Samenvatting

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

In deze samenvatting leest u de belangrijkste beleidsvoornemens uit de 4 lokale programma’s en hoe we die beleidsvoornemens financieel dekken. Vervolgens staan we stil bij opvallende ontwikkelingen in de paragrafen die het BBV verplicht stelt, van weerstandsvermogen tot en met grondbeleid. Daarna geven we u inzicht in de ontwikkeling van de financiële positie van de gemeente.

 

Programma 1 – Burger en bestuur

Terug naar navigatie - Programma 1 – Burger en bestuur

Veiligheid
Het college zet de komende bestuursperiode in op behoud van een leefbare en veilige samenleving. Waarbij we als gemeente in verbinding staan met onze dorpen. We denken samen met onze inwoners na over veiligheidsvraagstukken en oplossingen. Onze BOA’s handhaven samen met de politie de veiligheid in situaties waarin dat wordt gevraagd.
De gemeente is alert op ondermijning en witwaspraktijken. We onderzoeken de mogelijkheden voor een eigen drugsmeldpunt, organiseren de voorlichting aan kinderen en jongvolwassenen over de schadelijke effecten van drugsgebruik en subsidiëren verenigingen die hier actief in participeren. Met een campagne vragen we aandacht voor de Meldcode Huiselijk Geweld om zo nog beter zicht te krijgen op huiselijk geweld en kindermishandeling. 
We gaan de mogelijkheden na om geavanceerde technieken toe te passen om (gevoelens van) onveiligheid weg te nemen en stellen een extra BOA aan om het toezicht op en de handhaving in de openbare ruimte te verbeteren.  

Dienstverlening en samenwerking met de inwoners
De steeds lagere opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen maakt het noodzakelijk dat college en ambtenaren meer investeren in de relatie met inwoners.
We investeren in een eigentijds en toekomstgericht dienstverleningsconcept, gericht op een zo digitaal mogelijke dienstverlening. In het nieuwe dienstverleningsconcept formuleren we wat Drimmelen wil bereiken met dienstverlening door de uitgangspunten van de visie te vertalen naar concrete doelen en acties. Daarbij worden de gevolgen voor producten en diensten en hoe die via dienstverleningskanalen worden aangeboden in beeld gebracht. Het concept kan niet los worden gezien van informatiebeleidsplan dat in 2023 zal worden herzien. Door het gelijktijdig ontwikkelen van het dienstverleningsconcept en het informatiebeleidsplan zal een wisselwerking ontstaan die synergie oplevert. De gemeente staat open voor andere vormen van burgerparticipatie, zodat we ook de zwijgende meerderheid gaan vinden. De visie op dorpsgericht werken zal worden geactualiseerd en we worden beter zichtbaar door per dorp vaste aanspreekpunten voor de openbare ruimte aan te stellen. We werken van buiten naar binnen en gebruiken taal die iedereen begrijpt.

Levendige dorpen
Om sociale structuren te herstellen die in de Coronaperiode zijn beschadigd, moet de sociale samenhang van onze dorpen worden versterkt.
Daartoe wordt het nieuwe sociaal cultureel dorpshart van Made met de afgesproken ambities opgeleverd. Met de inwoners en ondernemers ronden we de visie op de toekomst van Lage Zwaluwe af en starten we met eenzelfde visie op de toekomst van Wagenberg. Samen met de organisatoren gaan we kijken hoe we de regeldruk van belangrijke evenementen kunnen verminderen. De bouwhal voor carnavalswagens blijft behouden. 

