EMU-saldo

Het EMU-saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven met derden van de overheid. Het EMU-saldo geeft aan of er in een bepaald jaar met reële transacties meer geld uitgegeven is dan er in dat jaar is binnengekomen, of dat er netto geld overgehouden is. Het EMU-saldo is daarmee een indicatie voor de ontwikkeling van de liquiditeits- en financiële positie van de gemeente.

Het EMU-saldo van de lokale overheid telt mee voor het EMU-saldo van de totale overheid. Om inzicht te geven in het verwachte EMU-saldo van de lokale overheid is weergave van het saldo een verplicht onderdeel. De cijfers worden daarnaast verstrekt aan het CBS. Sturing op het EMU-saldo is van groot belang in verband met de Wet houdbare overheidsfinanciën (HOF).

EMU-saldo 31-12-2021 31-12-2022
a. Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) -237.736 1.608.944
b Mutatie (im)materiële vaste activa 1.665.758 1.459.064
c. Mutatie voorzieningen 1.046.655 -597.789
d. Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) -124.369 -959.881
e. Boekwinst bij verkoop effecten en boekwinst bij verkoop (im)materiele vaste activa
Berekend EMU-saldo (a-b+c-d-e) -732.471 511.973

De EMU-systematiek werkt op een andere manier dan het baten- en lastenstelsel dat de gemeenten hanteren. Investeringen tellen bijvoorbeeld niet mee in het stelsel van baten en lasten, daarbij wordt uitgegaan van de kapitaallasten van de investeringen. Investeringen en uitgaven die worden gedekt uit reserves in een jaar tellen echter wel volledig mee in het EMU-saldo. 

Het EMU-saldo van de gemeente Drimmelen voor 2022 komt uit op € 511.973 positief. Het betekent dat in EMU-termen de inkomsten € 511.973 groter zijn dan de uitgaven.

In de septembercirculaire van 2022 is de EMU referentiewaarde voor de gemeente Drimmelen - € 2.676.000 waardoor de referentiewaarde niet wordt overschreden in 2022. Er staat op dit moment geen sanctie op het overschrijden van de referentiewaarden. De EMU-referentiewaarde is geen norm, maar een indicatie van het aandeel van de gemeente in de gezamenlijke tekortnorm.