Met de voorliggende begroting wordt aan de kasgeldlimiet voldaan.
Treasury is het vakgebied dat zich bezighoudt met het besturen en beheersen, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico`s. Iedere gemeente is volgens de wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) verplicht een treasurystatuut vast te stellen. De wet FIDO biedt duidelijke kaders voor het beheersen van risico’s en openheid. Risicobeheersing richt zich daarbij vooral op rente- en kredietrisico’s. In de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) ligt verdere regelgeving vast.
De gemeente Drimmelen stelde het geactualiseerde treasurystatuut vast in 2017. De randvoorwaarden voor het uitvoeren van de Treasury-/financieringsfunctie staan daarin. De beleidsvoornemens voor risicobeheer en de financieringspositie in 2021 verantwoorden we in deze financieringsparagraaf.
Voor het risicobeheer analyseren we de risicoaspecten die verbonden zijn aan de uitvoering van de treasuryfunctie binnen de gemeente Drimmelen. In grote lijnen verdelen we de relevante risico’s in renterisico’s, kredietrisico’s, koersrisico’s en valutarisico’s.
Hieronder geven we een toelichting op het renterisico (A 1) en het kredietrisico (A 2). De andere genoemde risico’s zijn niet op onze gemeente van toepassing.
A 1. Renterisico's
Renterisico’s onderscheiden we in het renterisico van de vlottende schuld (kortlopende leningen) en het renterisico van de vaste schuld (langlopende geldleningen).
A 1.1. Renterisico vlottende schuld (kortlopende leningen)
Het maximum van de vlottende schuld ligt vast op 8,5% van het totaal aan begrote lasten vóór bestemming zonder stortingen in reserves. Dit is de kasgeldlimiet. Als we deze limiet twee kwartalen achter elkaar overschrijden, zetten we de financiering om in een langlopende lening. De kasgeldlimiet stellen we jaarlijks vast volgens de ministeriële regeling die bij de wet FIDO hoort. Het begrote totaal aan lasten vóór bestemming is voor 2021 € 56,7 miljoen (zie tabel).
Met deze gegevens stelden we de volgende berekening op:
Tabel Par.D-1 | |||
---|---|---|---|
Toets kasgeldlimiet | Bedragen in € | ||
Omschrijving | Begr. na wijziging | ||
Begrotingstotaal m.u.v. mutaties in reserves | 56.677.751 | ||
1. Toegestane kasgeldlimiet | |||
in procenten van de grondslag | 8,50% | ||
in een bedrag | 4.817.609 | ||
2. Omvang vlottende korte schuld | |||
Opgenomen gelden korter dan 1 jaar | 4.000.000 | ||
Schuld in rekening-courant | - | ||
Gestorte gelden door derden korter dan 1 jaar | - | ||
Overige geldleningen, niet zijnde vaste schuld | - | ||
3. Vlottende middelen | |||
Contanten in kas | 5.787 | ||
Tegoeden in rekening courant | 248.886 | ||
Overige uitstaande gelden korter dan 1 jaar | |||
4. Toets kasgeldlimiet | |||
Totaal netto vlottende schuld (2) - (3) | 3.745.328 | ||
Toegestane kasgeldlimiet (1) | 4.817.609 | ||
Ruimte | 1.072.281 | ||
Met de voorliggende begroting wordt aan de kasgeldlimiet voldaan.
A 1.2 Renterisico vaste schuld (langlopende leningen): rente risiconorm
Vaste geldleningen zijn meestal voor een periode van 20 tot 40 jaar. De rente heeft vaak een rentevaste periode van 10 jaar. Dit betekent dat de rentekosten na deze rentevaste periode flink kunnen stijgen door hogere rentepercentages. Dit is een renterisico dat we niet kunnen uitsluiten. Het is mogelijk dat de rentevaste perioden van meer geldleningen samen in één boekjaar aflopen. Als dat gebeurt neemt het risico op een ongelijke toename van de rentekosten in dat jaar en de jaren die erna komen toe. Daarom bepaalt de Wet fido een rente risiconorm van 20% van het begrotingstotaal aan lasten vóór bestemming. De vaste schuld is hierbij omschreven als de opgenomen leningen met een rentevaste periode van één jaar of langer.
