In de paragraaf Financiering heeft Drimmelen haar verwachtingen en het beleid voor haar financieringsrisico’s vastgelegd. Het vormt daarmee een uitwerking van het treasury statuut waarin is opgenomen dat Drimmelen haar (zover van toepassing zijnde) rente-, krediet-, koers- en intern liquiditeitsrisico beheersbaar wil houden.
Drimmelen verwacht in 2021 geen renterisico’s op haar kortlopende schulden (kasgeldleningen) noch op haar langlopende schulden (bancaire leningen). Een belangrijke ontwikkeling is wel dat in Europees verband toegewerkt wordt naar andere grondslagen dan de Euribor voor het bepalen van basisrentes. De Europese Centrale Bank werkt toe naar het in 2024 loslaten van de Euribor ten faveure van een andere referentierente, de €STR. Komend jaar zal duidelijk worden wat dit betekent voor het systeem van bancaire leningen in Nederland.
De gemeente staat borg ten gunste van geldgevers voor de betaling van rente en aflossing op langlopende geldleningen die door een zorginstelling en woningbouwverenigingen zijn afgesloten. In dat laatste geval fungeert de gemeente samen met het Rijk en de andere gemeenten als achtervang indien het Waarborgfonds Sociale Woningbouw niet (geheel) aan haar verplichtingen kan voldoen. Bij het opmaken van deze begroting werd voorzien dat deze portefeuille aan borgstellingen mogelijk uitgebreid gaat worden met een borgstelling ten gunste van een sportvereniging. Daarnaast acht het college het mogelijk dat zij uw raad gaat vragen om in te stemmen met een borgstelling in het dossier sociaal-cultureel dorpshart Made.
Kijkend naar het investeringsprogramma en de begrote inkomsten en uitgaven heeft de gemeente in 2021 een financieringsbehoefte van € 11,4 miljoen. Omdat in de begroting al rekening is gehouden met een langlopende lening van € 5 miljoen resteert er een aanvullende behoefte aan langlopende financiering van € 6,4 miljoen. Liquiditeit die nodig is om de begroting 2021 te kunnen financieren.
De rentelasten op kortlopende en langlopende geldleningen is voor 2021 totaal begroot op € 118.471. Waarbij voor de korte financiering (kasgeldleningen) uit is gegaan van een negatieve rente. In dit bedrag is de rente op een eventueel aan te trekken langlopende lening van € 6,4 miljoen niet opgenomen.
De negatieve kasstroom waarbij de uitgaven hoger zijn dan de inkomsten wordt eveneens weergegeven door het EMU-saldo. De referentiewaarde uit de septembercirculaire 2020 ad € - 2.176.000 wordt met de hierboven beschreven liquiditeitsbehoefte overschreden.