B. Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In de paragraaf lokale heffingen gaan we in op:

  • de hoofdlijnen van het beleid;
  • de lokale lastendruk;
  • de inkomsten;
  • een korte beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.

Beleid en hoofdlijnen

Terug naar navigatie - Beleid en hoofdlijnen

De volgende belastingen zijn een belangrijke inkomstenpost. Deze inkomsten zetten we in om de algemene kosten van de gemeente te dekken:

  • de onroerende zaakbelastingen
  • de precarioheffing
  • de toeristenbelasting.

De opbrengst van de toeristenbelasting besteden we in de gemeente Drimmelen aan het verbeteren van toeristische en recreatieve voorzieningen.
Andere belastingen dekken voor 100% de kosten van bijvoorbeeld onderhoud en diensten.

De verschillende lokale belastingsoorten:

Terug naar navigatie - Onroerende zaakbelasting

Onroerende zaakbelastingen
Een onroerende zaak is bijvoorbeeld een woning, bedrijfsruimte of een stuk grond. De waarde van onroerende zaken bepalen we ieder jaar opnieuw. Voor het belastingjaar 2020 is de waardepeildatum 01-01-2019. Over deze waarde wordt onroerende zaakbelasting geheven. 

Tabel Par.B-1: Overzicht tarieven OZB
2016 2017 2018 2019 2020 Mutatie in %
zakelijk recht woningen 0,1121% 0,1109% 0,1111% 0,1090% 0,1047% -3,94%
zakelijk recht niet-woningen 0,1768% 0,1795% 0,1858% 0,1899% 0,1889% -0,53%
feitelijk gebruik niet-woningen 0,1425% 0,1446% 0,1497% 0,1530% 0,1522% -0,52%
Totaal woningen 0,1121% 0,1109% 0,1111% 0,1090% 0,1047% -3,94%
Totaal niet-woningen 0,3193% 0,3241% 0,3355% 0,3429% 0,3411% -0,52%

De tarieven voor de onroerende zaakbelasting 2020 zijn door de gemeenteraad 12 december 2019 vastgesteld. 

Terug naar navigatie - Afvalstoffenheffing

Afvalstoffenheffing
De gemeente haalt afval huis-aan-huis op en daarnaast kun je afval naar de milieustraat brengen. Daar betaal je belasting voor. Dat noemen we afvalstoffenheffing. De afvalstoffenheffing is sinds 2003 gebaseerd op het Diftar-principe en is een 100% kostendekkende heffing.

Uit de gegevens van 2020 blijkt dat:
* de 140-lter gft-container in 2020 gemiddeld circa 8 keer is aangeboden. In 2019, en de jaren daarvoor, was dit gemiddeld circa 7 keer per jaar. In 2018 was dit, door de 0-tariefstelling voor de gft-aanbiedingen, circa 11 keer.
* de 240-liter restafvalcontainer is in 2020 gemiddeld 6 keer aangeboden. In 2017, en de jaren daarvoor, was dit nog gemiddeld 9 keer per jaar. In 2018 en 2019 was dit circa 5 keer. Deze forse verlaging van het gemiddeld aantal ledigingen/aanbiedingen is sinds 2018 en komt doordat onze inwoners beter afval scheiden. (gft- en PMD-afval).

