A. Overzicht baten en lasten en toelichting

A. Overzicht baten en lasten en toelichting

Terug naar navigatie - A. Overzicht baten en lasten en toelichting

In de begroting en de jaarrekening is, conform artikel 17 van het BBV, een overzicht opgenomen met de baten en lasten per programma, de algemene dekkingsmiddelen, de overhead, de post onvoorzien, de vennootschapsbelasting en de reservemutaties.

 

Tabel Finbgr-A.1
(in € 1.000) Realisatie 2019 Begroting 2020 Begroting 2021
Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo
Programma's
1 Burger en Bestuur 347 -5.316 -4.969 298 -4.687 -4.388 329 -4.977 -4.649
2 Openbare ruimte 3.938 -9.465 -5.527 3.773 -8.733 -4.959 3.040 -7.896 -4.856
3 Ruimte, wonen en economie 6.515 -8.073 -1.558 10.694 -14.296 -3.602 7.535 -9.766 -2.231
4 Sociaal domein 4.851 -26.141 -21.290 7.140 -29.578 -22.437 4.407 -26.102 -21.695
Subtotaal programma's 15.650 -48.994 -33.344 21.906 -57.293 -35.387 15.310 -48.741 -33.431
Algemene dekkingsmiddelen
Lokale heffingen 4.431 -463 3.967 4.541 -341 4.201 4.631 -340 4.291
Algemene uitkeringen 32.639 - 32.639 33.980 -1 33.980 35.076 -2 35.073
Dividend 104 - 104 46 - 46 46 - 46
Saldo financieringsfunctie 14 -149 -135 - -135 -135 - -127 -127
Overige alg. dekkingsmiddelen - 204 204 - -361 -361 - -166 -166
Subtot. alg. dekkingsmiddelen 37.187 -409 36.778 38.568 -838 37.730 39.753 -635 39.118
Overhead 8 -7.525 -7.517 7 -7.840 -7.832 74 -7.294 -7.220
Onvoorzien - - - - -5 -5 - -5 -5
Heffing vennootschapsbelasting - -3 -3 - -3 -3 - -3 -3
Saldo van baten en lasten 52.845 -56.931 -4.086 60.482 -65.978 -5.496 55.138 -56.678 -1.540
Beoogde toevoegingen en onttrekking aan reserves
1 Burger en Bestuur 118 - 118 19 - 19 19 - 19
2 Openbare ruimte 1.609 -452 1.157 3.609 -2.475 1.134 813 -200 613
3 Ruimte, wonen en economie 1.887 -968 919 2.774 -927 1.847 1.046 -1.103 -57
4 Sociaal domein 2.183 -1.009 1.174 2.061 -149 1.911 747 - 747
Alg. dekkingsmidd. en onvoorzien 172 -35 137 869 -563 305 - - -
Overhead 306 -100 206 280 - 280 145 - 145
Subtotaal mutaties reserves 6.275 -2.564 3.711 9.610 -4.114 5.496 2.770 -1.303 1.467
Geraamde resultaat -375 0 -73

Bovenstaande cijfers staan tevens vermeld op de programma's in het programmaplan onder Wat gaat het kosten?. De kolom realisatie 2019 betreft de jaarrekening 2019. De begroting 2020 is de door de raad vastgestelde begroting en alle vastgestelde begrotingswijzigingen t/m de Voorjaarsnota 2020.

 

Uit dit overzicht blijkt dat in 2021 de lasten hoger zijn dan de baten (saldo van baten en lasten). De per saldo onttrekkingen uit de reserves zijn kleiner dan het tekort waardoor er in 2021 een negatief begrotingssaldo (Geraamde resultaat) is. Deze onttrekkingen zijn het gevolg van eerder genomen raadsbesluiten.

 

In bijlage 3 zijn de begrotingscijfers conform de voorschriften ook over de taakvelden verdeeld.

 

A1. Meerjarenperspectief

Terug naar navigatie - A1. Meerjarenperspectief

De begroting 2021 is de eerste jaarschijf van de meerjarenraming 2021-2024. De gemeenteraad stelt door het vaststellen van de begroting 2021 alleen de budgetten vast van 2021. De presentatie van cijfers van de latere jaren heeft als doel inzicht te geven de financiële positie.

 

Tabel Finbgr-A1.1
(in € 1.000) Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024
Omschrijving Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo
1 Burger en Bestuur 284 -4.916 -4.632 267 -4.899 -4.632 497 -5.020 -4.524
2 Openbare ruimte 3.151 -8.411 -5.259 3.100 -8.081 -4.981 3.086 -8.050 -4.965
3 Ruimte, wonen en economie 4.233 -6.556 -2.324 4.284 -6.634 -2.350 4.116 -6.598 -2.481
4 Sociaal domein 4.416 -26.027 -21.610 4.416 -25.967 -21.551 4.417 -26.103 -21.685
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 39.886 -563 39.323 39.695 -581 39.114 39.706 -575 39.131
Overhead 77 -7.261 -7.184 77 -7.176 -7.099 77 -7.133 -7.056
Saldo van baten en lasten 52.048 -53.734 -1.686 51.840 -53.338 -1.498 51.899 -53.479 -1.580
Beoogde toevoeg./onttrekk.res. 1.617 - 1.617 1.338 - 1.338 1.297 - 1.297
Geraamde resultaat -69 -160 -283

Bovenstaand overzicht laat zien dat de begroting alle jaren een tekort vertoont. Als de begroting het eerste begrotingsjaar sluitend is (na correctie van de incidentele baten en lasten, zie A4) of als het laatste begrotingsjaar sluitend is, zal de provinciale toezichthouder naar verwachting de begroting goedkeuren (repressief toezicht i.p.v. preventief toezicht). Om een sluitende begroting te krijgen, stelt het college aan de gemeenteraad wijzigingen van de begroting voor. Deze voorstellen zijn niet verwerkt in de voorliggende begroting.