De berekening van de rente risiconorm voor 2021:
Tabel Par.D-2 | ||
---|---|---|
Toets renterisiconorm | ||
Omschrijving | Begroting 2021 | |
variabelen renterisiconorm | ||
1. Renteherziening op vaste schuld | 5.000.000 | |
2. Aflossingen | 325.000 | |
3. Renterisico (1+2) | 5.325.000 | |
4a. Begrotingstotaal | 56.677.751 | |
4b. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage | 0 | |
5. Renterisiconorm (4a x 4b) | 11.335.550 | |
Toets renterisiconorm: 5 > 3 = ruimte onder renterisiconorm 3 > 5 = overschrijding renterisiconorm | ||
Ruimte (+) / overschrijding (-) (5 - 3) | 6.010.550 |
In 2021 vinden in principe geen renteherzieningen op vaste geldleningen plaats. Wel zal er sprake zijn van herfinanciering, die we verwerkt hebben als renteherziening op vaste schuld. Vanwege de aanhoudende behoefte aan vreemd vermogen heeft de gemeente 28 juli 2020 een lening bij de BNG afgesloten. De omvang van de lening is € 5.000.000 met een looptijd van één jaar plus 1 dag (expiratiedatum 29 juli 2021). In de meerjarenraming is een lening opgenomen van € 5.000.000 met een looptijd van 30 jaar vanaf 29 juli 2021. Dit betreft een inschatting op basis van de gemiddelde levensduur van de geplande (vervangings-) investeringen, de groeiende liquiditeitsbehoefte (saldo van uitgaven en ontvangsten) en de rentemarktvooruitzichten afgegeven door de BNG ten tijde van het opstellen van de begroting. De uitwerking van o.a. de herijking van het gemeentefonds en uitwerking van de ambities zal uiteindelijk bepalend zijn voor de daadwerkelijk af te sluiten lening.
De leningenportefeuille van de gemeente Drimmelen blijft beperkt van omvang. Hierdoor blijft het renterisico van de gemeente Drimmelen ruim binnen de normen.
Ontwikkeling 2021
Vanaf 1 januari 2018 is de Europese Benchmarkverordening van toepassing. Alle onder toezicht staande entiteiten in de Europese Unie moeten aan deze verordening voldoen, zo ook onze huisbankier de BNG. De basisrente wordt gebruikt voor het bepalen van de rente onder de overeenkomsten van onze gemeente met de BNG bank. De Euribor en Eonia blijken niet robuust en betrouwbaar. Er wordt nu o.b.v. de Benchmarkverordening toegewerkt naar nieuwe basisrentes.
Conform de Benchmarkverordening zijn de banken verplicht in de overeenkomsten een terugvalbepaling op te nemen, ook voor de lopende overeenkomsten. Deze terugvalbepaling houdt in dat de BNG een vervangende basisrente kan aanwijzen (€STR of gebaseerd op de €STR) en de daarmee verwante wijzigingen in de overeenkomst aan kan brengen indien een van de volgende gebeurtenissen zich voordoet (ook voor 1 januari 2022):
De nieuwe basisrentes zullen niet gelijk zijn aan de huidige basisrentes. Onder toezicht van de Europese financieel toezichthouder worden (correctie) methoden en standaarden ontwikkeld om de overgang zo neutraal mogelijk te laten verlopen. De BNG zal zich bij het aanwijzen van een vervangende basisrente hierop baseren.
De €STR is gekozen als alternatieve risicovrije rentebenchmark voor het eurogebied. De Eonia wordt voor het laatst gepubliceerd op 3 jan 2022, de (aangepaste) Euribor in ieder geval nog tot 2024.
A 2. Kredietrisico's
Het kredietrisico bepaalt het risico dat de gemeente loopt door tegenpartijen die verplichtingen niet (tijdig) kunnen nakomen door bijvoorbeeld insolventie en deficit (tekort). De wet Fido stelt eisen aan tegenpartijen en producten op de geld- en kapitaalmarkt waardoor kredietrisico’s beperkt worden.
Kredietrisico’s zijn er in twee vormen. Het eerste kredietrisico is het risico dat de gemeente loopt door verstrekte leningen en beleggingen. Het tweede kredietrisico gaat over verstrekte gemeentegaranties. Dit noemen we ook wel borgstellingen of een indirect kredietrisico.