Tabel Par.B-2: Overzicht tarieven afvalstoffenheffing
2016 2017 2018 2019 2020 Mutatie in % nominaal
vastrecht tarief € 131,64 € 110,04 € 90,12 € 145,55 € 169,09 13,92% € 23,54
- per lediging gft containerinhoud 25 liter € 0,45 € 0,45 € 0,00 € 0,60 € 0,80 25,00% € 0,20
- per lediging gft containerinhoud 140 liter € 2,02 € 2,02 € 0,00 € 2,60 € 3,50 25,71% € 0,90
- per lediging ov.huish.afvalst. cont.-inh. 40 liter € 2,00 € 2,00 € 2,44 € 2,10 € 2,45 14,29% € 0,35
- per lediging ov.huish.afvalst. cont.-inh. 240 liter € 9,58 € 9,58 € 11,70 € 10,00 € 11,70 14,53% € 1,70
- per aanbieding toegangspas perscontainer € 2,00 € 2,00 € 2,44 € 2,10 € 2,45 14,29% € 0,35
- per perceel bij verzamelcontainers € 99,84 € 83,40 € 68,28 € 110,34 € 128,19 13,92% € 17,85
Inzameling grove huishoudelijke afvalstoffen
- per aanvraag € 15,00 € 15,00 € 15,00 € 17,50 € 17,50 0,00% € 0,00
- per 0,5 m³ € 25,00 € 25,00 € 25,00 € 30,00 € 30,00 0,00% € 0,00
2016 2017 2018 2019 2020 Mutatie in % nominaal
Inzameling grof tuinaanval
- per aanvraag € 40,00 € 40,00 € 40,00 € 45,00 € 45,00 0,00% € 0,00
Aanbieding op de milieustraat
-grove huishoudelijke afvalstoffen per 10 kilogram € 2,10 € 2,10 € 2,10 € 2,15 € 2,15 0,00% € 0,00
- bouw- en sloopafval per 10 kilogram € 2,10 € 2,10 € 2,10 € 2,15 € 2,15 0,00% € 0,00
- schoon puin per 10 kilogram € 0,45 € 0,45 € 0,45 € 0,50 € 0,50 0,00% € 0,00

Bij de vaststelling in 2019 van de tarieven Afvalstoffenheffing 2020 is er rekening gehouden met verhogingen van onder andere de Afvalstoffenbelasting, de verwerkingskosten van de afvalstromen van de milieustraat en de verlaging van opbrengsten voor het ingezamelde PMD. Vandaar dat de tarieven vastrecht en ledigingen voor 2020 hierop zijn aangepast en verhoogd ten opzichte van 2019.

Terug naar navigatie - Netto-lasten Afvalstoffenheffing
Tabel Par.B-3: Overzicht werkelijke netto-lasten Afvalstoffenheffing
Overzicht netto-lasten te heffen volume
Taakveld Bedrag
7.3 Afval 1.874.411
2.1 Verkeer, wegen en water 39.978
6.3 Inkomensregelingen 59.911
0.10 Mutaties reserves (ondergrondse glascontainers) 20.625-
0.4 Overhead, Ondersteuning organisatie 288.347
Rente toerekening 13.753
BTW toerekening (BCF) 396.901
Totaal lasten 2.652.676
Tabel Par.B-4: Berekening mutatie voorziening
Resultaat Afvalstoffenheffing Primaire begroting Begrotings- wijzigingen Begroting na wijzigingen Werkelijk Saldo Begroot - Werkelijk
Te heffen netto-volume 2.844.054 37.834- 2.806.220 2.652.676 153.544
Opbrengst 2.844.054 97.700 2.941.754 3.177.211 235.457-
Saldo (mutatie voorziening) - 135.534- 135.534- 524.535- 389.001

De werkelijke opbrengst over het jaar 2020 bedraagt € 3.177.211 en de lasten € 2.652.676. Het (voordelig) verschil bedraagt dus ca. € 524.535 (afgerond).
In de begroting is per saldo een storting geraamd van € 135.534 (Voorjaarsnota: onttrekking van € 16.876 en Najaarsnota 2020: storting van € 152.410 ).
Het verschil tussen begroot en werkelijk valt dus met  ca. € 389.000 hoger uit. 

Dit wordt (grotendeels) veroorzaakt door:
Hogere opbrengsten afvalstoffenheffing (€ 235.000)
Er zijn in 2020 beduidend meer aanbiedingen van rest- en GFT-afval geweest dan begroot.
Dit heeft alles te maken met Covid-19, omdat de meeste inwoners thuis hebben gewerkt, met als gevolg dat men meer afval in- en om hun woning hebben opgeruimd en aangeboden.
Geconcludeerd kan worden dat er op alle fronten (huis-aan-huis en milieustraat) meer afval is aangeboden.

Hogere kosten kwijtschelding  afvalstoffenheffing (€ 17.000)
Zie voor een inhoudelijke toelichting het onderdeel "Kwijtschelding".