 

A2. Financiële uitgangspunten

Terug naar navigatie - A2. Financiële uitgangspunten

De (financiële) vertrekpunten van de voorliggende begroting 2021 zijn:

  1. de toekomstvisie;
  2. het coalitieprogramma Een mooi en gezond Drimmelen maken we SAMEN !;
  3. de programmabegroting 2020;
  4. de Voorjaarsnota 2020;
  5. de Kadernota 2021;
  6. de septembercirculaire 2020;
  7. alle overige raadsbesluiten tot september 2020.

 

Daarnaast heeft de gemeenteraad het financiële beleidskader 2019-2022 vastgesteld (Kadernota 2020) die de basis vormen van het financiële beleid van de gemeente.

 

Terug naar navigatie - Financieel beleidskader raadsperiode 2019-2022

Financieel beleidskader raadsperiode 2019-2022

In deze paragraaf beschrijven we de spelregels, uitgangspunten en grondslagen die we bij de opstelling van de begroting. De uitgangspunten zijn gebaseerd op het BBV of gemeentelijk beleid in overeenstemming met wetgeving. Dit beleidskader bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Algemene uitgangspunten
  • Uitgangspunten specifieke begrotingsonderdelen
  • Financiële positie
  • Verbonden Partijen.

 

Terug naar navigatie - Algemene uitgangspunten

Algemene uitgangspunten

Structureel sluitende begroting

De meerjarenbegroting moet minimaal structureel sluitend zijn. Het laatste van de vier jaarschijven is altijd structureel sluitend. Indien bij de Kadernota blijkt dat er begrotingstekorten ontstaan, geeft de gemeenteraad oplossingsrichtingen aan om de tekorten terug te dringen. Bij de begroting kan besluitvorming plaatsvinden over de uitwerking van deze oplossingsrichtingen.

 

Behoedzame en reële ramingen

Bij het begroten gaan we uit van behoedzame en reële ramingen. We streven er naar dat het jaarrekeningsaldo zo min mogelijk afwijkt van de bijgestelde begroting.

 

Structurele uitgaven worden structureel gedekt

Tegenover structurele uitgaven kunnen geen incidentele inkomsten of incidentele meevallers staan. Uit de post Onvoorzien (omvang € 5.000) worden géén structurele uitgaven gedaan.

 

Financiële tegenvallers binnen programma's opvangen

Tegenvallers door hogere lasten of lagere baten dienen door verlaging van lasten of hogere baten binnen het eigen programma opgevangen te worden. De inzet van hogere baten wordt integraal afgewogen binnen het college. Het initiatief hiertoe ligt in eerste instantie bij de betreffende/verantwoordelijke portefeuillehouder(s).

 

Financiële meevallers

Bestemming van niet voorziene voordelen in de exploitatie gedurende het jaar worden expliciet ter besluitvorming aan het college voorgelegd.

 

Integrale afweging

De raad weegt wensen voor nieuw beleid tegen elkaar en tegen de beschikbare financiële beleidsruimte af bij de begroting die in het najaar voorafgaand aan het begrotingsjaar aan de raad wordt voorgelegd. Het college werkprogramma is hierbij uitgangspunt. De Kadernota biedt inzicht in de ontwikkeling van de financiële beleidsruimte en in de wensen voor nieuw beleid. De Kadernota is daarmee kader stellend voor de inhoud van de Programmabegroting voor het komende jaar. Afwijking hiervan is slechts mogelijk met toestemming vooraf van de raad. Definitieve besluitvorming en inpassing in de begroting vindt plaats bij de begrotingsbehandeling in het najaar.

 

Oud voor nieuw

In geval het college of de raad een voorstel voor extra budget doet op een ander moment dan bij de integrale afweging, moet dekking worden aangewezen. Tenzij er sprake is van reëel aanwezige dekking, moet in het raadsvoorstel aangegeven worden welk bestaand beleid wordt geschrapt of verminderd.

 

Terug naar navigatie - Uitgangspunten specifieke begrotingsonderdelen

Uitgangspunten specifieke begrotingsonderdelen


Algemene uitkering

De septembercirculaire is financieel verwerkt in deze begroting. De door het rijk gehanteerde aantallen voor bijv. woningen, leerlingen, etc. zijn overgenomen. In de begroting wordt aangegeven welke specifieke middelen worden geoormerkt.

 

Investeringen

Uitgangspunt voor het investeringsvolume is de meerjarige investeringsprognose welke bij de Kadernota wordt geactualiseerd.

 

Kapitaallasten

De kapitaallasten van de vaste activa berekenen we op basis van de boekwaarde en de (restant) looptijd. Het rente-omslagpercentage (kosten verdeelsystematiek) dat we hierbij in 2021 gebruiken is 0,0%. De rente berekenen we over de boekwaarde aan het begin van het per jaar (zie ook Paragraaf Financiering). Vanaf 2021 wordt zowel in de begroting als in de jaarrekening gestart met afschrijving in het jaar na ingebruikname. Alle materiële activa worden lineair afgeschreven. Voor de bepaling van de afschrijvingslasten van reeds gevoteerde kredieten gaan we er van uit dat alle nog niet gerealiseerde investeringen uit voorgaande jaren in het volgende begrotingsjaar gerealiseerd worden.

 

Lokale lasten/heffingen

De OZB tarieven worden slechts verhoogd met een percentage dat is gebaseerd op de algemene kostenstijging, bestaande uit het gewogen gemiddelde van de verwachte inflatie en een inschatting van de loonkostenstijging van het ambtelijk apparaat, gecorrigeerd met het verschil tussen de inschatting en de werkelijke cijfers van het voorgaande begrotingsjaar. Voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing geldt het systeem van gesloten financiering met o.b.v. 100% kostendekkendheid, waarbij gebruik gemaakt wordt van egalisatievoorzieningen, op zowel voor- als nacalculatorische basis. Overige heffingen worden geïndexeerd o.b.v. verwachte prijsontwikkeling (zie ook Indexering).

