A. Overzicht baten en lasten en toelichting

A. Overzicht baten en lasten en toelichting

Terug naar navigatie - A. Overzicht baten en lasten en toelichting

In de begroting en de jaarrekening is, conform artikel 17 van het BBV, een overzicht opgenomen met de baten en lasten per programma, de algemene dekkingsmiddelen, de overhead, de post onvoorzien, de vennootschapsbelasting en de reservemutaties.

Tabel Finbgr-A.1
(in € 1.000) Realisatie 2021 Begroting 2022 Begroting 2023
Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo
Programma's
1 Burger en Bestuur 834 5.277- 4.443- 524 5.411- 4.887- 409 5.219- 4.810-
2 Openbare ruimte 5.494 10.833- 5.339- 3.197 9.176- 5.979- 3.231 8.850- 5.618-
3 Ruimte, wonen, duurzaamheid en economie 10.383 11.794- 1.410- 13.428 15.919- 2.491- 10.446 12.804- 2.358-
4 Sociaal domein 5.526 28.552- 23.025- 5.267 30.395- 25.128- 4.805 28.851- 24.046-
Subtotaal programma's 22.238 56.455- 34.217- 22.416 60.901- 38.485- 18.891 55.723- 36.832-
Algemene dekkingsmiddelen
Lokale heffingen 5.046 384- 4.663 5.144 439- 4.705 5.488 459- 5.029
Algemene uitkeringen 37.657 3- 37.654 41.170 4- 41.166 43.347 5- 43.341
Dividend 66 - 66 83 - 83 83 - 83
Saldo financieringsfunctie 43 149- 106- - 186- 186- 63 283- 220-
Overige alg. dekkingsmiddelen - 221- 221- - 618- 618- - 97- 97-
Subtot. alg. dekkingsmiddelen 42.812 756- 42.056 46.397 1.248- 45.149 48.980 843- 48.137
Overhead 159 8.222- 8.064- 29 8.543- 8.514- 29 8.409- 8.379-
Onvoorzien - - - - 5- 5- - 5- 5-
Heffing vennootschapsbelasting - 13- 13- - 13- 13- - 13- 13-
Saldo van baten en lasten 65.208 65.445- 238- 68.843 70.710- 1.867- 67.901 64.994- 2.908
Beoogde toevoegingen en onttrekking aan reserves
1 Burger en Bestuur 164 50- 114 43 - 43 19 - 19
2 Openbare ruimte 5.076 6.231- 1.155- 1.551 96- 1.455 658 - 658
3 Ruimte, wonen, duurzaamheid en economie 3.402 2.335- 1.067 862 1.497- 635- 64 793- 729-
4 Sociaal domein 1.823 312- 1.510 1.819 735- 1.084 672 - 672
Alg. dekkingsmidd. en onvoorzien - - - - 767- 767- - - -
Overhead 416 294- 122 686 - 686 120 - 120
Subtotaal mutaties reserves 10.880 9.222- 1.659 4.962 3.095- 1.867 1.533 793- 740
Geraamde resultaat 1.421 0 3.647

Bovenstaande cijfers staan tevens vermeld op de programma's in het programmaplan onder Wat gaat het kosten? De kolom realisatie 2021 betreft de jaarrekening 2021. De begroting 2022 is de door de raad vastgestelde begroting en alle vastgestelde begrotingswijzigingen t/m de Voorjaarsnota 2022.

Uit dit overzicht blijkt dat in 2023 de baten hoger zijn dan de lasten (saldo van baten en lasten). De per saldo onttrekkingen uit de reserves zorgen ervoor dat er in 2023 een hoger positief begrotingssaldo (Geraamde resultaat) is. Deze onttrekkingen zijn het gevolg van eerder genomen raadsbesluiten.

In bijlage 3 zijn de begrotingscijfers conform de voorschriften ook over de taakvelden verdeeld.