Programma 2 – Openbare ruimte

Terug naar navigatie - Programma 2 – Openbare ruimte

Natuur en groen
In Drimmelen hebben we veel mooie natuur. Maar er is meer aandacht nodig voor biodiversiteit, voor het creëren van groenplekken met dorpsbosjes en voor het aan kinderen meegeven van liefde voor de natuur. 
Het bouwen van woningen doen we natuurinclusief en met behoud van onze hoogwaardige natuur. In de dorpskernen plaatsen we extra bomen om de gevolgen van hittestress te beperken, we maken een plan voor het aanleggen van dorpsbosjes en een plan om de biodiversiteit te vergroten. We houden vast aan het slim ecologisch beheren van bermen en overleggen met agrariërs over hun rol in natuurbehoud. 
Er komt een plan voor de inrichting van het gebied tussen het Gat van den Ham en Drimmelen waarbij zowel recreatie als natuur zullen worden versterkt. De mogelijkheden om stil en duurzaam in De Biesbosch te varen zullen worden verkend.

Verkeer en inrichting openbare ruimte
Iedereen die in Drimmelen woont, werkt of recreëert moet zich op een verkeersveilige kunnen verplaatsen. 
In Hooge Zwaluwe investeren we daarom in de aanleg van een by-pass van de Zoutendijk op de Horenhilsedijk. In eerste instantie bedoeld voor tractoren en vrachtwagens (bestemmingsverkeer). We staan alleen nog bestemmend vrachtverkeer in al onze dorpskernen toe en bewaken dat met camera’s als dat kan. Bij de hiervoor genoemde visie op Lage Zwaluwe onderzoeken we of de zuidkant van het dorp van zwaar- en sluipverkeer kan worden ontlast.
Om de verkeersveiligheid van de doorgaande route in Made te verbeteren leggen we een rotonde ter hoogte van de Godfried Schalkenstraat-Haasdijk aan. Voor wat betreft de herinrichting van de Zeggelaan in Terheijden maken we een evenwichtige keuze tussen de aanleg van groen en parkeervakken.
Onze dorpen worden voorzien van meer 30 km-zones en we stellen een specifiek budget beschikbaar om eenvoudig te verhelpen knelpunten uit de jaarlijkse verkeersmaatregelennota snel op te lossen.  
Alle fiets- en looproutes naar scholen en sportverenigingen worden verkeersveilig en we doen een haalbaarheidsonderzoek naar de aanleg van een snelfietspad van Made via Wagenberg naar Breda.
Met hulp van de provincie bereiden we een proef voor om landbouwverkeer op de N285 toe te laten. Daarnaast evalueren we de verkeersmaatregelen bij de Batterij in Drimmelen, gaan op zoek naar een alternatief voor de boombakken in de Marktstraat in Made en zorgen met de hanging baskets voor kleurrijke bloemenlinten in alle dorpen. 

Water
Klimaatverandering zorgt wereldwijd voor stijgende waterspiegels en kan in de toekomst een bedreiging gaan vormen voor de inwoners van onze waterrijke gemeente.
In de gesprekken met het waterschap brengen we onze wensen naar voren voor nieuwe hoogten en vormen van dijkverzwaring, zodat onder meer het havengebied van Terheijden aantrekkelijk en veilig blijft. Het college zal een waterplan aan de raad aanbieden, een plan dat in zal gaan op de effecten van droogte, intensivering van buien, hittestress en waterveiligheid.