 

Onvoorzien

In de begroting wordt een post onvoorzien van 0,5% van de totale lasten tot een maximum van € 25.000 opgenomen (advies provincie). Een beroep op deze post kan worden gedaan indien binnen de begroting geen andere dekkingsmiddelen beschikbaar zijn en aan de volgende criteria wordt voldaan: de last is onvoorzienbaar, onvermijdbaar en onuitstelbaar en incidenteel.

 

Loonkostenontwikkeling

Het loonkostenniveau is gebaseerd op de salaristabellen van mei. Cao-ontwikkelingen en periodieken in de periode vanaf juni worden tevens verwerkt in de begroting van het komende jaar. Voor de indexering van de loonkosten wordt ook de informatie uit de septembercirculaire gebruikt.

 

Te verstrekken subsidies

De subsidies worden vanaf de begroting 2020 geïndexeerd met hetzelfde percentage als de gemeentelijke kostenontwikkeling.

 

Indexering

De gemeentelijke begroting wordt jaarlijks bijgesteld voor de verwachte prijsontwikkelingen, gebaseerd op inflatiepercentages van het Centraal Planbureau (CPB). Gerekend is met constante prijzen, dit wil zeggen dat alleen voor het eerste begrotingsjaar met prijsontwikkelingen rekening wordt gehouden. 

 

Bovenstaande uitgangspunten leiden o.a. tot het volgende overzicht. 

1) De leges burgerzaken zijn voor een belangrijk deel bepaald door het Rijk. De overige tarieven stijgen niet.
2) Voor de kostendekkende tarieven wordt verwezen naar de paragraaf Lokale heffingen.

 

Van deze indices kan afgeweken indien hiervoor gegronde redenen zijn, zoals bv contractuele afspraken.

 

Terug naar navigatie - Financiële positie

Financiële positie

Reserves

Het beleid ten aanzien van reserves en voorzieningen ligt vast in de nota reserves en voorzieningen van oktober 2017. De Nota wordt tenminste éénmaal per raadsperiode geactualiseerd en ter besluitvorming aan de raad voorgelegd. Vorming van reserves is de bevoegdheid van de gemeenteraad. Verrekeningen met reserves worden op programmaniveau in de begroting gepresenteerd. In het overzicht saldo voor en na bestemming wordt duidelijk in welke mate de voorgenomen verrekeningen met reserves het saldo beïnvloeden. De prognose van de stand van de reserves is gebaseerd op de stand die is bepaald in de meest recente jaarrekening rekening houdend met de toevoegingen en onttrekkingen in de lopende begroting. Over reserves wordt geen rente berekend. Ieder jaar zullen de reserves kritisch worden beschouwd op noodzaak, hoogte en besteding ervan.

 

Reservepositie en weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit betreft de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn te dekken. Zodra financiële tegenvallers een structureel karakter krijgen - en dus niet meer als risico aangeduid kunnen worden - dienen deze in de begroting te worden verwerkt (Zie ook Paragraaf Weerstandsvermogen). Spelregels rondom risicobeheersing en weerstandsvermogen zijn opgenomen in de ‘Nota risicomanagement en weerstandsvermogen’ van oktober 2013. Deze Nota wordt in 2020 geactualiseerd en ter besluitvorming worden voorgelegd aan de raad. Ten aanzien van de risicoratio hanteren we onderstaande indeling. We streven naar een ratio van minimaal 1.

 

 

Onderhoudsvoorzieningen

Voor onderhoudsvoorzieningen is altijd een actueel meerjarig onderhoudsplan beschikbaar met een planningshorizon voor minimaal vier jaar / een bestuursperiode. De stortingen in en onttrekkingen uit de voorziening zijn verwerkt in de begroting. Ook over de voorzieningen wordt geen rente berekend.

 

Financiering

De Treasury-activiteiten van de gemeente zijn gericht op de uitoefening van de publieke taak. Ze dienen een prudent karakter te hebben en niet gericht te zijn op het genereren van inkomsten door het lopen van een overmatig renterisico (zie ook het Treasury-statuut).

 

Grondbeleid

Het beleid kent meerdere uitgangspunten:
a. het realiseren van de ruimtelijke doelstellingen op het gebied van sociaal beleid, volkshuisvesting, economie, onderwijshuisvesting etc.;
b. het genereren van financiële middelen mede ter dekking van de aan plannen toe te rekenen kosten;
c. zoveel mogelijk risico’s beperken op grond van overeenkomsten en het aanbrengen van prioriteiten bij niet rendabele projecten.

 

Aandachtspunten provincie

Jaarlijks stuurt de provincie, in het voorjaar, in het kader van haar taak als financieel toezichthouder een brief met daarin opgenomen haar aandachtspunten voor de begroting van het aankomende jaar. De gemeente Drimmelen neemt deze uitgangspunten over. Indien hiervan wordt afgeweken wordt de provincie hierover geïnformeerd. Het gaat in de brief met name om de volgende punten: inzicht in de structurele begrotingspositie, kapitaallasten van nieuwe (her)investeringen, herijking van de verdeelsystematiek van het Gemeentefonds, het reëel ramen van baten en lasten in het sociaal domein zodat eventuele tekorten zichtbaar worden, het reëel ramen van de ruimte onder het BTW Compensatiefonds (BCF) en het adequaat en transparant begroten van de financiële gevolgen van de invoering van de Omgevingswet. Deze brief is ook ter kennisname aan de financiële commissie en gemeenteraad verstrekt. In de begroting wordt rekening gehouden met de vermelde aandachtspunten.

 

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

Verbonden partijen

Volgens spelregel 4 uit de regionale kadernota stellen de gemeenten die deelnemen aan een verbonden partij jaarlijks in november richtlijnen vast. Richtlijnen waarop verbonden partijen hun beleidsmatige en financiële kaders voor het nieuwe begrotingsjaar dienen te baseren.