Hogere opbrengsten diverse afvalstromen (€ 95.000)
De opbrengst van het oud papier en karton (OPK) is hoger omdat de opbrengst per ton van het OPK in 2020 meer is gestegen dan was verwacht en er is ook meer OPK ingezameld dan begroot.
De meeropbrengst heeft er mede mee te maken dat er voor het verpakkingsplastic-metalen-drankenkartons (PMD) vanaf 1 april 2020 geen transportkosten meer betaald hoefden te worden. Voor PMD huis-aan-huis geldt hetzelfde: vanaf 1 april 2020 geen transportkosten meer en een positieve verrekening van de opbrengsten van het PMD over de jaren 2017 en 2018, uitgekeerd in 2020. De glasopbrengst is hoger omdat er 142 ton meer glas is ingezameld dan begroot. Door Covid-19 is de textielmarkt in 2020 finaal in elkaar gezakt en was er geen export mogelijk. Hierdoor geen opbrengsten in 2020.

Lagere inzamel- en stort/verwerkingskosten (€ 6.000)
Lagere inzamelkosten OPK komt omdat er in de maanden april-mei-juni geen uitkering aan de verenigingen en scholen is geweest. Door Covid-19 is het oud papier op werkdagen ingezameld door Renewi en deze kosten hebben we gedekt uit de extra vergoeding vanuit het Rijk hiervoor. Lagere inzamelkosten GFT door verrekening inzamelkosten 2019. Ook de stort/verwerkingskosten van huisvuil en gft vallen lager uit dan begroot, ten opzichte van de aangepaste begroting najaarsnota 2020.

Lagere toegerekende kosten taakveld 2.1 (straatvegen) (€ 20 .000)
Doordat de werkelijke uitgaven lager uitvallen valt ook de toerekening aan de afvalstoffenheffing lager uit met ca. € 20.000. Dit is een nadeel voor het jaarrekeningresultaat.

Lagere toegerekende BTW (€ 38.000)
Doordat de werkelijke uitgaven lager uitvallen valt ook de toegerekende BTW lager uit met ca. € 38.000. Dit is een nadeel voor de jaarrekeningresultaat.

Toegerekende rentelasten (€ 14.000)
Door het aantrekken van een langlopende geldlening in 2020 van € 5,0 miljoen tegen een lager rentepercentage is de werkelijk gewogen externe rentepercentage lager dan het begroot percentage (werkelijk percentage 2,33% en begroot 4,31%). Hierdoor vallen de toegerekende rentekosten met € 14.000 lager uit dan begroot. Dit is een nadeel voor het jaarrekeningresultaat.

De toerekening van rentelasten, BTW en overhead is een voordeel op taakveld 7.3 Afval (begrote inkomsten zijn dus hoger dan de begrote uitgaven).


En overige kleine verschillen van ca. € 2.000 nadeel.

Terug naar navigatie - Overzicht verloop egalisatievoorziening Afvalstoffenheffing
Tabel Par.B-5: Overzicht verloop egalisatievoorziening Afvalstoffenheffing
Verloop voorziening Afvalstoffenheffing Jaarrekening
2018 2019 2020
Beginstand 1.049.962 116.443 30.457
Overheveling van reserve Nazorg stortplaatsen 276.210
306.667
Mutaties 933.519- 85.985- 524.535
Eindstand 116.443 30.457 831.202

Het beginsaldo van de voorziening 2020 bedraagt € 30.547 (op basis van jaarrekening 2019).

Gezien de lage stand van de voorziening en het uitstellen van de overdracht van de stortplaats met 5 jaar (tot 11 juni 2024) is in 2020 besloten om de reserve Nazorg stortplaatsen op te heffen en het aanwezige bedrag van € 276.210 over te hevelen naar de voorziening Afvalstoffenheffing. De reden voor dit uitstel is de uitvoering van een vervolgstudie naar haalbare alternatieven voor het stortbeheer, een zogenaamde ALM-studie (Asset Liability Management studie). Deze is er op gericht de financiële risico’s te verkleinen. Hierdoor is de beginstand van de voorziening opgehoogd van € 30.547 naar € 306.667.