Programma 3 – Ruimte, wonen, duurzaamheid en economie

Terug naar navigatie - Programma 3 – Ruimte, wonen en economie

Woningbouw
Nederland staat voor een grote woningbouwopgave. Ook Drimmelen. De komende bestuursperiode bouwen we 800 woningen in alle kernen en in alle prijsklassen met het Programma Wonen als basis.
We bouwen duurzame, betaalbare, energie neutrale en natuur inclusieve woningen. Stedenbouwkundig doordacht en voorafgegaan door een leefbaarheidstoets. Voor Hooge Zwaluwe worden zo spoedig mogelijk ruime woningbouwlocaties gevonden. 
De Omgevingswet zal naar verwachting op 1 januari 2023 van kracht worden. Onze leidend principes zijn daarbij: één aanspreekpunt voor (ruimtelijke) initiatieven, meer samenhang in beleid, minder bureaucratie en meer naar buiten.
Een actiever grondbeleid helpt bij het versnellen van de woningbouwopgave. Onze nieuwe nota grondbeleid zal ruimte bieden aan een actiever grondbeleid.
We leggen een Eco-wijk in Terheijden aan en voorzien in 100 tijdelijke woningen en tiny houses voor de brede doelgroep die gebruik maakt van de Regeling huisvesting aandachtsgroepen en starters op de woningmarkt. Bij nieuwbouwprojecten bezien we steeds hoe eigen inwoners maximaal voorrang bij de toewijzing kan worden gegeven. Voor alle woningen voeren we – binnen de wettelijke mogelijkheden – een opkoopbescherming onder de NHG-grens in. Initiatieven waarbij wonen en zorg worden gecombineerd worden omarmd, in samenspraak met de lokale ouderenorganisaties.
Om het voor huiseigenaren makkelijker te maken om hun woning te verduurzamen verruimen we het fonds voor duurzaamheidsleningen. Datzelfde doen we met het fonds voor startersleningen en de subsidieregeling Groene Daken.

Duurzaamheid
Duurzaamheid, minder afval en nieuwe energie staan hoog op de agenda. Waarbij het college de transitie naar een duurzame samenleving niet alleen technisch maar ook sociaal wil laten lukken. Zonder mensen uit het oog te verliezen die steun nodig hebben bij de lokale duurzaamheidsopgave. 
Het programma Duurzaamheid geeft richting. De duurzame Big Five vraagt aandacht voor energietransitie, duurzaam ondernemen en circulariteit, klimaatadaptatie, natuur en biodiversiteit en duurzame mobiliteit. De rijksmiddelen voor de energietransitie oormerken we voor personele capaciteit en uitvoering van de transitie.
We voeren de opgaven uit de Regionale Energiestrategie 1.0 uit en stellen met de regiopartners een versie 2.0 op. De ambitie van het Traais Energie Collectief om van Terheijden het eerste energie neutrale dorp van Nederland te maken kan op de steun van het college rekenen en we ondersteunen dit collectief en andere lokale initiatieven op het gebied van energietransitie. Er wordt een oplossing voor het zonneveldendossier gevonden die past binnen de kaders die de Raad van State ons gegeven heeft.
Het regionale energieloket voor inwoners en dat voor ondernemers blijven ook voor de inwoners en ondernemers uit onze gemeente geopend. Voor het verduurzamen van monumenten en woningen binnen beschermde dorpslinten maken we daarop toegesneden beleid. We maken prestatieafspraken met Woonvizier over het verduurzamen van de woningvoorraad, stellen een duurzaamheidsplan voor de gebouwen van de gemeente op en een duurzaamheidsvisie voor het kassengebied Plukmade.
Binnen de Transitievisie Warmte wordt een dorpsgerichte aanpak ontwikkeld om Drimmelen aardgasvrij te maken. De windmolens langs de A16 gaan voor opbrengsten zorgen, opbrengsten die via een revolverend fonds voor het verduurzamen van alle wijken zullen worden aangewend. 
We moedigen het (elektrisch) fietsen, het elektrificeren van wagenparken en het experimenteren met deelauto’s aan. De afvalstroom zal worden verminderd en nog beter gescheiden, met als uitgangspunt: de vervuiler betaalt.