A1. Meerjarenperspectief

Terug naar navigatie - A1. Meerjarenperspectief

De begroting 2023 is de eerste jaarschijf van de meerjarenraming 2023-2026. De gemeenteraad stelt door het vaststellen van de begroting 2023 alleen de budgetten vast van 2023. De presentatie van cijfers van de latere jaren heeft als doel inzicht te geven de financiële positie.

Tabel Finbgr-A1.1
(in € 1.000) Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
Omschrijving Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo
1 Burger en Bestuur 636 5.295- 4.660- 635 5.313- 4.678- 678 5.340- 4.662-
2 Openbare ruimte 3.228 8.804- 5.576- 3.315 8.900- 5.586- 3.368 8.968- 5.600-
3 Ruimte, wonen, duurzaamheid en economie 6.691 9.563- 2.872- 5.964 8.955- 2.991- 5.533 8.597- 3.064-
4 Sociaal domein 4.705 29.156- 24.451- 4.809 29.188- 24.380- 4.813 29.154- 24.342-
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 49.425 868- 48.557 50.007 916- 49.091 47.328 964- 46.364
Overhead 29 8.571- 8.541- 29 8.520- 8.490- 29 8.510- 8.481-
Saldo van baten en lasten 64.715 62.258- 2.457 64.758 61.792- 2.966 61.750 61.533- 216
Beoogde toevoeg./onttrekk.res. 1.507 134- 1.373 1.524 - 1.524 1.469 - 1.469
Geraamde resultaat 3.830 4.491 1.685

Bovenstaand overzicht laat zien dat de begroting voor de komende jaren sluitend is. Als de begroting het eerste begrotingsjaar sluitend is (na correctie van de incidentele baten en lasten, zie A4) of als het laatste begrotingsjaar sluitend is, zal de provinciale toezichthouder naar verwachting de begroting goedkeuren (repressief toezicht i.p.v. preventief toezicht).

A2. Financiële uitgangspunten

Terug naar navigatie - A2. Financiële uitgangspunten

De (financiële) vertrekpunten van de voorliggende begroting 2023 zijn:

  1. de toekomstvisie;
  2. het coalitieakkoord 2022-2026 Bouwen aan een duurzaam, sociaal en veilig Drimmelen;
  3. de programmabegroting 2022;
  4. de Voorjaarsnota 2022;
  5. de Kaderbrief 2023;
  6. de septembercirculaire 2022;
  7. alle overige raadsbesluiten tot september 2022.
Terug naar navigatie - Financieel beleidskader raadsperiode 2019-2022

Financieel beleidskader 

In deze paragraaf beschrijven we de spelregels, uitgangspunten en grondslagen die we bij de opstelling van de begroting. De uitgangspunten zijn gebaseerd op het BBV of gemeentelijk beleid in overeenstemming met wetgeving. Dit beleidskader bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Algemene uitgangspunten
  • Uitgangspunten specifieke begrotingsonderdelen
  • Financiële positie
  • Verbonden Partijen.
Terug naar navigatie - Algemene uitgangspunten

Algemene uitgangspunten

Structureel sluitende begroting

De meerjarenbegroting moet minimaal structureel sluitend zijn. Het laatste van de vier jaarschijven is altijd structureel sluitend. Indien bij de Kadernota blijkt dat er begrotingstekorten ontstaan, geeft de gemeenteraad oplossingsrichtingen aan om de tekorten terug te dringen. Bij de begroting kan besluitvorming plaatsvinden over de uitwerking van deze oplossingsrichtingen.

Behoedzame en reële ramingen

Bij het begroten gaan we uit van behoedzame en reële ramingen. We streven er naar dat het jaarrekeningsaldo zo min mogelijk afwijkt van de bijgestelde begroting.

Structurele uitgaven worden structureel gedekt

Tegenover structurele uitgaven kunnen geen incidentele inkomsten of incidentele meevallers staan. Uit de post Onvoorzien (omvang € 5.000) worden géén structurele uitgaven gedaan.