 

Het college stelt de volgende algemene financiële richtlijnen voor elke Gemeenschappelijke Regeling (GR) voor:

 

  1. Van het Dagelijks Bestuur (DB) van de Gemeenschappelijke Regeling (GR) wordt verwacht dat zij een structureel financieel-sluitende meerjarenbegroting 2022-2025 aanbiedt aan de deelnemers. De gehanteerde begrotingsuitgangspunten door de GR dienen in de begroting 2022 van de GR inzichtelijk te worden gemaakt. In de begroting 2022 dient een overzicht te worden opgenomen met de meerjarige bijdrage (2022 t/m 2025) per deelnemer.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                          
  2. De begroting dient te voldoen aan het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Dit betekent dat de voorgeschreven gegevens in de begroting dienen te worden opgenomen. Met name wordt aandacht gevraagd voor:
    - Overzicht van incidentele lasten en baten per programma;
    - Een specificatie van lasten en baten per programma;
    - Het opnemen van een meerjarig investeringsplan in de begroting;
    - Het Opnemen van (prestatie) indicatoren in de begroting;
    - De verwachte stand begin en eind begrotingsjaar van eigen en vreemd vermogen.

  3. De begroting dient te worden opgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Dat wil zeggen dat geen nieuwe taken of uitbreiding van bestaande taken in de primitieve begroting mogen worden opgenomen. Tenzij dit eerder door het Algemeen Bestuur (AB) is besloten.

  4. De begroting bevat een overzicht met het verloop van de reserves. In dit overzicht is te zien wanneer en voor welk bedrag per jaar de reserve wordt ingezet. Ook bevat dit overzicht een toelichting waarin het doel van de reserve wordt omschreven.

  5. De begroting 2022 dient te worden opgesteld op basis van een gelijkblijvende gemeentelijke bijdrage ten opzichte van het begrotingsjaar 2021. Als dit leidt tot beleidsmatige keuzes dienen deze aangegeven te worden in de kaders voor de begroting 2022.

  6. Een positief resultaat vloeit terug naar de deelnemers. De GR kan hiervan afwijken; hiertoe dient het DB een expliciet en gemotiveerd voorstel tot resultaatbestemming voor te leggen aan het AB van de GR.

  7. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing is aandacht voor de risico’s door deze te kwantificeren, te prioriteren en de beheersingsmaatregelen te benoemen.

  8. Binnen twee jaar na inwerkingtreding van de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) brengen de deelnemers de regeling in overeenstemming met de gewijzigde Wgr.

* Tenzij door het AB van een gemeenschappelijke regeling besloten is tot een andere wijze van indexering.

Het college stelt de volgende algemene beleidsrichtlijn voor:

Spelregel zes van de regionale kadernota verbonden partijen verplicht gemeenschappelijke regelingen om vierjaarlijks bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een meerjarenbeleidsplan op te stellen. Indien het meerjarenbeleidsplan sinds de nieuwe raadsperiode nog niet is vastgesteld wordt van de gemeenschappelijke regeling verwacht dat zij gelijktijdig met de begroting 2022 een nieuw meerjarenbeleidsplan oplevert.

 

A3. Verschillen lasten en baten ten opzichte van de Kadernota 2021

Terug naar navigatie - A3. Verschillen lasten en baten ten opzichte van de Kadernota 2021

Nadat de Voorjaarsnota en Kadernota door de raad zijn behandeld, zijn deze financieel verwerkt. Hierbij zijn dus ook de verwerking van de wijzigingen in de begrotingsrichtlijnen, kapitaallasten etc. doorgevoerd. De uitkomst van het verwerken van alle informatie tot de begroting zal altijd afwijken van de inschattingen bij de Kadernota. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste verschillen tussen de Kadernota en de Begroting. Deze verschillen verklaren het verschil in perspectief tussen beide documenten.

 

Tabel Finbgr-A3.1
in € 1.000 2021 2022 2023 2024
Begroting 2021 voor besluitvorming -73 N -69 N -160 N -283 N
Begrotingssaldo voor begroting 2021 12 V 501 V 257 V -18 N
Verschil -86 N -570 N -418 N -265 N
Belangrijkste afwijkingen Prg.
Lagere toerekening aan rioolheffing 2 -682 N -646 N -760 N -731 N
Natuurbescherming (EVZ) 2 20 V - - -20 N
Lagere toerekening aan afvalstoffenheffing 3 -40 N -40 N -40 N -40 N
Hogere bouwleges 3 110 V - 40 V -
Minder stijging begeleiding 4 106 V 108 V 110 V 112 V
Stijging tarief Huishoudelijk hulp 4 -120 N -120 N -120 N -120 N
Stijging aanvragen woningaanpassingen 4 -49 N -49 N -49 N -49 N
Indexering kosten Jeugdzorg 4 -96 N -96 N -96 N -96 N
Invoering Beschermd Wonen 4 50 V 50 V 50 V 50 V
Hogere Gebundelde uitkering 4 123 V 123 V 123 V 123 V
Compensatie BTW nadeel SPUK B 64 V 64 V 64 V 64 V
Personeelskosten (duurdere invulling, fuwa etc) B -58 N -37 N 8 V 67 V
Vervallen stelpost prijscompensatie AlgD 146 V 141 V 205 V 310 V
Lagere kosten invordering AlgD 34 V 37 V 37 V 36 V
Rente AlgD - V -21 N -21 N 73 V
Indexering OZB AlgD 58 V 51 V 52 V 52 V
Septembercirculaire AlgD 14 V -162 N -88 N -3 N
Lagere energielasten div 38 V 25 V 25 V 25 V
Diverse afwijkingen per saldo 198 V 2 V 43 V -118 N
Totaal belangrijkste afwijkingen -86 N -570 N -418 N -265 N

A4. Overzicht incidentele baten en lasten 2021- 2024

Terug naar navigatie - A4. Overzicht incidentele baten en lasten 2020- 2023

Voor een gezonde financiële positie moeten de structurele lasten worden gedekt door structurele baten. De provincie beoordeelt de begroting en meerjarenbegroting hierop. De incidentele baten en lasten worden daarbij uit de begrotingssaldi gezuiverd. Om in aanmerking te komen voor repressief toezicht in 2021, dient deze ‘gezuiverde’ begroting in evenwicht te zijn of dient de meerjarenraming duidelijk te maken dat dit evenwicht in de jaren tot 2024 tot stand wordt gebracht. Daarbij dienen de ramingen volledig en reëel te zijn. Ten tweede dient de jaarrekening (15 juli) en de begroting (15 november) tijdig bij de provincie te zijn.