Economie, recreatie en toerisme
De economie van Drimmelen moet bloeiend en sterk lokaal verbonden zijn. Drimmelen moet zich verder ontwikkelen als recreatiegemeente met als aantrekkelijke pijlers de Biesbosch, de Zuiderwaterlinie en ons vitale platteland.
We nemen een fulltime bedrijfscontactpersoon aan die het aanspreekpunt, de motivator en de sparring partner voor onze (agrarische) ondernemers is. Samen met de ondernemers zetten we een fonds op om gezamenlijk te investeren in de levendigheid van de dorpen. 
Er wordt meer ruimte gemaakt voor groeiende en nieuwe bedrijven door in deze collegeperiode uit te breiden bij de Brieltjenspolder en Thijssenweg. Het college ziet nieuwe kansen bij de Louisepolder, wat terug gaat komen in de visie op Lage Zwaluwe. De voorbereidingen op het uitbreiden van bedrijventerreinen worden in 2023 gestart.
Lokaal kopen is het uitgangspunt, zowel bij de inwoners als – binnen wet- en regelgeving - bij de gemeente bij het geven van opdrachten. 
Het buitengebied wordt duurzaam ontwikkeld, in samenspraak met de agrarische sector en andere stakeholders. We participeren in de Gebiedsgerichte Aanpak voor de stikstofproblematiek in de Biesbosch.
Door ondernemers de ruimte te geven en te zorgen voor minder regels en meer te gunnen via lokaal aanbesteden, stimuleert de gemeente levendige dorpen, een gezonde lokale economie en meer banen. In het bijzonder herzien we het terrassenbeleid met (meer) ruimte voor de ondernemers.
De nota’s Economie en Vrijetijdseconomie horen bij elkaar en om die reden zullen beide nota’s samen komen in één uitvoeringsprogramma.
Het college zal de Biesboschsamenwerking met inzet voor betrokkenheid van de ondernemers voort zetten. Het ‘rondje Biesbosch’ blijft behouden . Nadat het waterschap de dijk heeft verstevigd, voltooien we de aansluiting van het Beverpad op Lage Zwaluwe; als die versteviging te lang gaat duren onderzoeken we een alternatieve aansluitingsroute.
Voor de zomer van 2023 vaart er een voetgangerspontje tussen Drimmelen Dorp en de Hofmansplaat in de Biesbosch. Er wordt een (groene) kop van de haven in Lage Zwaluwe ontwikkeld en daar en in Drimmelen Dorp worden uitkijkpunten geplaatst.
Het college zet in op het ondersteunen en verder ontwikkelen van initiatieven die de geschiedenis en natuurparels van onze dorpen uitdragen zoals de Kleine Schans in Terheijden, de Zuiderwaterlinie, de monumentale gebouwen en de natuurgebieden. We werken daarin samen met onder meer Recreatief Drimmelen. In de gesprekken met het waterschap dringen we aan op het behoud van het open karakter en de cultuurhistorische waarde van de haven in Terheijden.
We onderzoeken het draagvlak bij ondernemers om de toeristenbelasting te verhogen en die verhoging ten goede te laten komen aan het verder op de toeristische kaart zetten van onze gemeente.

Programma 4 – Sociaal domein

Terug naar navigatie - Programma 4 – Sociaal domein

Onderwijs, jeugd en gezondheid
Het college staat voor kwalitatief goed onderwijs in goed geventileerde scholen met groene schoolpleinen. In het onderwijs hebben leerlingen en scholieren gelijke kansen en dat geldt ook voor deelname aan de activiteiten die jongerenwerkers en buurtsportcoaches organiseren. Gezondheid is een belangrijk onderwerp in en buiten het sociaal domein.
Om te komen tot Frisse Scholen stellen we een plan op met het primair en voortgezet onderwijs gericht op minimaal de binnenklimaatnorm B (goed). Het college gaat onderzoeken hoe het Dongemond College tot in ieder geval 2040 voor onze gemeente behouden kan blijven. We faciliteren de samenwerking tussen het college en het primair onderwijs.
Het college stelt budgetten beschikbaar voor het vergroenen van de schoolpleinen en bouwt een energieneutraal Integraal Kindcentrum (IKC) De Stuifhoek. Waar mogelijk is iedere basisschool een IKC waar naast onderwijs ook kinderopvang, zorg en cultuur worden aangeboden. Tijdens de primair onderwijsperiode komt iedere leerling in aanraking met de natuur en iedere school neemt deel aan Theek5-programma Cultuureducatie. Alle jongeren behalen minimaal een startkwalificatie. Zoveel mogelijk inwoners zijn voldoende taalvaardig om mee te kunnen doen in de samenleving. 
Door de taskforce Jeugd met Geertruidenberg te combineren met datagestuurd werken krijgen we meer inzicht in het gebruik en de kosten van jeugdzorg, waardoor we sneller en gerichter op de jeugdzorg kunnen besparen. Om de wachtlijsten te verkorten verstevigen we het CJG en we voorkomen verzwaring van zorg door in een zo vroeg stadium een goed netwerk om een kind en het gezin te organiseren. Gezinnen met multiproblematiek hoeven zich maar bij één loket te melden.
Het jeugd- en jongerenwerk wordt uitgebreid, de samenwerking tussen onderwijs en CJG versterkt en inzet van praktijkondersteuners wordt de standaard. Het college actualiseert haar jeugd- en jongerenbeleid met specifieke aandacht voor de mentale gezondheid van deze groep. Problemen bij kinderen en gezinnen proberen we samen met sociale wijkteams, huisartsen, scholen en sportclubs zo vroeg mogelijk te signaleren. Buurtsportcoaches maken meer verbinding met de sportclubs en samen met welzijnsorganisaties stimuleren we sporten en bewegen.
Het college betrekt de jeugd en de jongeren nog meer bij de vorming en de uitvoering van beleid, bijvoorbeeld via Democracity, de gemeenteraadsdag voor jongeren en een jeugdadviesraad. 
We herzien het gezondheidsbeleid en letten daarbij op de doelen uit het Schone Lucht akkoord. 

