 2020.

Algemeen

Terug naar navigatie - Visie en doelstellingen

De uitbraak van COVID-19 heeft veel Nederlanders en sectoren getroffen. Om de financiële gevolgen van de uitbraak te beperken, heeft het kabinet vanaf maart 2020 compensatieregelingen beschikbaar gesteld waar gedupeerden een beroep op konden en kunnen doen. De uitvoering van enkele regelingen werd aan gemeenten overgedragen. Zoals de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) en de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) die op 1 maart 2021 van kracht zal worden.

COVID-19 trof ook de gemeenten zelf. Gemeenten derfden inkomsten of werden geconfronteerd met meerkosten.
Het kabinet kwam gemeenten in juni 2020 tegemoet met een financieel steunpakket om gederfde inkomsten en meerkosten te compenseren. En medio augustus met een aanvullend steunpakket.
Medio december kondigde het kabinet opnieuw een aanvullend steunpakket voor medeoverheden voor vooral 2021 aan.

Korte termijneffecten op de gemeente

Terug naar navigatie - Visie en doelstellingen

De uitbraak van COVID-19 zette de gemeente Drimmelen in een crisisstand. Op regionaal niveau zorgen de Veiligheidsregio en de GGD voor richtlijnen en kaders voor het beheersen van de Coronacrisis. Binnen de gemeente zelf is sinds maart 2020 een crisisteam operationeel dat het college inlicht over lokale ontwikkelingen en adviseert in de te nemen stappen in de crisisbeheersing. Het college informeert de raad gemiddeld eens per twee weken per brief over belangwekkende gebeurtenissen.

Drimmelen is een participatieve gemeente. Bij het voorbereiden van nieuw beleid, nieuwe taken of projecten spannen het college en de gemeenteambtenaren zich in om inwoners, organisaties en ondernemers te betrekken. Conform de visie Dorpsgericht Werken 3.0.
COVID-19 belemmerde fysieke ontmoetingsmomenten om burgerparticipatie vorm te geven. Om meningen en beelden op te halen werd uitgeweken naar alternatieve mogelijkheden zoals digitale vergadervormen, telefonisch-, mail- en briefverkeer. Daarnaast werden college- en raadsleden om dezelfde reden gehinderd in hun persoonlijke contacten met de samenleving. Om – juist in Coronatijd – toch voldoende verbinding met de samenleving te houden weken ook zij uit naar alternatieve vormen van ontmoeting.

Zoals hiervoor is genoemd bood het kabinet in juni en augustus 2020 twee steunpakketten voor gemeenten aan. Het college informeerde de gemeenteraad op 2 oktober 2020 per brief over de betekenis van beide steunpakketten voor Drimmelen.
In december kondigde het kabinet een derde steunpakket aan. De tegemoetkomingen uit dit pakket komen vooral ten gunste van het nieuwe jaar, 2021.
De gemeente heeft begin 2021 vastgesteld dat de steunpakketten die op 2020 betrekking hebben meer dan toereikend waren om de inkomstenderving en meerkosten van dat jaar te dekken. Dat geldt in het bijzonder ook voor de tegemoetkoming voor de kosten van het uitvoeren van de Tozo-regeling.

Verwachte lange termijneffecten op de gemeente

Terug naar navigatie - Nota Verbonden Partijen

De gemeente ondersteunt inwoners, organisaties en ondernemers met advies, begeleiding en uitleg over de steunpakketten die het kabinet voor getroffen sectoren beschikbaar stelt.
Het college volgt nauwlettend de lokale ontwikkelingen binnen getroffen sectoren. Dat geldt zeker voor ondernemingen en organisaties die binnen het toeristisch-recreatieve profiel van de samenleving opereren.
Over verwachte lange termijneffecten voor de lokale samenleving laat het college zich nu nog niet uit. Veel hangt af van de mutatie-intensiteit van het coronavirus, de vaccinerende werking en de vaccinatiegraad, de veerkracht van de getroffen sectoren en de continuïteit van de steunpakketten van het Rijk.

Hiervoor is aangegeven dat beide steunpakketten voor gemeenten voor Drimmelen toereikend waren om gederfde inkomsten en meerkosten uit 2020 te dekken. De uitwerking van het derde en eventuele latere steunpakketten moet uit gaan wijzen of dit ook zal gelden voor gederfde inkomsten en meerkosten uit 2021.
Het college is van mening dat landelijke besluitvorming daarover niet los kan worden gezien van de aanhoudende druk op de financiële positie van gemeenten, de aanstaande herijking van het Gemeentefonds en de positie die het nieuwe kabinet op deze vraagstukken in gaat nemen. Het college en de gemeenteambtenaren zullen hun ondersteuning van en advisering aan getroffen sectoren blijven combineren met het bewaken van de financiële gezondheid van de gemeente zelf.

Visie op genomen en te nemen maatregelen en activiteiten

Terug naar navigatie - Lijst verbonden partijen

College en ambtenaren hebben getroffen sectoren ondersteund en geadviseerd over het hoofd bieden aan het Coronavirus. En zullen dat blijven doen.
Aandacht ging uit naar ondernemers in de horeca en toeristisch-recreatieve sector, maar evenzeer naar lokale verenigingen en stichtingen. Er vond afstemming plaats met het onderwijs en de kinderopvang; namens twee scholen werd een subsidie aangevraagd voor een verbetering van het binnenklimaat.
Er werd contact gehouden met huurders en exploitanten van maatschappelijke accommodaties maar ook met onder meer de sociale werkvoorziening. In een enkel geval en daar waar er geen voorliggende voorzieningen waren, heeft het college uit gemeentelijke middelen een beperkte financiële compensatie aangeboden.