 

Omdat de begrippen incidenteel en structureel niet altijd op dezelfde wijze werden uitgelegd, heeft de commissie BBV in 2019 hieraan de 'Notitie structurele en incidentele baten en lasten' gewijd. In het algemeen geldt, dat een gemeente structurele taken uitvoert en daarvoor structurele lasten raamt in de begroting. Structurele lasten zijn dus de regel, incidentele lasten zijn de uitzondering. Onttrekking uit reserves zijn echter in principe incidenteel. De aard van de post bepaald dus of deze incidenteel is. Om deze reden worden de belangrijkste incidentele lasten daarom toegelicht in de begroting.

 

Het overzicht van de incidentele baten en lasten is een onmisbaar document voor het verkrijgen van een juiste beeld van het materieel sluiten van de (meerjaren)begroting en daarmee van de financiële positie van de gemeente. Om te beoordelen of de begroting structureel sluitend is, worden de begrotingssaldi gecorrigeerd met het saldo van incidentele baten en lasten.

 

Tabel Finbgr-A4.1
Incidentele baten 2021 2022 2023 2024
Programma 1. Burger en bestuur - - - -
Programma 2. Openbare ruimte 326 275 - -
Programma 3. Ruimte, wonen en economie 4.083 30 30 30
Programma 4. Sociaal domein 111 - - -
Algemene dekkingsmiddelen 305 148 205 193
Overhead / Bedrijfsvoering 25 - - -
Totaal baten 4.850 453 235 223
Incidentele lasten 2021 2022 2023 2024
Programma 1. Burger en bestuur 25 25 - -
Programma 2. Openbare ruimte 240 265 - -
Programma 3. Ruimte, wonen en economie 3.939 - - -
Programma 4. Sociaal domein 156 6 - -
Algemene dekkingsmiddelen - - - -
Overhead / Bedrijfsvoering 126 25 - -
Totaal lasten 4.486 321 - -
Saldo 365 132 235 223
Terug naar navigatie - Specificatie baten & lasten
Specificatie baten
Programma 2. Openbare ruimte 2021 2022 2023 2024 Oorsprong
Reserve groenaanleg: realiseren van EVZ Terheijden-Zonzeel 40 265 Begroting 2019 / 2020
Kadernota 2020: OHD d. Biesboschweg (2021) (van algemene reserve naar reserve kapitaallasten) 200 Kadernota 2020
Reserve groenaanleg: onderhoud ecologische verbindingszones 36 10 Begroting 2021
Algemene reserve: verkeersonderzoek 50 Begroting 2019
Totaal Programma 2. Baten 326 275 - -
Programma 3. Ruimte, wonen en economie 2021 2022 2023 2024 Oorsprong
Actief grondbeleid: verhaalde kosten bouw/woonrijp maken 1.405 Begroting 2021
Faciliterend grondbeleid Wro/Bro (raadsbesl., ovk.): verhaalde kosten bouw/woonrijp maken 1.672 Begroting 2021
Algemene bedrijfsreserve Grondbedrijf: overboeking naar algemene reserve 330 Begroting 2021
Algemene reserve: omgevingswet (implementatiekosten) 281 Kadernota 2020 / Voorjaarsnota 2020
Algemene reserve: Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB) 20 Kadernota 2020
Algemene reserve: warmtevisie 75 Kadernota 2020
Algemene reserve: beleidsmedewerker ruimtelijke ordening 75 Kadernota 2020
Algemene reserve: beleidsmedewerker energietransitie 80 Kadernota 2020
Reserve SID: inhuur personeel en overige kosten t.b.v. diverse eenmalige projecten 100 Amendement / Voorjaarsnota 2020
Reserve SID: economische zaken MvO prijs 15 Coalitieakkoord
Reserve Compensatie erfpachtopbrengsten 30 30 30 30 Najaarsnota 2018
Totaal Programma 3. Baten 4.083 30 30 30
Programma 4. Sociaal domein 2021 2022 2023 2024 Oorsprong
Reserve impuls brede scholen: incidentele kosten gezondheidsbeleid (zie lasten) 25 RV december 2018
Reserve Toegankelijkheid (zie lasten) 86 Voorjaarsnota 2020
Totaal Programma 4. Baten 111 - - -
Algemene dekkingsmiddelen 2021 2022 2023 2024 Oorsprong
Halve afschrijving 1e jaar van afschrijven, muv tariefsgebonden produkten en dekking uit reserves 235 51 54 108 Handreiking kap.last. nieuwe inv. Prov.
Stelpost Besparingspotentieel 71 97 84 85 Voorjaarsnota 2020
Totaal Algemene dekkingsmiddelen Baten 305 148 139 193
Overhead / Bedrijfsvoering 2021 2022 2023 2024 Oorsprong
Reserve SID (zie lasten) 25 - - - Coalitieprogramma
Totaal Overhead / Bedrijfsvoering Baten 25 - - -
Specificatie lasten
Programma 1. Burger en bestuur 2021 2022 2023 2024 Oorsprong
Subsidieregeling Samen aan de Slag 25 25 - - Coalitieprogramma
Totaal Programma 1. Lasten 25 25 - -
Programma 2. Openbare ruimte 2021 2022 2023 2024 Oorsprong
Reserve groenaanleg: realiseren van EVZ Terheijden-Zonzeel 40 265 Begroting 2019 / 2020
Kadernota 2020: OHD d. Biesboschweg (2021) (van algemene reserve naar reserve kapitaallasten) 200 Kadernota 2020
Totaal Programma 2. Lasten 240 265 - -
Programma 3. Ruimte, wonen en economie 2021 2022 2023 2024 Oorsprong
Actief grondbeleid: verhaalde kosten bouw/woonrijp maken 1.060 Begroting 2021
Faciliterend grondbeleid Wro/Bro (raadsbesl., ovk.): verhaalde kosten bouw/woonrijp maken 1.235 Begroting 2021
Algemene bedrijfsreserve Grondbedrijf: actief grondbeleid (incidentele storting(en) in reserve) 335 Begroting 2021
Reserve ruimtelijke ontwikkingen: actief grondbeleid (incidentele storting(en) in reserve) 32 Begroting 2021
Reserve ruimtelijke ontwikkingen: facilitair grondbeleid (incidentele storting(en) in reserve) 376 Begroting 2021
Reserve groenaanleg: facilitair grondbeleid (incidentele storting(en) in reserve) 30 Begroting 2021
Algemene bedrijfsreserve Grondbedrijf: overboeking naar algemene reserve 330 Begroting 2021
Algemene reserve: omgevingswet 281 Kadernota 2020 / Voorjaarsnota 2020
Algemene reserve: Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB) 20 Kadernota 2020
Algemene reserve: warmtevisie 75 Kadernota 2020
Reserve Drimmelen op de kaart: inhuur personeel en overige kosten t.b.v. diverse eenmalige projecten 100 Amendement / Voorjaarsnota 2020
Reserve SID: economische zaken MvO prijs 15 Coalitieakkoord
Uitvoeringsprogramma Economie 50 Kadernota 2020
Totaal Programma 3. Lasten 3.939 - - -
Programma 4. Sociaal domein 2021 2022 2023 2024 Oorsprong
Projecten Gezondheidsbeleid (Reserve impuls brede scholen) 25 - - - RV december 2018
Subsidieregeling Toegankelijkheid (Reserve Toegankelijkheid) 86 - - - Voorjaarsnota 2020
Behoud accom. De Langstraat (pandhuur tm 2021) 15 - - - Coalitieakkoord
Diverse kleine posten 30 6 - -
Totaal Programma 4. Lasten 156 6 - -
Overhead/Bedrijfsvoering 2021 2022 2023 2024 Oorsprong
Project Geluk (reserve SID) 25 - - - Coalitieprogramma
Automatisering: bestandsoptimalisatie basisregistraties 101 25 Voorjaarsnota 2020
Totaal Overhead / Bedrijfsvoering Lasten 126 25 - -

