A. Overzicht baten en lasten en toelichting

A. Overzicht baten en lasten en toelichting

Terug naar navigatie - A. Overzicht baten en lasten en toelichting

In de begroting en de jaarrekening is, conform artikel 17 van het BBV, een overzicht opgenomen met de baten en lasten per programma, de algemene dekkingsmiddelen, de overhead, de post onvoorzien, de vennootschaps-belasting en de reservemutaties.

Tabel Finbgr-A.1
(in € 1.000) Realisatie 2018 Begroting 2019 Begroting 2020
Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo
Programma's
1 Burger en Bestuur 561 -4.336 -3.775 331 -4.946 -4.616 307 -4.829 -4.522
2 Openbare ruimte 3.504 -8.379 -4.875 3.662 -9.543 -5.881 3.766 -9.215 -5.449
3 Ruimte, wonen en economie 8.232 -8.015 216 6.668 -9.273 -2.604 9.917 -11.902 -1.985
4 Sociaal domein 4.492 -23.345 -18.853 4.472 -26.067 -21.595 4.516 -25.576 -21.060
Subtotaal programma's 16.789 -44.075 -27.286 15.133 -49.829 -34.696 18.506 -51.522 -33.016
Algemene dekkingsmiddelen
Lokale heffingen 4.307 -340 3.967 4.429 -312 4.116 4.541 -353 4.189
Algemene uitkeringen 29.872 0 29.872 32.320 -1 32.320 33.569 -1 33.569
Dividend 92 0 92 104 0 104 104 0 104
Saldo financieringsfunctie 59 -165 -105 1 -150 -149 0 -135 -135
Overige alg. dekkingsmiddelen 39 -855 -816 54 -151 -97 0 -126 -126
Subtot. Alg. dekkingsmiddelen 34.370 -1.360 33.010 36.907 -614 36.294 38.214 -614 37.600
Overhead 55 -6.579 -6.524 7 -7.287 -7.279 7 -7.405 -7.398
Onvoorzien 0 0 0 0 -25 -25 0 -5 -5
Heffing vennootschapsbelasting 0 0 0 0 -3 -3 0 -3 -3
Saldo van baten en lasten 51.214 -52.015 -801 52.048 -57.757 -5.709 56.728 -59.549 -2.821
Beoogde toevoegingen en onttrekking aan reserves
1 Burger en Bestuur 193 -100 93 143 0 143 46 0 46
2 Openbare ruimte 3.989 -3.187 802 1.548 -137 1.411 2.136 -1.188 949
3 Ruimte, wonen en economie 1.652 -1.996 -344 1.992 -607 1.385 979 -692 287
4 Sociaal domein 1.374 -511 863 2.838 -921 1.917 1.108 -271 837
Alg. dekkingsmidd. en onvoorzien 2.770 -2.000 770 74 0 74 0 0 0
Overhead 294 -50 244 147 0 147 247 0 247
Subtotaal mutaties reserves 10.272 -7.844 2.428 6.743 -1.664 5.078 4.517 -2.151 2.366
k
Geraamde resultaat 1.628 -631 -455

Bovenstaande cijfers staan tevens vermeld op de programma's in het programmaplan onder Wat gaat het kosten?. De kolom realisatie 2018 betreft de jaarrekening 2018. De begroting 2019 is de door de raad vastgestelde begroting en alle vastgestelde begrotingswijzigingen t/m de Voorjaarsnota 2019.

Uit dit overzicht blijkt dat in 2020 de lasten hoger zijn dan de baten (saldo van baten en lasten). De per saldo onttrekkingen uit de reserves zijn kleiner dan het tekort waardoor er in 2020 een negatief begrotingssaldo (Geraamde resultaat) is. Deze onttrekkingen zijn het gevolg van eerder genomen raadsbesluiten.

In bijlage 3 zijn de begrotingscijfers conform de voorschriften ook over de taakvelden verdeeld.

A1. Meerjarenperspectief

Terug naar navigatie - A1. Meerjarenperspectief

De begroting 2020 is de eerste jaarschijf van de meerjarenraming 2020-2023. De gemeenteraad stelt door het vaststellen van de begroting 2020 alleen de budgetten vast van 2020. De presentatie van cijfers van de latere jaren heeft als doel inzicht te geven de financiële positie.

Tabel Finbgr-A1.1
(in € 1.000) Begroting 2021 Begroting 2022 Begroting 2023
Omschrijving Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo
1 Burger en Bestuur 316 -4.944 -4.628 277 -4.916 -4.639 246 -4.873 -4.627
2 Openbare ruimte 3.712 -8.524 -4.813 3.788 -8.497 -4.709 3.818 -8.417 -4.600
3 Ruimte, wonen en economie 4.492 -6.900 -2.408 4.374 -6.210 -1.836 4.330 -6.244 -1.913
4 Sociaal domein 4.478 -25.056 -20.578 4.473 -24.987 -20.513 4.473 -24.825 -20.351
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 38.628 -602 38.026 38.511 -518 37.994 38.688 -530 38.157
Overhead 7 -7.282 -7.274 7 -7.275 -7.267 7 -7.240 -7.232
Saldo van baten en lasten 51.634 -53.308 -1.675 -51.432 52.403 -971 51.563 -52.129 -566
k
Beoogde toevoeg./onttrekk.res. 2.375 -545 1.831 1.503 -345 1.159 1.383 -345 1.039
k
Geraamde resultaat 156 187 473