Participatie en schuldenproblematiek
Iedereen heeft recht op een sociaal minimum. Het Rijk moet daar in voorzien maar ook lokaal kunnen we hierin bijdragen door oog te hebben voor nieuwe vormen van armoede zoals energiearmoede. Daarbij leggen we de verbinding tussen verschillende domeinen.
Het college wil dat iedere inwoner voelt dat hij of zij er écht toe doet en mee kan doen. Vanuit een gemeente brede visie op dienstverlening is de gemeente optimaal toegankelijk om te ondersteunen als de zelfredzaamheid van inwoners onder druk komt te staan. Zorg blijft bereikbaar voor wie dat nodig heeft, maar tegen misbruik wordt opgetreden. We blijven mensen uitdagen om zoveel mogelijk mee te doen in de samenleving en breiden daarom de tegenprestatie naar vermogen uit.
Bij schuldhulpverlening besteden we in het bijzonder aandacht aan de mentale gezondheid van onze inwoners en bij problematische schulden zorgen we voor een ademruimte van 3 maanden om escalatie van de schuldenlast te voorkomen.
Het college organiseert een pilot om het effect te achterhalen van het verstrekken van een participatiebudget aan inwoners met een uitkering of een laag inkomen. Een sociaal minimum, een humane behandeling, goede Wmo-voorzieningen en hulp naar nieuwe kansen zijn de uitgangspunten bij onze maatschappelijke ondersteuning.
We nemen deel aan de werkgroep eenzaamheid om vereenzaming van inwoners te voorkomen en starten een onderzoek onder ouderen naar eenzaamheid. 
Vanaf 2022 zijn gemeenten zelf verantwoordelijk voor beschermd wonen in plaats van centrumgemeenten.  De gezamenlijke regionale begroting voor beschermd wonen voor 2023 is budgetneutraal.  Het college zal haar inspanningen continueren om de achterstand in de huisvesting van statushouders in te lopen en te voldoen aan de door het Rijk vastgestelde taakstelling. In algemene zin zal volgend jaar weer uitvoering worden gegeven aan het beleidsplan Sociaal Domein zoals de raad die begin 2019 vaststelde.