Toelichting incidentele baten en lasten

Terug naar navigatie - Toelichting incidentele baten en lasten

Programma 1 Burger en bestuur

 

1.1 Subsidieregeling Samen aan de Slag

De Subsidieregeling Samen aan de Slag vindt zijn oorsprong in het coalitie akkoord en is bedoeld ter stimulering van burgerinitiatieven. Na deze coalitieperiode eindigt de regeling.

 

Programma 2. Openbare ruimte

 

2.1 Reserve groenaanleg: realiseren van EVZ Terheijden-Zonzeel

De Ecologische verbindingszone betreft een natuurlijke verbinding tussen waterrijk natuurgebied Zonzeel en rivier de Mark. Het is een ambitie uit het provinciale Natuurbeheerplan om versnippering van Brabantse natuur tegen te gaan. Het bedrag betreft een incidentele uitgave voor een afgebakend project waarvoor met het waterschap Brabantse Delta een samenwerkingsovereenkomst is afgesloten. Hierbij gaan we uit van een provinciale subsidie van 75% voor de aankoop, aanleg en inrichting van het gemeentelijk deel. De planning hangt sterk af van de grondverwerving. We verwachten eind 2020 de laatste handelingen. In dat geval voeren we in 2021 onderzoeken uit en doorlopen we de (vergunning)procedures, waarna het werk in 2022 uitgevoerd wordt.

 

Programma 3. Ruimte, wonen en economie

 

3.1 Actief / facilitair grondbeleid

Grondbeleid bestaat uit alle instrumenten die de gemeente ter beschikking staan om de ruimtelijke doelstellingen te realiseren. De gemeente Drimmelen voert grond beleid om de in de Structuurvisie 2033 geformuleerde doelstellingen te realiseren. Tevens wordt grondbeleid gevoerd om het feitelijke ruimtegebruik beter te laten aansluiten op het maatschappelijk gewenst ruimtegebruik. Grondbeleid gaat om kaders voor en om uitvoering van ruimtelijke initiatieven. Gemeente Drimmelen heeft hoofdzakelijk faciliterende initiatieven/projecten, daarnaast zijn maar enkele actieve initiatieven/projecten. De uitgaven / inkomsten vanuit deze ruimtelijke initiatieven zijn incidenteel. De ruimtelijke initiatieven kunnen wel een looptijd hebben van meerdere opeenvolgende jaren.

 

3.2 Algemene reserve: omgevingswet

De Omgevingswet wordt gezien als een van de grootste stelselwijzigingen sinds de komst van de Grondwet. De wet betreft een vergaande decentralisatie van de regels voor de leefomgeving. Gemeenten krijgen meer ruimte om samen met inwoners en bedrijven integrale keuzes te maken over de inrichting van de fysieke leefomgeving. Het motto is: ‘Ruimte voor ontwikkeling, waarborgen voor kwaliteit’. De wet leidt tot een andere manier van werken: integraal, gebiedsgericht, samenwerking in de regio met de ketenpartners en samenwerking lokaal met bedrijven en inwoners. Daarbij staat het eigen initiatief centraal in plaats van ‘mag het wel?’. De gemeente krijgt een andere rol: meer ondersteunend en uitgaan van vertrouwen.