Bovenstaand overzicht laat zien dat de begroting vanaf 2021 een positief saldo heeft. Als de begroting het eerste begrotingsjaar sluitend is (na correctie van de incidentele baten en lasten, zie A4) of als het laatste begrotingsjaar sluitend is, zal de provinciale toezichthouder naar verwachting de begroting goedkeuren (repressief toezicht i.p.v. preventief toezicht).

A2. Financiële uitgangspunten

Terug naar navigatie - A2. Financiële uitgangspunten

De (financiële) vertrekpunten van de voorliggende begroting 2020 zijn:

  1. het coalitieprogramma Een mooi en gezond Drimmelen maken we SAMEN !;
  2. de programmabegroting 2019;
  3. de Voorjaarsnota 2019;
  4. de Kadernota 2020;
  5. de septembercirculaire 2019;
  6. alle overige raadsbesluiten tot september 2019.

Daarnaast heeft de gemeenteraad het financiële beleidskader 2019-2022 vastgesteld (Kadernota 2020) die de basis vormen van het financiële beleid van de gemeente.

Terug naar navigatie - Financieel beleidskader raadsperiode 2019-2022

Financieel beleidskader raadsperiode 2019-2022
In deze paragraaf beschrijven we de spelregels, uitgangspunten en grondslagen die we bij de opstelling van de begroting. De uitgangspunten zijn gebaseerd op het BBV of gemeentelijk beleid in overeenstemming met wetgeving. Dit beleidskader bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Algemene uitgangspunten
  • Uitgangspunten specifieke begrotingsonderdelen
  • Financiële positie
  • Verbonden Partijen.
Terug naar navigatie - Algemene uitgangspunten

Algemene uitgangspunten
Structureel sluitende begroting
De meerjarenbegroting moet minimaal structureel sluitend zijn. Het laatste van de vier jaarschijven is altijd structureel sluitend.
Indien bij de Kadernota blijkt dat er begrotingstekorten ontstaan, geeft de gemeenteraad oplossingsrichtingen aan om de tekorten terug te dringen. Bij de begroting kan besluitvorming plaatsvinden over de uitwerking van deze oplossingsrichtingen.

Behoedzame en reële ramingen
Bij het begroten gaan we uit van behoedzame en reële ramingen.
We streven er naar dat het jaarrekeningsaldo zo min mogelijk afwijkt van de bijgestelde begroting.

Structurele uitgaven worden structureel gedekt
Tegenover structurele uitgaven kunnen geen incidentele inkomsten of incidentele meevallers staan.
Uit de post Onvoorzien (omvang € 5.000) worden géén structurele uitgaven gedaan.

Financiële tegenvallers binnen programma's opvangen
Tegenvallers door hogere lasten of lagere baten dienen door verlaging van lasten of hogere baten binnen het eigen programma opgevangen te worden. De inzet van hogere baten wordt integraal afgewogen binnen het college. Het initiatief hiertoe ligt in eerste instantie bij de betreffende/verantwoordelijke portefeuillehouder(s).

Financiële meevallers
Bestemming van niet voorziene voordelen in de exploitatie gedurende het jaar worden expliciet ter besluitvorming aan het college voorgelegd.

Integrale afweging
De raad weegt wensen voor nieuw beleid tegen elkaar en tegen de beschikbare financiële beleidsruimte af bij de begroting die in het najaar voorafgaand aan het begrotingsjaar aan de raad wordt voorgelegd. Het Collegewerkprogramma is hierbij uitgangspunt.
De Kadernota biedt inzicht in de ontwikkeling van de financiële beleidsruimte en in de wensen voor nieuw beleid. De Kadernota is daarmee kaderstellend voor de inhoud van de Programmabegroting voor het komende jaar.
Afwijking hiervan is slechts mogelijk met toestemming vooraf van de raad. Definitieve besluitvorming en inpassing in de begroting vindt plaats bij de begrotingsbehandeling in het najaar.

Oud voor nieuw
In geval het college of de raad een voorstel voor extra budget doet op een ander moment dan bij de integrale afweging, moet dekking worden aangewezen. Tenzij er sprake is van reëel aanwezige dekking, moet in het raadsvoorstel aangegeven worden welk bestaand beleid wordt geschrapt of verminderd.

Terug naar navigatie - Uitgangspunten specifieke begrotingsonderdelen

Uitgangspunten specifieke begrotingsonderdelen
Algemene uitkering
De septembercirculaire is financieel verwerkt in deze begroting. De door het rijk gehanteerde aantallen voor bijv. woningen, leerlingen, etc. zijn overgenomen. In de begroting wordt aangegeven welke specifieke middelen worden geoormerkt.