De mutatie voor 2020 bedraagt € 524.535 (zie toelichting bij Tabel Par.B-4) en moet conform BBV gestort worden in de voorziening. De voorziening bedraagt eind 2020 € 831.202.

Terug naar navigatie - Rioolheffing tarieven

Rioolheffing
De gemeente verzamelt en transporteert afvalwater, voert regenwater af en beheert het grondwater. Hiervoor moet je belasting betalen. Dat noemen we rioolheffing. De inkomsten uit de rioolheffing zijn alleen beschikbaar voor uitgaven met betrekking tot afvalwater, hemelwater en grondwater. Het heffen van rioolheffing om andere gemeentetaken te financieren is niet toegestaan. De inkomsten uit de rioolheffing hoeven niet kostendekkend te zijn en mogen worden aangevuld met inkomsten uit de algemene middelen, zoals een deel van de opbrengst uit OZB of de uitkering uit het gemeentefonds. In het Water- en rioleringsplan Drimmelen 2018-2022 is gekozen voor 100% kostendekkende heffing.

Tabel Par.B-6: Overzicht tarieven rioolheffing
2016 2017 2018 2019 2020 Mutatie in % nominaal
vast tarief € 224,40 € 224,40 € 207,65 € 207,65 € 193,85 -7,12% € 13,80-
- waterverbruik 0 – 250m³ : per m³ € 0,59 € 0,59 € 0,59 € 0,59 € 0,59 0,00% € 0,00
-waterverbruik 251 - 500m³: € 110,00 + per m³ € 0,41 € 0,41 € 0,41 € 0,41 € 0,41 0,00% € 0,00
-waterverbruik 501 – 1.000m³: € 187,50 + per m³ € 0,08 € 0,08 € 0,08 € 0,08 € 0,08 0,00% € 0,00
-waterverbruik >1.000m³: € 217,50 + per m³ € 0,03 € 0,03 € 0,03 € 0,03 € 0,03 0,00% € 0,00
Er is in 2020 gekozen voor eenmalige verlaging in verband met de beschikbare ruimte en in relatie tot de totale lastendruk.

Eind 2017 stelde de gemeenteraad van Drimmelen het “Water- en Rioleringsplan Drimmelen 2018-2022, waarin opgenomen het verbreed GRP “ vast. In de financiële paragraaf becijferde we de uitgaven voor afvalwater, hemelwater en grondwater. Hieraan werd de hoogte van rioolheffing gelieerd.
We kozen voor een systeem van één vastrecht en een variabel deel afhankelijk van het water verbruik. Door samenwerking te zoeken met andere gemeenten en waterschappen was het mogelijk op de kosten te besparen. Deze besparing wordt terug gegeven aan de belastingplichtige.

Terug naar navigatie - Netto-lasten rioolheffing
Tabel Par.B-7: Overzicht netto-lasten Rioolheffing
Overzicht netto-lasten te heffen volume
Taakveld Bedrag
7.2 Riolering 1.548.220
2.1 Verkeer, wegen en water 76.154
5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 49.585
6.3 Inkomensregelingen 58.665
0.4 Overhead, Ondersteuning organisatie 313.556
Rente toerekening 432.637
BTW toerekening (BCF) 172.925
Totaal lasten 2.651.742
Tabel Par.B-8: Berekening mutatie voorziening
Resultaat Rioolheffing Primaire begroting Begrotings- wijzigingen Begroting na wijzigingen Werkelijk Saldo Begroot - Werkelijk
Te heffen netto-volume 3.537.230 828- 3.536.401 2.651.740 884.661
Opbrengst 3.109.285 - 3.109.285 3.096.124 13.162
Saldo (mutatie voorziening) 427.944 828- 427.116 444.383- 871.499

Bij de vaststelling van de primaire begroting / tarieven is besloten om een bedrag van € 427.944 te onttrekken uit de voorziening.
Deze geraamde onttrekking bestaat uit een tekort van ca. € 256.000 (hogere geraamde uitgaven dan geraamde opbrengsten op basis van gelijkblijvend tarief 2019) en een aanvullende onttrekking van ca. € 171.000 ten behoeve van de tariefsverlaging van het vast tarief (zie Tabel Par.B-5: Overzicht tarieven rioolheffing).