 

Hierop moet de gemeentelijke organisatie worden ingericht. In ieder geval qua manier van werken. Maar de Omgevingswet heeft niet alleen gevolgen voor de gemeentelijke organisatie. De Omgevingswet heeft ook gevolgen voor het gemeentebestuur (rolverdeling raad/college), inwoners, bedrijven en ketenpartners (zoals waterschap en GGD). Daarom is het belangrijk met elkaar in gesprek te gaan over hoe de Omgevingswet wordt ingevoerd en welke ambities men daarbij heeft. Tegelijkertijd moet met digitalisering een forse slag worden gemaakt. Initiatiefnemers moeten snel digitaal kunnen beschikken over de juiste informatie en over de regels die gelden in hun leefomgeving. De invoering van de Omgevingswet is dus veel meer dan een ‘simpele’ bundeling van wetten. Daarom wordt deze wet via een project ingevoerd. 

 

Deze bedragen zijn incidentele kosten. Dit is budget om de Omgevingswet in te voeren, zodat we de wet, zodra deze in werking treedt, kunnen uitvoeren volgens de regels en in de geest van de wet. De budgetten worden ingezet voor:

  • Opstellen omgevingsvisie: begin 2021 is er een vastgestelde omgevingsvisie;
  • Omgevingsplan:
    - Doornemen bruidsschat, bestemmingsplannen en eigen regels;
    - Opstellen transitieplan om het tijdelijk omgevingsplan om te zetten in een definitief omgevingsplan;
  • Aanpassen werkprocessen, inrichten organisatie en opleidingen (inhoud + anders werken);
  • Handreiking participatie en een participatiebeleid;
  • Aanpassen legesverordening, samenwerkingsafspraken maken met ketenpartners en afsluiten nieuwe financiële arrangementen met betreffende partners.
  • Input leveren op producten van andere overheden;
  • Communicatie-activiteiten voor organisatie, gemeentebestuur, inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en ketenpartners;
  • Aansluiting op en testen van Digitaal Stelsel Omgevingswet, implementatie Squit20/20 (VTH-systeem: vergunningverlening, toezicht en handhaving), Tercera (planvorming + toepasbare regels), ontwikkelen vragenbomen en vergunningscheck (toepasbare regels) voor gemeentelijke topactiviteiten koppelingen en dergelijke.

 

Al deze activiteiten zijn gericht op een optimale invoering van de Omgevingswet en zijn ook afgerond op het moment dat de Omgevingswet in werking treedt. Het project is daarmee ook afgerond.

 

3.3 Algemene reserve: Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB)

Door andere prioriteiten konden we het VAB-beleid (Vrijkomende Agrarische Bebouwing) in 2019 niet oppakken. Dit onderwerp staat nu gepland voor de periode 2020-2021. Er ligt nog steeds een wens om dit op te pakken voor onderzoek naar de problematiek en oplossingsrichtingen. Het gaat hierbij om een eenmalige inventarisatie met daarbij een voorstel voor de aanpak van het probleem. Bedrag wordt gebruikt voor inhuur van externe expertise.

 

3.4 Algemene reserve: warmtevisie

De kosten “warmtevisie” is specifiek bedoeld voor het opstellen van de Transitie Visie Warmte (TVW). Elke gemeente moet die visie eind 2021 vastgesteld hebben. Het betreft derhalve een incidentele uitgave voor een afgebakend project dat uiterlijk eind 2021 afgerond moet zijn.

 

3.7 Reserve Drimmelen op de kaart: inhuur personeel en overige kosten t.b.v. diverse eenmalige projecten

Deze bestemmingsreserve is bij Voorjaarsnota 2019 ingesteld ten behoeve van incidentele inhuur voor capaciteit op recreatie en toerisme van 2019 tot en met 2021. Het is bedoeld om een impuls te geven aan de samenwerking en contacten tussen gemeente en ondernemers op het gebied van vrijetijdseconomie en een aantal grote evenementen die op stapel staan zoals: de viering van 600 jaar Sint Elisabethvloed (2021), 75 jaar bevrijding (2020) en ontsluiting van de Hofmansplaat (2021). Het capaciteitstekort wordt hiermee voor 2 jaar incidenteel aangevuld.

 

3.8 Reserve SID: economische zaken MvO prijs

We willen bedrijven uitdagen op het gebied van duurzaamheid in de breedste zin van het woord. Het uitreiken van een MvO-prijs stimuleert bedrijven om hier invulling aan te geven.

 

3.9 Uitvoeringsprogramma Economie

Naar verwachting wordt in eerste kwartaal van 2021 de Nota Economie en bijbehorend uitvoeringsprogramma vastgesteld. Dit budget is bedoeld om projecten uit dit uitvoeringsprogramma mede mogelijk te maken, naast de inzet van andere partijen.

 

Programma 4. Sociaal domein

 

4.1 Reserve impuls brede scholen: projectmatige kosten gezondheidsbeleid

Op 30 oktober 2018 heeft gemeenteraad ingestemd met nota Lokaal gezondheidsbeleid van gemeente Drimmelen. In dit plan zijn incidentele uitgaven opgenomen met als dekking de reserve impuls brede scholen. Deze incidentele uitgaven zijn:
- Stimuleringssubsidie voor sportverenigingen voor ‘Gezonde Sportkantine’. Subsidie is eenmalig en verenigingen kunnen subsidie enkel in 2020 en 2021 aanvragen.
- Stimuleringssubsidie voor sportverenigingen voor ‘Rookvrije Generatie’. Subsidie is eenmalig en verenigingen kunnen enkel in 2020 en 2021 deze subsidie aanvragen.
- Incidentele bijdrage aan nieuw beleidsplan Hartveilige Gemeente voor 2020 en 2021. Bijdrage is bedoeld voor verstrekken van eenmalige subsidies aan inwoners, bedrijven en verenigingen voor aanschaf AED, buitenkast en aangaan van onderhoudscontract.

