Volgens spelregel 4 uit de regionale kadernota stellen de gemeenten die deelnemen aan een verbonden partij jaarlijks in november richtlijnen vast. Richtlijnen waarop verbonden partijen hun beleidsmatige en financiële kaders voor het nieuwe begrotingsjaar dienen te baseren.
Het college stelt de volgende algemene financiële richtlijnen voor elke Gemeenschappelijke Regeling (GR) voor:
1. We verwachten van het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling (GR) dat zij een structureel sluitende meerjarenbegroting 2024-2027 aanbiedt aan de deelnemers. De GR vermeldt duidelijk de uitgangspunten die gebruikt zijn voor de begroting 2024. In de begroting 2024 neemt de GR ook een overzicht op met de bijdragen 2024 t/m 2027 per deelnemer.
2. De begroting wordt opgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Er worden dus geen nieuwe taken of uitbreiding van bestaande taken in de primitieve begroting opgenomen, behalve als dit eerder door het Algemeen Bestuur is besloten.
3. De begroting bevat een overzicht met het verloop van aanwezige reserves. In dit overzicht is te zien wanneer de reserve wordt ingezet en voor welk bedrag per jaar. Hierin wordt ook het doel van de reserve omschreven.
Wanneer een reserve 2 jaar of langer niet wordt ingezet, dan legt de GR deze reserve in de besluitvorming bij de ontwerpbegroting voor. Het uitgangspunt is dat deze reserve op dat moment vrijvalt. Wordt er niet besloten tot vrijval dan geeft de GR in de ontwerpbegroting de planning en het doel van de uitgaven voor deze reserve opnieuw aan.
4. De bijdrage van de deelnemende gemeenten in de begroting 2024 stijgt maximaal met de geldende CAO indexering en de prijsontwikkeling uit de septembercirculaire 2022 (of een actuelere circulaire). Ook wijzigt de bijdrage wanneer er wijzigingen zijn in de kwantiteit van de dienstverlening die de deelnemers afnemen.
5. In de ontwerpbegroting worden de mogelijkheden beschreven om de bijdrage van de deelnemende gemeenten te verminderen, bijvoorbeeld door besparingen voor te stellen of beleidsinhoudelijke keuzes aan te geven.
6. Een positief jaarrekeningresultaat wordt uitgekeerd aan de deelnemers. De GR kan hier alleen van afwijken door een duidelijk en gemotiveerd voorstel voor resultaatbestemming voor te leggen aan het Algemeen Bestuur.
7. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing beschrijft de GR de risico’s met de meeste impact en de getroffen beheersingsmaatregelen.
Vanwege de afwijkende financiering, betaald vanuit ziektekostenverzekeringen, van de Regionale Ambulancevoorziening, gelden voor deze GR alleen de richtlijnen 1 en 7.
De raad heeft de mogelijkheid om per verbonden partij specifieke financiële en beleidsrichtlijnen aan te geven. Het college stelt voor om specifieke richtlijnen af te geven aan de Regio West-Brabant, de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant, de Veiligheidsregio, de GGD en de Regionale Ambulancevoorziening. Die specifieke richtlijnen treft u als bijlage bij deze begroting aan.