Sociale structuur, sport en zorg 
De zorgvraag neemt toe. Op alle zorgterreinen. Het moment is aangebroken om meer te investeren in onze sociale structuur, het voorliggend veld. Meer en hogere subsidies voor onze verenigingen, regelingen om gezondheid, bewegen en sport te stimuleren en vernieuwde afspraken met onze welzijnsinstellingen. Dorpshuizen vervullen een cruciale functie in het behoud en het versterken van de sociale structuur. 
Een inclusieve samenleving en toegankelijkheid van voorzieningen gelden voor iedereen. Bij al het gemeentelijk beleid toetsen we of er fysieke of mentale drempels voor inwoners zijn om gebruik te kunnen maken van dat (nieuwe) beleid.
Veel verenigingen hebben in Coronatijd hun ledenaantal zien dalen. Samen met verenigingen maken we een plan om weer meer mensen bijvoorbeeld te laten sporten of muziek te laten maken. We stimuleren de talentontwikkeling binnen sport- en andere verenigingen.
Om woningbouw op actieve grondposities mogelijk te maken onderzoeken we de mogelijkheden om de BMX-vereniging in Made te verplaatsen. Daarnaast onderzoeken we hoe we sportaccommodaties een bredere maatschappelijke betekenis kunnen geven.
We ondersteunen mantelzorgers en bereiden een verhoging van de mantelzorgwaardering naar € 200 per mantelzorger in 2024 voor. 

Algemene dekkingsmiddelen

Terug naar navigatie - Algemene dekkingsmiddelen

Algemene dekkingsmiddelen zijn inkomsten van een gemeente waarvoor geen bestedingsdoel is bepaald. Dit betekent dat de gemeente deze middelen vrij kan besteden, in tegenstelling tot de specifieke dekkingsmiddelen.

In 2023 kent Drimmelen de volgende algemene dekkingsmiddelen:

  • Lokale heffingen zoals OZB, toeristenbelasting en precario. Zie paragraaf B. Lokale heffingen
  • Algemene uitkeringen, met name de algemene uitkering uit het Gemeentefonds
  • Dividend. In het geval van Drimmelen dividend van de Bank Nederlandse Gemeenten
  • Saldo van de financieringsfunctie (renteresultaat): het verschil tussen de rekenrente die aan programma’s wordt toegerekend en de werkelijk betaalde rente over lang- en kortlopende leningen
  • Overige algemene dekkingsmiddelen

Drimmelen begroot voor 2023 een opbrengst van € 48,9 miljoen aan algemene dekkingsmiddelen. Waarvan € 43,3 miljoen aan algemene uitkeringen. 

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werkt aan een nieuwe systematiek om gemeenten, provincies en waterschappen te financieren. Die systematiek zal in 2026 van kracht worden. Hangende de komst van die systematiek heeft het ministerie in 2026 eenmalig € 1 miljard aan het Gemeentefonds toegevoegd om daarmee de nu voorziene terugval van de algemene uitkering te dempen. 

Paragrafen

Terug naar navigatie - Paragraaf A - Weerstandsvermogen en risicobeheersing

A.    Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Organisaties worden geconfronteerd met risico’s die de realisatie van doelen (kunnen) bedreigen. De gemeente identificeert en kwantificeert doorlopend de risico’s die bedreigend zijn voor haar ambities. En zet de weerstandscapaciteit die ze nodig heeft om risico’s af te dekken af tegen de daadwerkelijk beschikbaarheidscapaciteit. Waarbij de uitkomst van dit weerstandsratio minimaal 1 moet zijn volgens de nota weerstandsvermogen en risicomanagement die de raad vaststelde. Voor 2023 wordt een weerstandsratio van 3,83 begroot, ruim boven de minimaal vereiste norm.

Gemeenten meten hun financiële gezondheid af aan de set aan vijf kengetallen die de “Regeling vaststelling waarop kengetallen worden vastgesteld en opgenomen in begroting en jaarverslag provincies en gemeenten” voorschrijft. De begrote uitkomsten van en de samenhang tussen deze financiële kengetallen bevestigen het beeld van een solide financiële positie, niet in het laatst vanwege de omslag naar een positieve structurele exploitatieruimte (6%).