 

4.2 Subsidieregeling Toegankelijkheid (Reserve Toegankelijkheid)

De reserve toegankelijkheid is specifiek bedoeld voor uitvoering van de subsidieregeling Kom Binnen. De regeling is voor een tijdelijke periode van kracht om een eenmalige inhaalslag te maken bij het toegankelijk maken van accommodaties en verenigingen. Het gaat om incidentele subsidieverzoeken, die bijdragen aan verbetering van de toegankelijkheid. Deze subsidieregeling loopt tot maximaal 31 december 2021. Het betreft derhalve een incidentele uitgave voor een afgebakend doel waarbij de reserve uiterlijk per 31 december 2021 komt te vervallen.

 

4.3 Behoud accommodatie De Langstraat (pandhuur t/m 2021)

In Hooge Zwaluwe is een nieuwe ontmoetingsplek voor ouderen gecreëerd. De gemeente staat t/m 2021 garant voor de huur van deze accommodatie zodat het ontmoetingspunt een goede start heeft. Na 2021 hoort het ontmoetingspunt op eigen benen te staan.

 

Algemene dekkingsmiddelen

 

A.1 Halve afschrijving 1e jaar van afschrijven (m.u.v. tarief gebonden producten en dekking uit reserves)

In de investeringsprognose zijn in het eerste jaar geen kapitaallasten opgenomen. Conform het Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader (GTK Provincie) dient er uit gegaan te worden van een halve kapitaallast voor het eerste jaar. Kapitaallasten die worden gedekt uit tarieven (bijv. afval / riolering) en investeringen die gedekt worden uit de reserve Kapitaallasten zijn hiervan uitgezonderd.

 

A.2 Stelpost Besparingspotentieel

Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader (GTK Provincie): Taakstellingen, bezuinigingen, ombuigingen en daarmee gemoeide stelposten, beoordeelt de toezichthouder op hardheid en haalbaarheid. Ook wordt beoordeeld of ze binnen de termijn van de raming gerealiseerd worden. Het is noodzakelijk dat de ramingen hiervan reëel zijn onderbouwd. Bezuinigingen en ombuigingen moeten concreet en ten minste op programmaniveau zijn ingevuld. Het proces dat bij het concretiseren gevolgd gaat worden moet ook vastliggen. Als naar het oordeel van de toezichthouder de taakstellingen, bezuinigingen en/of ombuigingen onvoldoende reëel zijn ingevuld, worden de begrotingssaldi hierop negatief bijgesteld. Ook ervaringen met eerdere bezuinigingsmaatregelen worden in de beoordeling betrokken. Deze bijstelling kan tot gevolg hebben dat de begroting en meerjarenraming naar het oordeel van GS niet structureel en reëel in evenwicht zijn.

 

Overhead / Bedrijfsvoering

O.1 Project Geluk

Het project Geluk vloeit voort uit het coalitieakkoord. De agenda is inmiddels opgesteld en de jaren 2020 en 2021 richten zich op de uitvoering er van. Daarna eindigt het project.

 

O.2 Automatisering: bestandsoptimalisatie basisregistraties

De Basisregistraties Adressen & Gebouwen (BAG), Grootschalige Topografie (BGT), Ondergrond (BRO) en de Wet WOZ zijn belangrijke onderdelen van het landelijke stelsel van basisregistraties. Hierin zijn de belangrijkste gegevens verzameld die de overheid nodig heeft om haar werk te kunnen doen. Denk hierbij aan persoonsgegevens, namen en adressen van bedrijven en eigenaren van percelen en de WOZ waarden. In verschillende wetten is de kwaliteit van deze gegevens gewaarborgd. Deze registraties zijn essentieel voor een goede dienstverlening van de overheid. Ze zijn van groot belang voor openbare orde en veiligheid, het toekennen van uitkeringen en vergunningen, belastingheffing, afvalinzameling en bestrijding van fraude. Ieder jaar vindt rapportage plaats over de kwaliteit van deze basisregistraties op borging van de processen, tijdigheid verwerking brondocumenten, volledigheid adressen, objecten en dergelijke., en juiste verwerking van de gegevens. Dit om optimale bestanden te realiseren waarmee voldaan wordt aan de wettelijke vereisten. Ter uitvoering van geconstateerde verbetermaatregelen wordt voorgesteld om in te zetten op uitvoering van de verbetermaatregelen en dit proces begin 2022 af te ronden.

 

Terug naar navigatie - Gezuiverd saldo
Tabel Finbgr-A4.2
Gezuiverd saldo in € 1.000
2021 2022 2023 2024
Saldo baten en lasten -1.540 N -1.686 N -1.498 N -1.580 N
Toevoegingen en onttrekkingen reserves 1.467 V 1.617 V 1.338 V 1.297 V
Effect Najaarsnota 2020 -1 N 7 V 7 V 7 V
Begrotingssaldo na bestemming -74 N -62 N -154 N -276 N
Waarvan incidentele baten en lasten -365 B -132 B -235 B -223 B
Structureel begrotingssaldo -439 N -194 N -388 N -499 N

Conclusie

Terug naar navigatie - Conclusie

Op basis van bovenstaande tabel is duidelijk dat de vastgestelde begroting na correctie incidentele baten en lasten structureel niet sluitend is waardoor het noodzakelijk is om aanvullende maatregelen te nemen. Deze worden door het college aan de gemeenteraad voorgesteld bij de begrotingsbehandeling.

 

A5. Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

Terug naar navigatie - A5. Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

In principe zijn mutaties in reserves incidenteel tenzij er redenen zijn om deze structureel te ramen. In de onderstaande tabel worden de geraamde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves weergegeven.

Tabel Finbgr-A5.1
Structurele reservemutaties
Omschrijving 2021 2022 2023 2024
Geraamde structurele verminderingen
Reserve kapitaallasten 1.303.149 1.313.355 1.308.855 1.268.236
Totaal onttrekkingen 1.303.149 1.313.355 1.308.855 1.268.236