Financiële tegenvallers binnen programma's opvangen

Tegenvallers door hogere lasten of lagere baten dienen door verlaging van lasten of hogere baten binnen het eigen programma opgevangen te worden. De inzet van hogere baten wordt integraal afgewogen binnen het college. Het initiatief hiertoe ligt in eerste instantie bij de betreffende/verantwoordelijke portefeuillehouder(s).

Financiële meevallers

Bestemming van niet voorziene voordelen in de exploitatie gedurende het jaar worden expliciet ter besluitvorming aan het college voorgelegd.

Integrale afweging

De raad weegt wensen voor nieuw beleid tegen elkaar en tegen de beschikbare financiële beleidsruimte af bij de begroting die in het najaar voorafgaand aan het begrotingsjaar aan de raad wordt voorgelegd. Het college werkprogramma is hierbij uitgangspunt. De Kadernota biedt inzicht in de ontwikkeling van de financiële beleidsruimte en in de wensen voor nieuw beleid. De Kadernota is daarmee kader stellend voor de inhoud van de Programmabegroting voor het komende jaar. Afwijking hiervan is slechts mogelijk met toestemming vooraf van de raad. Definitieve besluitvorming en inpassing in de begroting vindt plaats bij de begrotingsbehandeling in het najaar.

Oud voor nieuw

In geval het college of de raad een voorstel voor extra budget doet op een ander moment dan bij de integrale afweging, moet dekking worden aangewezen. Tenzij er sprake is van reëel aanwezige dekking, moet in het raadsvoorstel aangegeven worden welk bestaand beleid wordt geschrapt of verminderd.

Terug naar navigatie - Uitgangspunten specifieke begrotingsonderdelen

Uitgangspunten specifieke begrotingsonderdelen

Algemene uitkering

De septembercirculaire is financieel verwerkt in deze begroting. De door het rijk gehanteerde aantallen voor bijv. woningen, leerlingen, etc. zijn overgenomen. In de begroting wordt aangegeven welke specifieke middelen worden geoormerkt.

Investeringen

Uitgangspunt voor het investeringsvolume is de meerjarige investeringsprognose welke bij de Kadernota wordt geactualiseerd.

Kapitaallasten

De kapitaallasten van de vaste activa berekenen we op basis van de boekwaarde en de (restant) looptijd. Het rente-omslagpercentage (kosten verdeelsystematiek) dat we hierbij in 2022 gebruiken is 0,0%. De rente berekenen we over de boekwaarde aan het begin van het jaar (zie ook Paragraaf Financiering).

In de begroting wordt in het jaar van investeren de afschrijving berekend over de helft van de investering.

Alle materiële activa worden lineair afgeschreven. Voor de bepaling van de afschrijvingslasten van reeds gevoteerde kredieten gaan we er van uit dat alle nog niet gerealiseerde investeringen uit voorgaande jaren in het volgende begrotingsjaar gerealiseerd worden.

Lokale lasten/heffingen

De OZB tarieven worden verhoogd met een percentage dat is gebaseerd op de algemene kostenstijging, bestaande uit het gewogen gemiddelde van de verwachte inflatie en een inschatting van de loonkostenstijging van het ambtelijk apparaat, gecorrigeerd met het verschil tussen de inschatting en de werkelijke cijfers van het voorgaande begrotingsjaar. Voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing geldt het systeem van gesloten financiering o.b.v. 100% kostendekkendheid, waarbij gebruik gemaakt wordt van egalisatievoorzieningen, op zowel voor- als nacalculatorische basis. Overige heffingen worden geïndexeerd o.b.v. de verwachte prijsontwikkeling (zie ook Indexering).

Onvoorzien

In de begroting wordt een post onvoorzien van € 5.000 opgenomen. Een beroep op deze post kan worden gedaan indien binnen de begroting geen andere dekkingsmiddelen beschikbaar zijn en aan de volgende criteria wordt voldaan: de last is onvoorzienbaar, onvermijdbaar en onuitstelbaar en incidenteel.