A 2.1 Kredietrisico op leningen en beleggingen
De gemeente Drimmelen verstrekte in het verleden leningen en deed beleggingen vanwege haar publieke taak. Deze verstrekkingen/beleggingen gebeurden op basis van de Wet Fido en het treasurystatuut. Sinds 2013 is de gemeente verplicht om tijdelijk overtollige financieringsmiddelen aan te houden in de schatkist (=schatkistbankieren). Het kredietrisico blijft hierdoor onveranderd laag maar het rendement is marginaal.
A 2.2 Kredietrisico ten aanzien van gemeentegaranties (borgstellingen)
De gemeente Drimmelen staat borg tegenover geldgevers voor de betaling van rente en aflossing op langlopende geldleningen die door organisaties, instellingen of verenigingen zijn aangevraagd. De activiteiten die deze partijen verzorgen moeten dan wel in het verlengde liggen van de gemeentelijke taken. Deze borgstellingen beperken zich vooral tot de woningbouwvereniging en sportverenigingen. Voor de borgstellingen aan de woningbouwvereniging staat de gemeente Drimmelen garant als achtervang op het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).
In juli 2020 heeft de VNG een ledenraadpleging gehouden over het Rechtzetten van de scheefheid in de achtervang bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. De VNG vraagt in haar brief of de gemeente kan instemmen met herzien van de verdeelsleutel. Indien de meerderheid voor stemt, bereidt het WSW nieuwe afspraken tussen VNG en WSW en tussen individuele gemeenten en WSW voor. Op dit moment is de uitkomst nog niet bekend. De samenstelling van de borgstellingen in de begroting is hierdoor ongewijzigd.
Het laatst vastgestelde overzicht van borgstellingen:
Tabel Par.D-3 | ||
---|---|---|
Gewaarborgde geldleningen | Bedragen x € 1.000 | |
Omschrijving | Restantbedrag per 31-dec-2019 | Aflossing 2019 |
Zorginstellingen | 1.657 | 82 |
Woningbouwvereniging | 2.280 | 219 |
Sportverenigingen | 25 | 7 |
Woningbouwverenigingen onder WSW verband | 116.779 | 984 |
Totaal | 120.741 | 1.292 |
De gemeente Drimmelen hanteert het volgende uitgangspunt:
Geen gemeentegarantie verlenen voor geldleningen die worden aangegaan door derden zoals stichtingen en verenigingen, behalve:
Financieringsfunctie
Onder de financieringsfunctie valt het aantrekken van financiële middelen en het eventueel uitzetten van tijdelijke overschotten die op dat moment niet nodig zijn. Dit is afhankelijk van het tempo van de uitvoering van de programma’s binnen de door de gemeenteraad vastgestelde kaders van de begroting.
De uitvoering van deze financieringsfunctie vereist snelle beslissingen in een complexe markt. Dit heeft budgettaire gevolgen, onder andere afhankelijk van het risicoprofiel. Onder de financieringsfunctie valt niet het garanderen van rente en aflossing van geldleningen aan anderen.
Algemene ontwikkelingen: rentebeleid
Een belangrijke algemene ontwikkeling is de ontwikkeling op de geld- en kapitaalmarkt en dan vooral de rente op de kapitaalmarkt. De rente op de kapitaalmarkt is naar verwachting ook in 2021 laag. Er zijn nog geen signalen die wijzen op een stijging van de rente. Naar verwachting blijft de ECB in de komende twaalf maanden een ruim monetair beleid voeren. De lange rentetarieven blijven hierdoor op een zeer laag niveau.
Solvabiliteit
De solvabiliteitsratio zegt iets over de vermogenspositie. Solvabiliteit is de mate waarin een organisatie aan haar korte en lange termijn verplichtingen kan voldoen. Dit bepalen we door de verhouding tussen het eigen vermogen (reserves) en het vreemd vermogen (opgenomen financiering). Het spreekt voor zich dat we de ratio bepalen met ons eigen vermogen, omdat dat onze buffer is voor het opvangen van tegenvallers.
Financieringsbehoefte
De financieringsbehoefte is bepaald op basis van de mutaties in de geprognosticeerde balans.