B.    Lokale heffingen
Gemeenten leggen belastingen, heffingen en retributies op. De onroerend zaakbelasting, afvalstoffenheffing en rioolheffing zijn daar de bekendste voorbeelden van. Die Deze eigen opbrengsten vormen een belangrijk element in de methode van de verdeling van het Gemeentefonds die in de toekomst zal gaan gelden .
De omvang van de totale lokale lastendruk stijgt ten opzichte van het begrotingsniveau 2022 maar blijft onder het niveau van 2021. 
Voor 2023 wordt, mede dankzij het dempende effect van de voorzieningen voor afvalstoffenheffing en rioolheffing, een lokale lastendruk van € 749,25 per huishouden verwacht (begroot 2022: € 675,63, werkelijk 2021: € 812,00). 

C.    Onderhoud kapitaalgoederen
Kapitaalgoederen laten zich onderscheiden in wegen, openbare verlichting, civiele kunstwerken, riolering, water, groen en gebouwen. Op grond van de vigerende meerjarige plannen voor groot onderhoud wordt de komende jaren steeds € 1,8 miljoen aan voorzieningen voor groot onderhoud gedoteerd. De exploitatielast voor de kosten van klein onderhoud zullen ca. € 2,5 miljoen per jaar bedragen. 
2023 zal een jaar met een gematigd investeringsvolume zijn (€ 4,4 miljoen waarvan riolering € 3,9 miljoen). In 2024 zal het volume aan uitbreidings- en vervangingsinvesteringen hoger liggen, met name door de investering in de nieuwbouw van IKC De Stuifhoek (€ 5,3 miljoen). 

D.    Financiering
De Wet financiering decentrale overheden (Fido) bevat richtlijnen voor een adequaat beheer van in- en uitgaande geldstromen. Ingevolge de Wet Fido werken gemeenten die richtlijnen uit in een Treasurystatuut. Het college zal niet zoals eerder voorzien in 2022 maar in 2023 het bestaande statuut vernieuwen en daar een borgstellingsbeleid aan toevoegen.
Het college voorziet voor 2023 geen substantiële financieringsrisico’s, anders dan dat zij samen met het Rijk en andere gemeenten als achtervang fungeert in een situatie dat het Waarborgfonds Sociale Woningbouw niet aan haar financiële verplichtingen kan voldoen.
Rekening houdend met het verwachte investeringsvolume, zal er in 2023 naar verwachting geen aanvullende financieringsbehoefte ontstaan naast de om de begroting opgenomen langlopende financiering.

E.    Bedrijfsvoering
De grote maatschappelijke en lokale opgaven vragen om een ambtelijke bezetting die bij het belang van die opgaven past. Dat vraagt om het aantrekken en begeleiden van jong generalistisch talent, mede als voorbereiding op het toekomstige vertrek van pensioengerechtigde collega’s. 2023 zal bovendien in het teken staan van het inrichten van een opleidingsprogramma, een nieuw functiegebouw en een daarbij passend salarishuis.
De informatiehuishouding van gemeenten wordt omvangrijker, complexer, steeds meer digitaal en interessanter voor kwaadwillende derden. Dat vraagt om goed informatiemanagement en een maximale informatiebeveiliging. In 2022 is door NCOD onderzoek gedaan naar de wijze waarop de gemeente haar informatievoorziening kan verbeteren. De aangereikte verbetermaatregelen zullen in 2023 worden geëffectueerd. 
In 2023 zal het nieuwe werkplekconcept volledig worden omarmd. Niet alleen zal dan hybride worden gewerkt, maar het gemeentehuis zal ingericht zijn om elkaar in allerlei (werk)vormen te ontmoeten. 
Vanaf het verslagjaar 2023 zal – als de Eerste Kamer hiermee instemt – het college in plaats van de accountant verantwoording aan de raad af gaan leggen over de rechtmatigheid van het gevoerde beleid. De daarvoor benodigde kwaliteitsimpuls van de interne beheersing is in 2022 in gang gezet.