Loonkostenontwikkeling

Het loonkostenniveau is gebaseerd op de salaristabellen van mei. Cao-ontwikkelingen en periodieken in de periode vanaf juni worden tevens verwerkt in de begroting van het komende jaar. Voor de indexering van de loonkosten wordt ook de informatie uit de septembercirculaire gebruikt.

Te verstrekken subsidies

De subsidies worden  geïndexeerd met hetzelfde percentage als de gemeentelijke kostenontwikkeling.ng.

Indexering

De gemeentelijke begroting wordt jaarlijks bijgesteld voor de verwachte prijsontwikkelingen, gebaseerd op inflatiepercentages van het Centraal Planbureau (CPB). Gerekend is met constante prijzen, dit wil zeggen dat alleen voor het eerste begrotingsjaar met prijsontwikkelingen rekening wordt gehouden. 

Bovenstaande uitgangspunten leiden o.a. tot het volgende overzicht. 

1) De leges burgerzaken zijn voor een belangrijk deel bepaald door het Rijk. De overige tarieven stijgen niet.
2) Voor de kostendekkende tarieven wordt verwezen naar de paragraaf Lokale heffingen.

Van deze indices kan afgeweken indien hiervoor gegronde redenen zijn, zoals bv contractuele afspraken.

Terug naar navigatie - Financiële positie

Financiële positie

Reserves
Het beleid ten aanzien van reserves en voorzieningen ligt vast in de nota reserves en voorzieningen van oktober 2017. De Nota wordt tenminste éénmaal per raadsperiode geactualiseerd en ter besluitvorming aan de raad voorgelegd. Vorming van reserves is de bevoegdheid van de gemeenteraad. Verrekeningen met reserves worden op programmaniveau in de begroting gepresenteerd. In het overzicht saldo voor en na bestemming wordt duidelijk in welke mate de voorgenomen verrekeningen met reserves het saldo beïnvloeden. De prognose van de stand van de reserves is gebaseerd op de stand die is bepaald in de meest recente jaarrekening rekening houdend met de toevoegingen en onttrekkingen in de lopende begroting. Over reserves wordt geen rente berekend. Ieder jaar zullen de reserves kritisch worden beschouwd op noodzaak, hoogte en besteding ervan.

Reservepositie en weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit betreft de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn te dekken. Zodra financiële tegenvallers een structureel karakter krijgen - en dus niet meer als risico aangeduid kunnen worden - dienen deze in de begroting te worden verwerkt (Zie ook Paragraaf Weerstandsvermogen). Spelregels rondom risicobeheersing en weerstandsvermogen zijn opgenomen in de ‘Nota risicomanagement en weerstandsvermogen’ van februari 2021. Ten aanzien van de risicoratio hanteren we onderstaande indeling. De raad heeft een ratio van minimaal 1 vastgesteld.

Onderhoudsvoorzieningen
Voor onderhoudsvoorzieningen is altijd een actueel meerjarig onderhoudsplan beschikbaar met een planningshorizon voor minimaal vier jaar / een bestuursperiode. De stortingen in en onttrekkingen uit de voorziening zijn verwerkt in de begroting. Ook over de voorzieningen wordt geen rente berekend.

Financiering
De Treasury-activiteiten van de gemeente zijn gericht op de uitoefening van de publieke taak. Ze dienen een behoedzaam karakter te hebben en niet gericht te zijn op het genereren van inkomsten door het lopen van een overmatig renterisico (zie ook het Treasury-statuut).

Grondbeleid
Het beleid kent meerdere uitgangspunten:
a. het realiseren van de ruimtelijke doelstellingen op het gebied van sociaal beleid, volkshuisvesting, economie, onderwijshuisvesting etc.;
b. het genereren van financiële middelen mede ter dekking van de aan plannen toe te rekenen kosten;
c. zoveel mogelijk risico’s beperken op grond van overeenkomsten en het aanbrengen van prioriteiten bij niet rendabele projecten.