Tabel Par.D-4 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Financieringsbehoefte | ||||||
Omschrijving | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | ||
exploitatiesaldo vóór toevoeging c.q. onttrekking aan reserves | -1.539.893 | -1.686.000 | -1.497.973 | -1.579.926 | ||
bij: afschrijving materiële vaste activa | 3.668.836 | 3.633.524 | 3.523.100 | 3.466.453 | ||
af: investering materiële vaste activa | -8.035.124 | -2.370.375 | -10.253.265 | -5.270.985 | ||
Financiële vaste activa - ontvangen aflossing leningen | - | - | - | - | ||
Mutatie voorraden incl. bouwgronden in exploitatie | -123.954 | - | - | - | ||
Mutatie voorzieningen | -28.093 | 59.605 | 86.000 | 86.000 | ||
Vaste schulden aflossing | -5.325.000 | -491.667 | -491.667 | -491.667 | ||
Financieringsbehoefte | -11.383.227 | -854.913 | -8.633.804 | -3.790.125 | ||
In begroting opgenomen langlopende financiering | 5.000.000 | |||||
Aanvullende financieringsbehoefte | -6.383.227 | -854.913 | -8.633.804 | -3.790.125 |
Voor de aanvullende financieringsbehoefte geldt dat we de kasgeldlimiet optimaal benutten vanuit de gedachte dat de rente van kasgeldleningen vrijwel altijd lager is dan de rente op langlopende leningen. Indien de financieringsbehoefte de kasgeldlimiet overstijgt wordt afgewogen of het nodig is om een langlopende lening af te sluiten, afhankelijk van onder andere de werkelijke investeringen.
Renteschema
De renteomslag berekenen we bij de begroting en de jaarrekening op basis van:
De renteomslag voor de gemeente Drimmelen voor het jaar 2021 bedraagt 0,15%. Bij de berekening van rente op investeringen gaan we in 2021 uit van een vast rentepercentage van 0%. Zie onderstaande tabel:
Tabel Par.D-5 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Renteschema | ||||||
Omschrijving | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
a. | De externe rentelasten over de korte en lange financiering | 118.471 | 124.584 | 109.254 | 93.925 | 83.372 |
b. | De externe rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal door te rekenen externe rente | 118.471 | 124.584 | 109.254 | 93.925 | 83.372 | |
c. | De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend | 1.240 | 0 | 0 | 0 | 0 |
De rente van projectfinanciering die aan betreffende taakveld moet worden toegerekend | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
1.240 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Saldo door te rekenen rente | 119.711 | 124.584 | 109.254 | 93.925 | 83.372 | |
d1. | Rente over eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
d2. | Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
De aan de taakvelden (programma's inclusief overzicht overhead) toegerekende rente (renteomslag) | 119.711 | 124.584 | 109.254 | 93.925 | 83.372 | |
e. | De werkelijk aan taakvelden (programma's inclusief overzicht overhead) toegerekende rente (renteomslag) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
f. | Renteresultaat op het taakveld treasury | 119.711 | 124.584 | 109.254 | 93.925 | 83.372 |
Rente-omslag | ||||||
Omschrijving | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
Boekwaarde bestaande investeringen (per 01.01) | 78.243.530 | 74.574.693 | 70.941.169 | 67.418.069 | 64.083.554 | |
Vermeerdering boekwaarde nieuwe investeringen | 0 | 8.035.124 | 9.886.298 | 19.496.008 | 23.818.379 | |
Correctie boekwaarde projectfinanciering | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal boekwaarde | 78.243.530 | 82.609.817 | 80.827.467 | 86.914.077 | 87.901.933 | |
Saldo door te rekenen rente | 119.711 | 124.584 | 109.254 | 93.925 | 83.372 | |
Rente-omslag percentage | 0,15% | 0,15% | 0,14% | 0,11% | 0,09% | |
Toe te rekenen rente-omslag | 0,00% | 0,00% | 0,00% | 0,00% | 0,00% | |
Toegerekende rentevolume via rente-omslag t.b.v. renteschema | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Externe rente | ||||||
Omschrijving | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
Bedrag openstaande leningen (per 01.01) | 7.750.000 | 7.425.000 | 6.933.334 | 6.441.667 | 5.950.000 | |
Rentelasten | 118.471 | 124.584 | 109.254 | 93.925 | 83.372 | |
Gewogen gemiddelde externe rente | 1,53% | 1,68% | 1,58% | 1,46% | 1,40% | |
Rente grondexploitatie | ||||||
Omschrijving | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
Externe rente | 1,53% | 1,68% | 1,58% | 1,46% | 1,40% | |
Vreemd vermogen (per 01.01) | 123.954 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal vermogen (per 01.01) | 123.954 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Rente grondexploitatie | 1,53% | - | - | - | - |