De werkelijke opbrengst over het jaar 2020 bedraagt € 3.096.124 en de lasten € 2.651.740. Het (voordelig) verschil bedraagt dus ca. € 444.383.
In de begroting is per saldo een onttrekking geraamd van € 427.116 (inclusief wijzigingen) . Het voordeel tussen begroot en werkelijk valt dus met ca. € 871.000 hoger uit.

Dit wordt veroorzaakt door:
Lagere opbrengsten rioolheffing (€ 13.000)
De werkelijke opbrengst van de rioolheffing (€ 3.096.124) valt ca. € 13.000 lager uit dan de geraamde opbrengst inclusief begrotingswijzigingen (€ 3.109.285). Dit wordt veroorzaakt door verschillende factoren als leegstand objecten, waterverbruik, (eind)afrekening met eerder jaar (bijv. verhuizingen), bezwaren e.d.

Hogere kosten kwijtschelding  rioolheffing (€ 4.000)
Zie voor een inhoudelijke toelichting het onderdeel "Kwijtschelding".

Lagere onderhoudskosten riolering (€ 91.000) en kapitaallasten (€ 63.000)
De reguliere uitgaven voor onderhoud vrij verval riolering, drukriolering en Individuele Behandeling Afwater vallen lager uit dan geraamd. Tevens vallen de werkelijke kapitaallasten lager uit dan geraamd vanwege een onder uitputting op de lopende kredieten / investeringen.
Zie voor een inhoudelijke toelichting Paragraaf C. Onderhoud kapitaalgoederen – onderdeel “f. Riolering en stedelijk water”.

Lagere toerekening overige kosten taakvelden en lagere advieskosten riolering (€ 39.000)
De toerekening vanuit de taakvelden 2.1 en 5.7 vallen lager uit dan begroot door lagere kosten veegwerkzaamheden (lager aantal veegbeurten, minder onderhoud benodigd e.d.), onderhoud watergangen en stedelijk water (zie voor een inhoudelijke toelichting Paragraaf C. Onderhoud kapitaalgoederen – onderdeel “f. Riolering en stedelijk water”). Daarnaast vallen de advies- en onderzoekskosten lager uit dan geraamd.

Lagere toegerekende BTW riolering (€ 59.000)
Doordat de werkelijke uitgaven lager uitvallen en de investeringen achterblijven  valt ook de toegerekende BTW toerekening lager uit met ca. € 59.000. Dit is een nadeel voor het rekeningresultaat.

Lagere toegerekende rentelasten riolering (€ 637.000)
Door het aantrekken van een langlopende geldlening in 2020 van € 5 miljoen tegen een lager rentepercentage is de werkelijk gewogen externe rente lager dan het begroot percentage (werkelijk percentage 2,33% en begroot 4,31%). Hierdoor, en het achterblijven van lopende investeringen (lagere boekwaarde), vallen de toegerekende rentekosten met € 637.000 lager uit dan begroot. Dit is een nadeel voor het jaarrekeningresultaat.

De toerekening van rentelasten, BTW en overhead is een voordeel op taakveld 7.2 Riolering (begrote inkomsten zijn dus hoger dan de begrote uitgaven).

En overige kleine verschillen van ca. € 1.000 nadeel.

Terug naar navigatie - Verloop Voorziening riolering
Tabel Par.B-9: Overzicht verloop egalisatievoorziening Riolering
Verloop voorziening Riolering Jaarrekening
2018 2019 2020
Beginstand 2.050.259 2.303.119 2.405.227
Mutaties 252.860 102.109 444.383
Eindstand 2.303.119 2.405.227 2.849.611

De tendens van de afgelopen jaren is dat het overschot tussen werkelijke opbrengsten en uitgaven afneemt (stortingen in de voorziening). In 2020 loopt dit echter weer op naar een hogere storting van ca. € 444.000 ten opzichte van eerder jaren. Deze toename wordt veroorzaakt door de lagere toerekening van rente met € 637.000 dan begroot. Zonder deze lagere toerekening hadden we een bedrag moeten onttrekken in plaats van te storten in de voorziening (€ 444.000 storting minus € 637.000 lagere rente is € 193.000 onttrekking). Voor de jaren 2021 e.v. is bij de tariefstelling rekening gehouden met de daling van de toegerekende rente.