Aandachtspunten provincie
Jaarlijks stuurt de provincie, in het voorjaar, in het kader van haar taak als financieel toezichthouder een brief met daarin opgenomen haar aandachtspunten voor de begroting van het aankomende jaar. De gemeente Drimmelen neemt deze uitgangspunten over. Indien hiervan wordt afgeweken wordt de provincie hierover geïnformeerd. Het gaat in de brief over de begroting 2023 om de volgende punten: Verkiezingen/nieuwe raad, Verruiming gemeentelijk belastinggebied, Herijking gemeentefonds/verdelingssystematiek, Opschalingskorting, Sociaal Domein, Ontwikkelingen Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).  In de begroting wordt rekening gehouden met de vermelde aandachtspunten.

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

Verbonden partijen

Volgens spelregel 4 uit de regionale kadernota stellen de gemeenten die deelnemen aan een verbonden partij jaarlijks in november richtlijnen vast. Richtlijnen waarop verbonden partijen hun beleidsmatige en financiële kaders voor het nieuwe begrotingsjaar dienen te baseren.

Het college stelt in de paragraaf Verbonden Partijen algemene richtlijnen voor die voor Kaderbrief 2024 en Begroting 2024 van elke Gemeenschappelijke Regeling (GR) zullen gelden. In bijlage 7 stelt het college daarnaast specifieke richtlijnen voor enkele GR'en voor.

A3. Verschillen lasten en baten ten opzichte van de Voorjaarsnota 2022

Terug naar navigatie - A3. Verschillen lasten en baten ten opzichte van de Kadernota 2021

Nadat de Voorjaarsnota door de raad is behandeld, is deze financieel verwerkt. Hierbij zijn dus ook de verwerking van de wijzigingen in de begrotingsrichtlijnen, kapitaallasten etc. doorgevoerd. De uitkomst van het verwerken van alle informatie tot de begroting zal altijd afwijken van de inschattingen bij de Voorjaarsnota. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste verschillen tussen de Voorjaarsnota en de Begroting. Deze verschillen verklaren het verschil in perspectief tussen beide documenten.

Tabel Finbgr-A3.1
in € 1.000 2023 2024 2025 2026
Begroting 2023 voor besluitvorming 3.647 V 3.830 V 4.491 V 1.685 V
Begrotingssaldo voor begroting 2023 3.358 V 4.446 V 5.398 V 1.926 V
Verschil 289 V 616- V 907- V 242- V
Belangrijkste afwijkingen Prg.
Diversen overhead (Bedrijfsvoering) O 274- N 265- N 261- N 357- N
Diversen overhead (P&O), met name verkoop verlof, overwerk) O 103- N 67- N 80- N 96- N
Overheadtoerekening aan grondexploitaties O 172 V -22 N -22 N -22 N
Huur brandweerkazerne 1 35- N 35- N 35- N 35- N
Hogere indexering onderhoudsvoorziening wegen 2 261- N 261- N 261- N 261- N
Hogere BTW-, rente- en overheadtoerekening aan rioolheffing 2 103 V 115 V 121 V 135 V
Hogere indexering onderhoudsvoorziening gebouwen 3 135- N 135- N 135- N 135- N
Hogere BTW-, rente- en overheadtoerekening aan afvalstoffenheffing 3 51 V 32 V 25 V 30 V
Zwembaden (Afschr en BTW compensatie) 4 58- N 58- N 58- N 58- N
Stijging uitkeringsgerechtigden 4 164- N 182- N 182- N 182- N
Lagere bijdrage Beschermd Wonen 4 230 V
Uitbreiding taak schuldhulpverlening 4 35- N 35- N 35- N 35- N
Aanbestedingskosten Jeugdzorg 4 80- N
Lagere kosten Jeugdzorg 4 193 V 193 V 193 V 193 V
Septembercirculaire AlgD 634 V 137 V 237- N 684 V
Rente AlgD 50- N 66- N 72- N 74- N
Indexering OZB+areaal uitbreiding AlgD 311 V 325 V 347 V 390 V
Prijsontwikkeling en kleine verschillen 209- N 292- N 216- N 419- N
Totaal belangrijkste afwijkingen 289 V 616- N 907- N 242- N

