Toelichting bij risico's
1. Dijkverzwaring van de Mark
In 2018 is het waterschap Brabantse Delta begonnen met de voorbereiding van de dijkverzwaring van de Mark ter hoogte van Terheijden. Eind 2019 is er een besluit genomen over de manier waarop de dijkverzwaring plaats zal gaan vinden. Het waterschap heeft aangegeven een bepaalde financiële bijdrage van de gemeente Drimmelen te willen ontvangen. Hierover zijn geen afspraken gemaakt. Het is niet onmogelijk dat een financiële bijdrage noodzakelijk is.
2. Nadelige gevolgen klimaatverandering. Overstromingen, wateroverlast, droogte en hitte
Door extreme buien, stijging van het oppervlaktewater en het grondwater is er kans op waterschade aan particuliere en gemeentelijke eigendommen. Door extreme droogte is er kans op schade aan panden als door uitdrogen de bodem daalt. Ook is er kans op schade aan planten en bloemen door de hitte.
3. Overschrijding krediet renovatie zwembaden
Bij de renovatie van de zwembaden hebben we te maken met een aantal tegenvallers, te weten de uitvoeringsplanning, de meerkosten en de coronacrisis. De planning is uitgelopen, zoals in de raadsbrief van april 2020 toegelicht. De hoofdaannemer is in gebreke gesteld. De opening van de zwembaden was daarnaast afhankelijk van de verruiming van de coronamaatregelen. Hierbij zijn we afhankelijk van het beleid van het Rijk en de Veiligheidsregio. Bij de VJN 2020 is het krediet in totaal met € 400.000 opgehoogd. De overschrijding op het krediet wordt opgevangen binnen de totale financiële ruimte van de zwembaden bij onderhoud en exploitatie zwembaden.
Naast de kredietoverschrijding van € 400.000 zijn nog enkele risico’s aanwezig. Risico’s die te maken hebben met juridische afhandeling met de hoofdaannemer en onderaannemers. De maximale financiële impact hiervan wordt geschat op circa € 360.000 met als belangrijkste onzekerheid de financiering van de werkzaamheden die de hoofdaannemer nog uit moet voeren (€ 265.000).
4. Garantstelling verlenen aan Stichting de Wijngaerd
De gemeenteraad besloot op 16 juli 2015 een gemeentegarantie te verlenen aan stichting de Wijngaerd. Zo kon de stichting de renovatie financieren van de huidige huisvesting en tijdelijke huisvesting betalen.
In de akte van borgtocht (november 2015) staan de volgende voorwaarden:
- De aflossing van de lening loopt evenredig mee met de totale aflossing (inclusief extra aflossingen) van de totale financiering, zodat leningen een gelijke looptijd hebben.
- Bij een eventueel verlies van zelfstandigheid van Stichting De Wijngaerd door fusie en/of overname komt deze akte van borgtocht te vervallen.
5. Algemene Uitkering Gemeentefonds valt lager uit dan geraamd door aanpassing financiële verhoudingen tussen overheden
Signalen over waarschijnlijk structureel nadelig financieel effect (in 2023 € 10 en vanaf 2024 € 15 per inwoner per jaar) zijn in het financieel meerjarenperspectief verwerkt. Gezien onzekerheid over ingangsdatum en impact zijn dezelfde bedragen als risico opgenomen.
6. Taak Hulp bij het Huishouden kan niet uitgevoerd worden binnen budget
Hulp bij het Huishouden (HbH) is een maatwerkvoorziening en valt onder het abonnementstarief Wmo. Het abonnementstarief heeft een aanzuigende werking op de vraag naar HbH. De coronacrisis dempt de stijgende vraag. De verwachting is dat dit tijdelijk is. Op termijn zal de behoefte aan HbH toenemen door vergrijzing en het langer thuis blijven wonen van oudere inwoners. Door de AMvB Reële kostprijs Wmo hebben (loon)ontwikkelingen in de thuiszorgsector een sterk effect op de tariefontwikkeling. In 2019 en 2020 is de tariefontwikkeling in de regio Dongemond vergeleken bij andere regio's gematigd te noemen. Inmiddels loopt een inkooptraject (waarin wij samenwerken met de gemeenten Altena en Geertruidenberg) voor Hulp bij het Huishouden vanaf 2021. In de begroting is rekening gehouden met een groeiende vraag en een hoger tarief. Het risico is aanwezig dat het overleg met aanbieders over de nieuwe overeenkomst tot een nog hoger tarief leidt. Ook de vraag naar HbH kan sterker toenemen dan voorziening Algemene Uitkering Gemeentefonds valt lager uit dan geraamd door aanpassing financiële verhoudingen tussen overheden.
7. Decentralisatie beschermd wonen en maatschappelijke opvang leidt tot extra invoeringskosten
De organisatie van Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang is nu de verantwoordelijkheid van centrumgemeente Breda, die hiervoor ook de financiële middelen ontvangt. Conform advies verschuift deze verantwoordelijkheid naar de gemeenten. Bij de huidige planning inhoudelijk vanaf 2021 en financieel vanaf 2022. Eind 2017 is door de raden een plan van aanpak vastgesteld waarin staat hoe de gemeenten in de regio zich de komende jaren voorbereiden op deze decentralisatie. Aan de decentralisatie zijn invoeringskosten verbonden die niet gedekt kunnen worden vanuit de middelen die het rijk beschikbaar stelt. Mogelijk besluiten de regiogemeenten om bepaalde onderdelen vooruitlopend op de invoering lokaal uit te voeren. Dit brengt voor de gemeente Drimmelen onzekerheden en financiële risico's met zich mee.
8. Het begrote budget voor jeugdzorg is ontoereikend als gevolg van excessen in zorgvraag
De druk op de Jeugdwet is al meerdere jaren toenemend. Met het inzetten van een 'taskforce jeugd' streven we naar het doorbreken van deze trend. Echter, er kan een onverwachte stijging van de vraag optreden (een mogelijk gevolg van de coronacrisis), maar ook kan sprake zijn van incidentele excessen in (omvang van) zorgvraag met 'dure' indicaties als gevolg. Waardoor de begroting overschreden wordt. In 2019 zijn enkele excessen van toepassing geweest.
9. Mogelijk verminderde subsidiebijdrage door provincie voor aanleg van Ecologische Verbindingszone (EVZ)
In de samenwerkingsovereenkomst wordt uitgegaan van een subsidie van 75% voor de aankoop, aanleg en inrichting van het gemeentelijk deel. Risico hierbij is dat de provincie van oordeel kan zijn dat de Ecologische Verbindingszone (EVZ) niet volledig genoeg is gerealiseerd. De provincie kan dan het subsidiebedrag verlagen.
10. Bepaling doelvermogen stortplaats
In 2024 is het mogelijk dat de stortplaats in Zevenbergen wordt overgedragen naar de provincie. Op dat moment wordt het doelvermogen geactualiseerd dat nodig is voor een veilig toekomst beheer van de stortplaats. Bij een ontoereikende omvang zal een beroep op de betrokken gemeenten worden gedaan om het vermogen aan te vullen.