Terug naar navigatie - Toeristenbelasting

Toeristenbelasting
Sinds 2006 betalen toeristen in de gemeente Drimmelen toeristenbelasting. De netto-opbrengst gebruiken we voor het verbeteren van toeristische voorzieningen. 

Het tarief watertoeristenbelasting is per persoon € 1,00 voor 24 uur.
Het tarief landtoeristenbelasting is per persoon € 1,00 voor een overnachting.
Alleen niet-inwoners betalen de toeristenbelasting, dus ook arbeidsmigranten. Behalve als zij ingeschreven zijn in de BRP (Basisregistratie Personen). 

Terug naar navigatie - Begraafrechten

Begraafrechten
Begraafrechten zijn rechten die de gemeente Drimmelen in rekening brengt voor diensten van de gemeente die te maken hebben met een begraafplaats. Voorbeelden van deze diensten zijn het begraven van stoffelijke overschotten, het bijzetten van urnen en het onderhoud van graven op de gemeentelijke begraafplaatsen. De tarieven staan in de Verordening lijkbezorgingsrechten Drimmelen.

Terug naar navigatie - Leges omgevingsvergunning

Leges omgevingsvergunning
Leges zijn kosten voor diensten van de gemeente, bijvoorbeeld voor het aanvragen van een vergunning. Door invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zijn 25 vergunningen samengevoegd in één omgevingsvergunning en zijn meer gebouwen vrij van vergunningen.

Terug naar navigatie - Secretarieleges (paspoorten, rijbewijzen)

Secretarieleges (paspoorten, rijbewijzen)
Secretarieleges zijn kosten voor diensten van de gemeenten, bijvoorbeeld voor het verstrekken van reisdocumenten, rijbewijzen, uittreksels uit de BRP en Burgerlijke Stand, aanvraag Verklaring Omtrent Gedrag, huwelijksvoltrekkingen. De tarieven staan in de Legesverordening.

Terug naar navigatie - Precariobelasting

Precariobelasting
Precariobelasting heffen we voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Denk hier bijvoorbeeld aan terrassen, verkoopwagens, luifels, reclameborden, buizen en kabels. De tarieven staan in de verordening Precariobelasting. Het college heeft besloten om in 2020 geen precario te heffen voor terrassen in verband met de coronamaatregelen.

Terug naar navigatie - Havengelden

Havengelden
De gemeente Drimmelen heeft 3 ligplaatsvoorzieningen in de kernen Terheijden, Drimmelen en Lage Zwaluwe. Wie daarvan gebruik maakt betaalt havengelden.
In 2020 heeft de gemeenteraad besloten het havengeld voor de haven Lage Zwaluwe af te schaffen met terugwerkende kracht tot 01-01-2019.
De niet meer in gebruik zijnde haven- en kadegeldregeling voor de Oude Haven in Drimmelen is ingetrokken per 1 januari 2021.
Voor de haven in Terheijden wordt liggeld betaald voor een ligplaats. Hierin is geen verandering gekomen.

Terug naar navigatie - Marktgelden

Marktgelden en standplaatsen
De gemeente heeft weekmarkten op 3 locaties: het Dorpsplein in Terheijden, de Marktstraat te Made en de Nieuwstraat in Lage Zwaluwe.
Voor een plaats op de weekmarkt betaalt men voor het gebruik maken van die plaats. Dat noemen we marktgelden.
De tarieven voor 2020 zijn ten opzichte van de tarieven 2019 niet verhoogd. Het college heeft besloten om geen marktgelden te berekenen aan de non-food kramen voor de periode van 3 weken, aangezien zij niet op de weekmarkt mochten staan vanwege de coronamaatregelen.
Het aantal ondernemers dat gebruik maakt van een standplaats in onze gemeente is in 2020 gelijk gebleven. Het betrof voornamelijk verkoop van food of dienstverlening, dus er waren geen beperkingen door het corona-virus. De inkomsten voor de precario van de standplaatshouders zijn gelijk gebleven.

Lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Lokale lastendruk

Lokale lastendruk
In de tabel leest u de gemiddelde lokale lastendruk van een huishouden.

Tabel Par.B-10: Overzicht lastendruk
Belastingsoort lastendruk 2016 lastendruk 2017 lastendruk 2018 lastendruk 2019 lastendruk 2020 mutatie in% nominaal
Onroerende zaakbelastingen € 258,50 € 261,39 € 267,64 € 273,04 € 279,97 2,54% € 6,93
Rioolheffing (gemiddeld) € 283,40 € 284,59 € 265,24 € 258,05 € 244,12 -5,40% € 13,93-
Afvalstoffenheffing (gemiddeld) inclusief milieustraat en huis-aan-huisinzameling € 230,99 € 214,94 € 160,20 € 214,55 € 281,94 31,41% € 67,39
Totaal gemiddeld per huishouden € 772,89 € 760,92 € 693,08 € 745,64 € 806,03 8,10% € 60,39

Onroerende zaakbelastingen: bij de berekening van de lastendruk is de waarde van een woning voor de onroerende zaakbelastingen 2019: € 250.500 en voor 2020: € 267.400 (de gemiddelde waardeontwikkeling tussen deze jaren was +6,8%).

De afvalstoffen- en de rioolheffing berekenden we op basis van de gemiddelde kosten per eenheid (aansluiting). We gaan uit van het werkelijk ontvangen opbrengstenvolume.

Inkomsten

Terug naar navigatie - Inkomsten
Tabel Par.B-11: Overzicht heffingen
Soort belasting of heffing Begroting 2020 (incl. wijzigingen) (in €) Verdeling (in %) Jaarrekening 2020 (in €) Verdeling (in %) Saldo Jaarrekening - Begroting
OZB gebruiker niet woning 488.000 506.129
OZB eigenaar niet woning 715.000 752.906
OZB eigenaar woning 3.268.999 3.263.416
4.471.999 37% 4.522.450 38% 50.451
Afvalstoffenheffing 2.941.754 24% 3.177.211 27% 235.457
Rioolheffing 3.109.285 26% 3.096.124 26% 13.162-
Toeristenbelasting 29.375 0% 63.846 1% 34.471
Begraafrechten 109.800 1% 69.169 1% 40.631-
Leges omgevingsvergunning 836.730 7% 874.512 7% 37.782
Overige leges 9.876 0% 5.865 0% 4.011-
Secretarieleges burgerlijke stand 45.552 39.336
Secretarieleges bevolkingsregister 88.025 88.266
Secretarieleges rijbewijzen 138.646 134.047
Secretarieleges naturalisatie 15.000 13.104
287.223 2% 274.754 2% 12.469-
Precariobelasting 67.500 1% 481.586- -4% 549.086-
Inkomsten havens (liggelden, huur, pacht etc.) 133.800 1% 127.843 1% 5.957-
Marktgelden en standplaatsen 22.800 0% 23.609 0% 809
Reclameopbengsten 15.650 16.291 0% 641
Totaal 12.035.792 100% 11.770.087 100% 265.705-

Toelichting saldo jaarrekening - begroting
(verschillen groter dan € 25.000)

Onroerende zaakbelastingen
De meeropbrengst van ozb eigenaren niet- woningen valt ca € 38.000 hoger uit, dit wordt voornamelijk veroorzaakt door niet eerder meegenomen nieuwe
(deel-)objecten en als gevolg van bestandsoptimalisatie.

Afvalstoffenheffing
Zie voor een inhoudelijke toelichting onderdeel "Beleid en hoofdlijnen".

Rioolheffing
Zie voor een inhoudelijke toelichting onderdeel "Beleid en hoofdlijnen".

