D. Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Treasury is het vakgebied dat zich bezighoudt met het besturen en beheersen, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico`s.

Iedere gemeente is volgens de wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) verplicht een treasurystatuut vast te stellen. De wet FIDO biedt duidelijke kaders voor het beheersen van risico’s en openheid. Risicobeheersing richt zich daarbij vooral op rente- en kredietrisico’s. In de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) ligt verdere regelgeving vast.

De gemeente Drimmelen stelde het geactualiseerde treasurystatuut vast in 2017. De randvoorwaarden voor het uitvoeren van de Treasury-/financieringsfunctie staan daarin. De beleidsuitvoering voor risicobeheer en de financieringspositie in 2020 verantwoorden we in deze financieringsparagraaf.

 

a. Risicobeheer

Terug naar navigatie - A. Risicobeheer

Voor het risicobeheer analyseren we de risicoaspecten die verbonden zijn aan de uitvoering van de treasuryfunctie binnen de gemeente Drimmelen. In grote lijnen verdelen we de relevante risico’s in renterisico’s, kredietrisico’s, koersrisico’s en valutarisico’s.

Hieronder geven we een toelichting op het renterisico (A 1) en het kredietrisico (A 2). De andere genoemde risico’s zijn niet op onze gemeente van toepassing.

Terug naar navigatie - A 1. Renterisico’s

A 1. Renterisico's
Renterisico’s onderscheiden we in het renterisico van de vlottende schuld (kortlopende leningen) en het renterisico van de vaste schuld (langlopende geldleningen).

Terug naar navigatie - A 1.1. Renterisico vlottende schuld (kortlopende leningen)

A 1.1. Renterisico vlottende schuld (kortlopende leningen)
Het maximum van de vlottende schuld ligt vast op 8,5% van het totaal aan begrote lasten vóór bestemming zonder stortingen in reserves. Dit is de kasgeldlimiet. Als we deze limiet 2 kwartalen achter elkaar overschrijden, zetten we de financiering om in een langlopende lening. De kasgeldlimiet stellen we jaarlijks vast volgens de ministeriële regeling die bij de wet FIDO hoort. Het begrote totaal aan lasten vóór bestemming  is voor 2020 € 64,1 miljoen (zie tabel). Met deze gegevens stelden we de volgende berekening op:

Tabel Par.D-1
Toets kasgeldlimiet
Omschrijving Begroting primair Realisatie
Begrotingstotaal m.u.v. mutaties in reserves 59.549.041 59.549.041
1. Toegestane kasgeldlimiet
in procenten van de grondslag 8,50% 8,50%
in een bedrag 5.061.668 5.061.668
2. Omvang vlottende korte schuld
Opgenomen gelden korter dan 1 jaar 7.250.000
Schuld in rekening-courant
Gestorte gelden door derden korter dan 1 jaar
Overige geldleningen, niet zijnde vaste schuld
3. Vlottende middelen
Contanten in kas 4.000 1.755
Tegoeden in rekening courant 357.000 483.177
Overige uitstaande gelden korter dan 1 jaar 2.954.794
4. Toets kasgeldlimiet
Totaal netto vlottende schuld (2) - (3) 361.000- 3.810.274
Toegestane kasgeldlimiet (1) 5.061.668 5.061.668
Ruimte (+) c.q. overschrijding (-) (1) - (4) 5.422.668 1.251.394
Terug naar navigatie - A 1.2. Renterisico vaste schuld (langlopende leningen): rente risiconorm

A 1.2 Renterisico vaste schuld (langlopende leningen): rente risiconorm
Vaste geldleningen zijn meestal voor een periode van 20 tot 40 jaar. De rente heeft vaak een rentevaste periode van 10 jaar. Dit betekent dat de rentekosten na deze rentevaste periode flink kunnen stijgen door hogere rentepercentages. Dit is een renterisico dat we niet kunnen uitsluiten. Het is mogelijk dat de rentevaste perioden van meer geldleningen samen in één boekjaar aflopen. Als dat gebeurt neemt het risico op een ongelijke toename van de rentekosten in dat jaar en de jaren die erna komen toe. Daarom bepaalt de Wet fido een rente risiconorm van 20% van het begrotingstotaal aan lasten vóór bestemming. De vaste schuld is hierbij omschreven als de opgenomen leningen met een rentevaste periode van 1 jaar of langer.