College, gemeenteambtenaren en crisisteam overlegden frequent over ontwikkelingen, maatregelen en activiteiten. Via reguliere overlegstructuren wanneer dat kon, ad hoc wanneer de omstandigheden daarom vroegen. Via periodieke brieven werd de raad hier over geïnformeerd en de bijeenkomsten van het Presidium werden gebruikt om de voorzitters van de raadsfracties bij te praten.
Het college is van mening dat deze werkwijze voldoende houvast bood en zal blijven bieden voor een zo’n effectief en efficiënt mogelijke beheersing van de Coronacrisis.

Totaal van de financiële effecten

Terug naar navigatie - Informatie per verbonden partij

De beide financiële steunpakketten van het Rijk impliceerden compensaties voor:
• Meerkosten voor toezicht, handhaving en verkeersmaatregelen
• Meerkosten voor het voorbereiden op en de organisatie van de Tweede Kamer verkiezingen
• Meerkosten voor het uitkeren van (bijzondere) bijstand
• Kosten voor het ondersteunen van vrijwilligersorganisaties gericht op jeugd
• Kosten voor het in stand houden van culturele voorzieningen, buurt- en dorpshuizen
• Meerkosten voor het bieden van hulp en begeleiding in het sociaal domein
• Derving van inkomsten uit lokale belastingen
• Kosten voor de noodopvang van kinderen, het wegvallen van eigen bijdragen van ouders en voor het beschikbaar stellen van mondkapjes in het leerlingenvervoer
• Kosten voor de uitvoering van de Tozo-regeling.

Het college constateerde dat de tegemoetkomingen van het Rijk meer dan toereikend waren om deze meerkosten en gederfde inkomsten te dekken. 

Drimmelen ontving daarnaast een rijksbijdrage voor de gemeenschappelijke regeling WAVA/MidZuid. Die bijdrage werd onverkort en direct aan WAVA/MidZuid overgemaakt. De gemeenschappelijke regelingen Veiligheidsregio en GGD worden rechtstreeks, dus zonder tussenkomst van gemeenten, door het Rijk voor hun meerkosten gecompenseerd.

Totaal van de risico’s

Terug naar navigatie - Visie en doelstellingen

De gemeente houdt haar risicoprofiel actueel. Dat geldt ook voor risico’s die inherent aan COVID-19 zijn. Die risico’s zijn gebaseerd op het verwachte nadelige effect van COVID-19 op de langere termijn. Voorlopig worden de volgende risico’s onderkend:
• Onvolledige financiering door het Rijk van inhaal- of meerzorg in het sociaal domein
• Onvolledige financiering door het Rijk van een stijgend aantal aanvragen om (bijzondere) bijstand
• Bijdragen aan scholen om de ventilerende werking in overeenstemming te brengen met het Bouwbesluit
• Tekortschietende compensatie van de kosten voor de uitvoering van de Tonk-regeling
• Afwenden door de GGD van een deel van haar meerkosten
• In de plaats stelling bij afgegeven borgstellingen t.g.v. de BNG omdat de leningnemer niet meer aan haar rente- en aflossingsverplichtingen kan voldoen
• Onvoldoende budget voor de TONK-regeling.

Deze risico’s zijn in de risicomanagementtool (Naris) gekwantificeerd in termen van maximale schadelast en kans van optreden. Op deze wijze maken zij onderdeel uit van de beoordeling of het weerstandsvermogen van de gemeente voldoende omvang heeft om tegenwicht te bieden aan weerstandsvermogen dat volgens de risicobeoordeling nodig is.

Inzet van de ambtelijke organisatie op het Corona-dossier

Terug naar navigatie - Visie en doelstellingen

De ambtelijke inzet op het Corona-dossier kent meerdere uitingsvormen. Zo zijn de beleidsmedewerkers Openbare orde en veiligheid op het dossier actief, is in maart 2020 eerder genoemd crisisteam gevormd, voeren de vakspecialisten steunmaatregelen uit die aan de gemeente zijn toevertrouwd, zien financieel specialisten toe op een volwaardige aanspraak op de steunpakketten voor de gemeente zelf en letten interne controle-functionarissen op het voorkomen van oneigenlijk gebruik en misbruik van regelingen.

Begin 2021 heeft het management team geïnventariseerd op welke taakvelden er sprake was van aanhoudende drukte door de combinatie van het Corona-dossier met regulier werk. Die inventarisatie maakte duidelijk dat dit met name op taakvelden gerelateerd aan het sociaal domein het geval was en is.

Verwachtingen voor 2021

Terug naar navigatie - Visie en doelstellingen

Het kabinet heeft een vaccinatieprogramma ingesteld dat Nederlanders tegen COVID-19 moet beschermen. Het vaccinatieprogramma biedt Nederland een weg naar een genormaliseerde, maar op sommige punten anders ingerichte samenleving. Een samenleving waarin getroffen sectoren en inwoners hopelijk voldoende veerkracht hebben om te herstellen van de emotionele, fysieke en financiële schade die zij opgelopen hebben.

Voor de gemeentelijke organisatie zal ook een andere inrichting gelden. De bestaande mogelijkheden om thuis te werken zullen gecombineerd worden met een parttime terugkeer op de fysieke werkplek in het gemeentehuis. Digitale overleg- en vergadervormen zijn effectief gebleken en daarom blijven bestaan.

Het college heeft het vertrouwen dat ook een nieuw kabinet oog zal hebben voor het voldoende compenseren van gederfde inkomsten en meerkosten van getroffen sectoren en gemeenten zelf. Maar sluit de ogen niet voor het gegeven dat de miljardensteun van nu een rekening voor de toekomst oplevert.