Toeristenbelasting
De begroting 2020 is in de najaarsnota aangepast op basis van de verwachtingen rondom Covid-19. De definitieve aanslagen 2019 zijn eind 2020 verstuurd; de inkomsten blijken ruim € 34.000 hoger uit te vallen.

Begraafrechten
Het aantal begravingen en daarmee samenhangend opbrengsten grafrechten is in achterliggende jaren afgenomen. De raming is in 2015 op deze trend aangepast. In 2020 lag het aantal begravingen echter nog lager dan geraamd. Daarbij neemt het aantal verlengingen van bestaande graven ook af. Vanwege capaciteitsgebrek worden de verlengingen voor 2020 in het eerste kwartaal van 2021 verstuurd. Rekening is gehouden met een verlengingspercentage van 40% van het aantal te verlengen graven. Voorgaande resulteert in lagere opbrengsten van grafrechten en onderhoudskosten, hetgeen nu een nadeel geeft van ca. € 40.500.

Leges omgevingsvergunning
Door een toename in het aantal bouwaanvragen (meer dan verwacht) zijn de bouwleges eveneens hoger uitgevallen (€ 26.000). Hier lijkt mogelijk sprake te zijn van een Corona-effect, waarbij mensen besparingen elders hebben aangegrepen om reeds gewenste bouwplannen naar voren te halen. Daarnaast zijn er meer leges ontvangen voor principeverzoeken (€ 8.000) en ruimtelijke ordening (€ 4.000). 

Precario
In een lopende juridische procedure tegen aanslagen precario vanaf 2017 is men tot een ambtelijke overeenkomst gekomen. Op basis van de BBV is voor de vorderingen een voorziening gevormd ten last van het product precario (- € 546.000) . Hierdoor ontstaat een negatief resultaat op precario. 

 

Kwijtschelding

Terug naar navigatie - Kwijtschelding

Als een belastingplichtige geen vermogen en onvoldoende betalingscapaciteit heeft kunnen we geheel of gedeeltelijk kwijtschelding verlenen. In de gemeente Drimmelen kunnen inwoners kwijtschelding aanvragen voor de onroerende zaakbelasting en de afvalstoffen- en rioolheffing.

De gemeente volgt hierbij de landelijk te hanteren normen voor vermogen en inkomen.

Tabel Par.B-12: Overzicht kwijtscheldingen
Soort belasting of heffing Jaarrekening Begroting 2020 (incl.wijziging) Jaarrekening 2020
2016 2017 2018 2019
Onroerende zaakbelastingen 1.201 1.476 796 - - 209
Rioolheffing 51.396 64.691 61.782 68.542 51.330 55.559
Afvalstoffenheffingen 45.427 52.593 52.767 57.407 39.947 56.805
Totaal kwijtschelding 98.024 118.759 115.345 125.949 91.277 112.574

In de begroting 2020 was geen rekening gehouden met de eerdere verhoging van het vastrecht afvalstoffenheffing en de kosten voor de gft container, met name hierdoor valt het bedrag aan verleende kwijtschelding afvalstoffenheffing circa € 17.000 hoger uit. 

Daarnaast was er in de begroting uitgegaan van 230  verleende kwijtscheldingen.  Er zijn in totaal 247 (gedeeltelijke) kwijtscheldingen verleend. Hierdoor is er ook een circa € 4.000 hoger bedrag aan kwijtschelding rioolheffing.

Terug naar navigatie - Aantal kwijtscheldingen
Tabel Par.B-13: Overzicht aantal kwijtscheldingen
Soort belasting of heffing Jaarrekening Begroting 2020 (incl.wijziging) Jaarrekening 2020
2016 2017 2018 2019
Aantal toekenningen (ook gedeeltelijk) 218 255 240 245 230 247
Waarvan automatisch verleend 90 135 125 140 140 139
Afwijzingen 25 30 50 35 35 67
Totaal kwijtschelding aangevraagd 243 285 290 280 265 314

Ondanks de stijging in aangevraagde kwijtscheldingen zien we slechts een lichte stijging in de toegekende (gedeeltelijke) kwijtscheldingen.