De berekening van de rente risiconorm voor 2020:

Tabel Par.D-2
Toets renterisiconorm
Omschrijving Prim. begroting werkelijk
Basisgegevens renterisiconorm
1. Renteherziening op vaste schuld - -
2. Aflossingen 325.000 325.000
Renterisico (1+2) 325.000 325.000
3. Begrotingstotaal 59.549.041 64.110.846
4. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 20 20
Renterisiconorm 11.909.808 12.822.169
Toets renterisiconorm
5. Ruimte (+) c.q. overschrijding (-) 11.584.808 12.497.169
Terug naar navigatie - A 2. Kredietrisico’s

A 2. Kredietrisico's
Het kredietrisico bepaalt het risico dat de gemeente loopt door tegenpartijen die verplichtingen niet (tijdig) kunnen nakomen door bijvoorbeeld insolventie en deficit (tekort). De wet fido stelt eisen aan tegenpartijen en producten op de geld- en kapitaalmarkt waardoor kredietrisico’s beperkt worden.

Kredietrisico’s zijn er in 2 vormen. Het eerste kredietrisico is het risico dat de gemeente loopt door verstrekte leningen en beleggingen. Het tweede kredietrisico gaat over verstrekte gemeentegaranties. Dit noemen we ook wel borgstellingen of een indirect kredietrisico.

Terug naar navigatie - A 2.1 Kredietrisico op leningen en beleggingen

A 2.1 Kredietrisico op leningen en beleggingen
De gemeente Drimmelen verstrekte in het verleden leningen en deed beleggingen vanwege haar publieke taak. Deze verstrekkingen/beleggingen gebeurden op basis van de Wet Fido en het treasurystatuut. Sinds 2013 is de gemeente verplicht om tijdelijk overtollige financieringsmiddelen aan te houden in de schatkist (=schatkistbankieren). Het kredietrisico blijft hierdoor onveranderd laag maar het rendement is marginaal.

Terug naar navigatie - A 2.2 Kredietrisico ten aanzien van gemeentegaranties (borgstellingen)

A 2.2 Kredietrisico ten aanzien van gemeentegaranties (borgstellingen)
De gemeente Drimmelen staat borg tegenover geldgevers voor de betaling van rente en aflossing op langlopende geldleningen die door organisaties, instellingen of verenigingen zijn aangevraagd. De activiteiten die deze partijen verzorgen moeten dan wel in het verlengde liggen van de gemeentelijke taken. Deze borgstellingen beperken zich vooral tot de woningbouwvereniging en sportverenigingen. Voor de borgstellingen aan de woningbouwvereniging staat de gemeente Drimmelen garant als achtervang op het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).

Het laatst vastgestelde overzicht van borgstellingen:

Tabel Par.D-3
Gewaarborgde geldleningen
Omschrijving Restantbedrag per 31-dec-2020 Aflossing 2020
Zorginstellingen 1.657 81
Woningbouwvereniging 2.280 249
Sportverenigingen 25 10
Woningbouwverenigingen onder WSW verband 116.779 6.675
Totaal 120.741 7.015

b. Financieringspositie

Terug naar navigatie - Financieringsfunctie

Financieringsfunctie
Onder de financieringsfunctie valt het aantrekken van financiële middelen en het eventueel uitzetten van tijdelijke overschotten die op dat moment niet nodig zijn. Dit is afhankelijk van het tempo van de uitvoering van de programma’s binnen de door de gemeenteraad vastgestelde kaders van de begroting.

De uitvoering van deze financieringsfunctie vereist snelle beslissingen in een complexe markt. Dit heeft budgettaire gevolgen, onder andere afhankelijk van het risicoprofiel. Onder de financieringsfunctie valt niet het garanderen van rente en aflossing van geldleningen aan anderen.

Terug naar navigatie - Algemene ontwikkelingen: rentebeleid

Algemene ontwikkelingen: rentebeleid
Een belangrijke algemene ontwikkeling is de ontwikkeling op de geld- en kapitaalmarkt en dan vooral de rente op de kapitaalmarkt. De rente op de kapitaalmarkt is naar verwachting ook in 2021 laag. De ECB blijft in de komende twaalf maanden een ruim monetair beleid voeren. De lange rentetarieven blijven op een zeer laag niveau.