A4. Overzicht incidentele baten en lasten 2023-2026

Terug naar navigatie - A4. Overzicht incidentele baten en lasten 2020- 2023

Voor een gezonde financiële positie moeten de structurele lasten worden gedekt door structurele baten. De provincie beoordeelt de begroting en meerjarenbegroting hierop. De incidentele baten en lasten worden daarbij uit de begrotingssaldi gezuiverd. Om in aanmerking te komen voor repressief toezicht in 2023, dient deze ‘gezuiverde’ begroting in evenwicht te zijn of dient de meerjarenraming duidelijk te maken dat dit evenwicht in de jaren tot 2026 tot stand wordt gebracht. Daarbij dienen de ramingen volledig en reëel te zijn. Ten tweede dient de jaarrekening (15 juli) en de begroting (15 november) tijdig bij de provincie te zijn.

Omdat de begrippen incidenteel en structureel niet altijd op dezelfde wijze werden uitgelegd, heeft de commissie BBV in 2019 hieraan de 'Notitie structurele en incidentele baten en lasten' gewijd. In het algemeen geldt, dat een gemeente structurele taken uitvoert en daarvoor structurele lasten raamt in de begroting. Structurele lasten zijn dus de regel, incidentele lasten zijn de uitzondering. Onttrekking uit reserves zijn echter in principe incidenteel. De aard van de post bepaald dus of deze incidenteel is. Om deze reden worden de belangrijkste incidentele lasten daarom toegelicht in de begroting.

Het overzicht van de incidentele baten en lasten is een onmisbaar document voor het verkrijgen van een juiste beeld van het materieel sluiten van de (meerjaren)begroting en daarmee van de financiële positie van de gemeente. Om te beoordelen of de begroting structureel sluitend is, worden de begrotingssaldi gecorrigeerd met het saldo van incidentele baten en lasten.

Tabel Finbgr-A4.1
Incidentele baten 2023 2024 2025 2026 2027
Programma 1. Burger en bestuur - - - - -
Programma 2. Openbare ruimte - - - - -
Programma 3. Ruimte, wonen, duurzaamheid en economie 4.991 1.673 968 542 -
Programma 4. Sociaal domein - - - - -
Algemene dekkingsmiddelen - - - - -
Overhead / Bedrijfsvoering - - - - -
Totaal baten 4.991 1.673 968 542 -
Waarvan reserves 15 - - - -
Incidentele lasten 2023 2024 2025 2026 2027
Programma 1. Burger en bestuur - - - - -
Programma 2. Openbare ruimte - - - - -
Programma 3. Ruimte, wonen, duurzaamheid en economie 5.189 1.673 968 542 -
Programma 4. Sociaal domein - - - - -
Algemene dekkingsmiddelen - - - - -
Overhead / Bedrijfsvoering - - - - -
Totaal lasten 5.189 1.673 968 542 -
Waarvan reserves 793 134 - - -
Saldo -198 - - - -
Waarvan reserves -778 -134 - - -
Per saldo 2023 2024 2025 2026 2027
Programma 1. Burger en bestuur - - - - -
Programma 2. Openbare ruimte - - - - -
Programma 3. Ruimte, wonen, duurzaamheid en economie -198 - - - -
Programma 4. Sociaal domein - - - - -
Algemene dekkingsmiddelen - - - - -
Overhead / Bedrijfsvoering - - - - -
Totaal per saldo -198 - - - -
Waarvan reserves -778 -134 - - -
Terug naar navigatie - Specificatie baten & lasten
Specificatie baten
Nr. Programma 1. Burger en bestuur 2023 2024 2025 2026 2027 Oorsprong
Totaal Programma 1. Baten - - - - -
Nr. Programma 2. Openbare ruimte 2023 2024 2025 2026 2027 Oorsprong
Totaal Programma 2. Baten - - - - -
Nr. Programma 3. Ruimte, wonen, duurzaamheid en economie 2023 2024 2025 2026 2027 Oorsprong
3.1 Actief grondbeleid 2.906 1.673 968 542 - Begroting 2022
3.1 Actief grondbeleid: reservemutaties - - - - - Begroting 2022
3.2 Faciliterend grondbeleid (overeenkomst) 2.070 - - - - Begroting 2023
3.2 Faciliterend grondbeleid (overeenkomst): reservemutaties - - - - - Begroting 2023
3.2 Reserve Toerisme en Recreatie 15 - - - - Begroting 2022
Totaal Programma 3. Baten 4.991 1.673 968 542 -
Nr. Programma 4. Sociaal domein 2023 2024 2025 2026 2027 Oorsprong
Totaal Programma 4. Baten - - - - -
Specificatie lasten
Nr. Programma 1. Burger en bestuur 2023 2024 2025 2026 2027 Oorsprong
- - - - -
Totaal Programma 1. Lasten - - - - -
Nr. Programma 2. Openbare ruimte 2023 2024 2025 2026 2027 Oorsprong
Totaal Programma 2. Lasten - - - - - -
Nr. Programma 3. Ruimte, wonen, duurzaamheid en economie 2023 2024 2025 2026 2027 Oorsprong
3.1 Actief grondbeleid 2.446 1.538 968 542 - Begroting 2023
3.1 Actief grondbeleid: reservemutaties 459 134 - - - Begroting 2023
3.2 Faciliterend grondbeleid (overeenkomst) 1.949 - - - - Begroting 2023
3.2 Faciliterend grondbeleid (overeenkomst): reservemutaties 334 - - - - Begroting 2023
Totaal Programma 3. Lasten 5.189 1.673 968 542 -
Nr. Programma 4. Sociaal domein 2023 2024 2025 2026 2027 Oorsprong
- - - - -
Totaal Programma 4. Lasten - - - - -