F.    Verbonden partijen
De Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) wordt vernieuwd. De nieuwe wet beoogt om de kaderstellende en controlerende rol van gemeenteraden bij gemeenschappelijke regelingen te verstevigen. De Tweede Kamer heeft met het wetsvoorstel ingestemd en het voorstel ligt nu voor in de Eerste Kamer. Na afronding van de parlementaire goedkeuring zullen gemeenten zich in 2023 voor gaan bereiden op de gewijzigde Wgr, die met een overgangstermijn van twee jaar in zal gaan. 
In navolging van de wetswijziging zal ook de regionale nota verbonden partijen worden herzien.
Gemeenten stelden op 10 juni 2020 een norm voor opdrachtgeverschap voor de jeugdzorg vast. De norm stelt dat gemeenten een regiovisie moeten opstellen en tot een vorm van governance moeten komen, bijvoorbeeld in de vorm van een GR. Het college zal haar voorstel daartoe op een later moment aan de raad voorleggen.
Gebruikelijk is dat gemeenten in hun begroting richtlijnen aan gemeenschappelijke regelingen  meegeven voor hun kadernota en begroting voor, in dit geval, 2024. De algemene richtlijnen zijn gelijk aan die van eerdere jaren. Het college geeft in overweging om specifieke richtlijnen mee te geven aan de Regio West-Brabant, de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant, de Veiligheidsregio, de GGD en de Regionale Ambulancevoorziening.

G.    Grondbeleid
Op grond van de vigerende grondnota voert de gemeente vooralsnog een faciliterend grondbeleid. De áctieve grondposities zijn beperkt tot het E-Veld (Terheijden), het Degaterrein (Lage Zwaluwe), kavels aan de Antwerpsestraat/Geraniumstraat (Made) en het centrum van Made. Daarnaast zijn er andere grondposities in voorbereiding: Norbartstraat (Terheijden), Van Hooijdonklaan (Lage Zwaluwe), De Ligne/Hoogerheide (Made) en Norbartstraat/Romboutsstraat (Made).
Voor 2023 wordt voor deze grondposities een positief exploitatieresultaat van € 0,4 miljoen verwacht. Dit resultaat zal zoals gebruikelijk worden verrekend met de algemene reserve van het grondbedrijf.

Financiële begroting

Terug naar navigatie - Financiële begroting

De primaire begroting 2023 heeft een exploitatieoverschot van € 3.647.000 en een structureel overschot van € 4.426.000. Anders gezegd: de structurele lasten worden gedekt door structurele baten, wat voorwaardelijk is voor behoud van het repressieve toezicht door de provincie.  De resultaatoverschotten zijn nodig voor het afdekken van de beleidswensen uit het coalitieakkoord, het collegewerkprogramma en aanvullende wensen. Daarnaast zullen de resultaatoverschotten aangewend moeten worden voor het financieren van de pro memorie-posten uit het coalitieakkoord en het collegewerkprogramma. Tot slot zullen er middelen nodig voor het aanpassen van personeel en organisatie op de toekomstige gemeentelijke opgaven. 

Dat structurele overschot neemt in 2026 in omvang af. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties studeert nog op een andere methode om gemeenten, provincies en waterschappen te financieren. Die nieuwe systematiek moet in 2026 ingaan.

Begroting 2023 in € 1.000
2023 2024 2025 2026
Saldo baten en lasten 2.908 V 2.457 V 2.966 V 216 V
Toevoegingen en onttrekkingen reserves 740 V 1.373 V 1.524 V 1.469 V
Begrotingssaldo na bestemming 3.647 V 3.830 V 4.491 V 1.685 V
Waarvan incidentele baten en lasten 778 L 134 L - -
Structureel begrotingssaldo 4.426 V 3.964 V 4.491 V 1.685 V

Beleidswensen

Terug naar navigatie - Beleidswensen

Het college zal bij de raadsbehandeling van de begroting separaat een voorstel doen voor nieuwe beleidswensen voortkomend uit het Coalitieakkoord, het Collegewerkprogramma en enkele aanvullende beleidswensen.