Terug naar navigatie - Solvabiliteit

Solvabiliteit
De solvabiliteitsratio zegt iets over de vermogenspositie. Solvabiliteit is de mate waarin een organisatie aan haar korte en lange termijn verplichtingen kan voldoen. Dit bepalen we  door de verhouding tussen het eigen vermogen (reserves) en het vreemd vermogen (opgenomen financiering). Het spreekt voor zich dat we de ratio bepalen met ons eigen vermogen, omdat dat onze buffer is voor het opvangen van tegenvallers.

Tabel Par.D-4
Solvabiliteitsratio
Omschrijving Boekwaarde 31-12-2019 Boekwaarde 31-12-2020
Eigen vermogen 46.766.146 44.793.052
Vreemd vermogen 24.791.586 34.756.814
Totaal vermogen 71.557.732 79.549.865
Ratio (EV/TV)* 100% 65% 56%
Terug naar navigatie - Financiering vaste activa

Financieringsbehoefte

De gemeente Drimmelen bezit per 31 december 2020 naar schatting voor een bedrag van € 68,9 miljoen aan vaste activa. Deze zijn gefinancierd met € 9,3 miljoen aan opgenomen vaste geldleningen en rekening-courant krediet plus € 53,3 miljoen aan reserves en voorzieningen.

Gedurende het jaar hebben we de kasgeldlimiet optimaal benut vanuit de gedachte dat de rente van kasgeldleningen vrijwel altijd lager is dan de rente op langlopende leningen. In 2020 is er 27 keer een kortlopende kasgeldlening afgesloten met een gemiddelde van € 5,2 miljoen.

Vanwege de aanhoudende behoefte aan vreemd vermogen heeft de gemeente 28 juli 2020 een lening bij de BNG afgesloten. De omvang van de lening is € 5.000.000 met een looptijd van één jaar plus 1 dag (expiratiedatum 29 juli 2021).

Terug naar navigatie - Renteschema

Renteschema
Op grond van de aanbevelingen van de commissie BBV in de notitie rente 2017 wordt de renteomslag berekend bij de begroting en de jaarrekening op basis van:

  • de rentelasten van langlopende geldleningen
  • de rentelasten van kortlopende leningen
  • de rente van eigen financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen)
  • het totaal geïnvesteerd vermogen (boekwaarde per 1 januari).

De renteomslag voor de gemeente Drimmelen voor het jaar 2020 bedraagt 0,19%. Dit percentage mag met een marge van 0,5% afgerond worden. Bij de berekening van rente op investeringen gaan we in 2020 uit van een vast rentepercentage van 0%. Zie onderstaande tabel:

Tabel Par.D-5
Renteschema
Omschrijving 2020
a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering 151.311
b. De externe rentebaten -30.979
Totaal door te rekenen externe rente 120.332
c. De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend 0
De rente van projectfinanciering die aan betreffende taakveld moet worden toegerekend 0
0
Saldo door te rekenen rente 120.332
d1. Rente over eigen vermogen 0
d2. Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde) 0
0
De aan de taakvelden (programma's inclusief overzicht overhead) toegerekende rente (renteomslag) 120.332
e. De werkelijk aan taakvelden (programma's inclusief overzicht overhead) toegerekende rente (renteomslag) 0
f. Renteresultaat op het taakveld treasury 120.332
Rente-omslag
Omschrijving 2020
Boekwaarde bestaande investeringen (per 01.01) 62.634.263
Vermeerdering boekwaarde nieuwe investeringen 0
Correctie boekwaarde projectfinanciering 0
Totaal boekwaarde 62.634.263
Saldo door te rekenen rente 120.332
Rente-omslag percentage 0,19%
Toe te rekenen rente-omslag 0,00%
Toegerekende rentevolume via rente-omslag t.b.v. renteschema 0
Externe rente
Omschrijving 2020
Bedrag openstaande leningen (per 01.01) 7.075.000
Rentelasten 151.311
Gewogen gemiddelde externe rente 2,14%

c. EMU-saldo

Terug naar navigatie - EMU-saldo

Sinds halverwege 2007 staat in het BBV de verplichting om het EMU-saldo op te nemen in de gemeentelijke begroting. Dit is onder andere voor de bewustwording rondom het begrip EMU-saldo. Vooral in slechte tijden is dat nodig. Vanaf 2019 staat het EMU-saldo dan ook in de jaarrekening na de balans (conform begroting).