Toelichting incidentele baten en lasten

Terug naar navigatie - Toelichting incidentele baten en lasten

 Programma 3. Ruimte, wonen, duurzaamheid en economie
3.1 Actief grondbeleid / 3.2 Faciliterend grondbeleid: raadsbesluit, overeenkomst
Conform "notitie structurele en incidentele baten en lasten" van de Commissie BBV (gepubliceerd op 30.08.2018) worden alle lasten, baten en reservemutaties m.b.t. grondexploitaties gezien als incidenteel.

3.2 Reserve Toerisme en recreatie
Conform "notitie structurele en incidentele baten en lasten" van de Commissie BBV (gepubliceerd op 30.08.2018) worden reservemutaties gezien als incidenteel.

Terug naar navigatie - Gezuiverd saldo
Tabel Finbgr-A4.2
Gezuiverd saldo in € 1.000
2023 2024 2025 2026
Saldo baten en lasten 3.051 V 2.600 V 3.110 V 360 V
Toevoegingen en onttrekkingen reserves 740 V 1.373 V 1.524 V 1.469 V
Begrotingssaldo na bestemming 3.791 V 3.973 V 4.634 V 1.828 V
Waarvan incidentele baten en lasten 778 L 134 L - L - L
Structureel begrotingssaldo 4.569 V 4.107 V 4.634 V 1.828 V

Conclusie

Terug naar navigatie - Conclusie

Op basis van bovenstaande tabel is duidelijk dat de vastgestelde begroting na correctie incidentele baten en lasten voor de komende jaren structureel sluitend is waardoor de gemeente in aanmerking blijft komen voor repressief toezicht door de provincie.

A5. Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

Terug naar navigatie - A5. Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

In principe zijn mutaties in reserves incidenteel tenzij er redenen zijn om deze structureel te ramen. In de onderstaande tabel worden de geraamde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves weergegeven.

Tabel Finbgr-A5.1
Structurele reservemutaties
Omschrijving 2023 2024 2025 2026
Geraamde structurele verminderingen
Reserve kapitaallasten 1.518.064 1.506.945 1.474.492 1.418.520
Totaal onttrekkingen 1.518.064 1.506.945 1.474.492 1.418.520