Investeringen
Uitgangspunt voor het investeringsvolume is de meerjarige investeringsprognose welke bij de Kadernota wordt geactualiseerd.

Kapitaallasten
De kapitaallasten van de vaste activa berekenen we op basis van de boekwaarde en de (restant) looptijd. Het rente-omslagpercentage (kostenverdeelsystematiek) dat we hierbij in 2019 gebruiken is 0,0%. De rente berekenen we over de boekwaarde aan het begin van het per jaar (zie ook Paragraaf Financiering).
In de begroting wordt in het jaar van investeren de afschrijving berekend over de helft van de investering. In de jaarrekening wordt gestart met afschrijving in het jaar van ingebruikname.
Alle materiele activa worden lineair afgeschreven. Voor de bepaling van de afschrijvingslasten van reeds gevoteerde kredieten gaan we er van uit dat alle nog niet gerealiseerde investeringen uit voorgaande jaren in het volgende begrotingsjaar gerealiseerd worden.

Lokale lasten/heffingen
De OZB tarieven worden slechts verhoogd met een percentage dat is gebaseerd op de algemene kostenstijging, bestaande uit het gewogen gemiddelde van de verwachte inflatie en een inschatting van de loonkostenstijging van het ambtelijk apparaat, gecorrigeerd met het verschil tussen de inschatting en de werkelijke cijfers van het voorgaande begrotingsjaar.
Voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing geldt het systeem van gesloten financiering met o.b.v. 100% kostendekkendheid, waarbij gebruik gemaakt wordt van egalisatievoorzieningen, op zowel voor- als nacalculatorische basis. Overige heffingen worden geïndexeerd o.b.v. verwachte prijsontwikkeling (zie ook Indexering).

Onvoorzien
In de begroting wordt een post onvoorzien van 0,5% van de totale lasten tot een maximum van € 25.000 opgenomen (advies provincie).
Een beroep op deze post kan worden gedaan indien binnen de begroting geen andere dekkingsmiddelen beschikbaar zijn en aan de volgende criteria wordt voldaan: de last is onvoorzienbaar, onvermijdbaar en onuitstelbaar en incidenteel.

Loonkostenontwikkeling
Het loonkostenniveau is gebaseerd op de salaristabellen van mei. Cao-ontwikkelingen en periodieken in de periode vanaf juni worden tevens verwerkt in de begroting van het komende jaar. Voor de indexering van de loonkosten wordt ook de informatie uit de septembercirculaire gebruikt.

Te verstrekken subsidies
De subsidies van vrijwilligersorganisaties werden in het verleden geïndexeerd met 50% van de kostenontwikkeling. Dit is dus een vorm van bezuiniging. De subsidies worden vanaf de begroting 2020 daarom geïndexeerd met hetzelfde percentage als de gemeentelijke kostenontwikkeling.

Indexering
De gemeentelijke begroting wordt jaarlijks bijgesteld voor de verwachte prijsontwikkelingen, gebaseerd op inflatiepercentages van het Centraal Planbureau (CPB). Gerekend is met constante prijzen, dit wil zeggen dat alleen voor het eerste begrotingsjaar met prijsontwikkelingen rekening wordt gehouden.

Bovenstaande uitgangspunten leiden o.a. tot het volgende overzicht.

1 De leges burgerzaken zijn voor een belangrijk deel bepaald door het Rijk. De overige tarieven stijgen niet.
2 Voor de kostendekkende tarieven wordt verwezen naar de paragraaf Lokale heffingen.

Van deze indices kan afgeweken indien hiervoor gegronde redenen zijn, zoals bv contractuele afspraken.

Terug naar navigatie - Financiële positie

Financiële positie
Reserves
Het beleid ten aanzien van reserves en voorzieningen ligt vast in de nota reserves en voorzieningen van oktober 2017. De Nota wordt tenminste 1x per raadsperiode geactualiseerd en ter besluitvorming aan de raad voorgelegd.
Vorming van reserves is de bevoegdheid van de gemeenteraad.
Verrekeningen met reserves worden op programmaniveau in de begroting gepresenteerd. In het overzicht saldo voor en na bestemming wordt duidelijk in welke mate de voorgenomen verrekeningen met reserves het saldo beïnvloeden.
De prognose van de stand van de reserves is gebaseerd op de stand die is bepaald in de meest recente jaarrekening rekening houdend met de toevoegingen en onttrekkingen in de lopende begroting.
Over reserves wordt geen rente berekend.
Ieder jaar zullen de reserves kritisch worden beschouwd op noodzaak, hoogte en besteding ervan.

Reservepositie en weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit betreft de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn te dekken. Zodra financiële tegenvallers een structureel karakter krijgen - en dus niet meer als risico aangeduid kunnen worden - dienen deze in de begroting te worden verwerkt (Zie ook Paragraaf Weerstandsvermogen).
Spelregels rondom risicobeheersing en weerstandsvermogen zijn opgenomen in de ‘Nota risicomanagement en weerstandsvermogen’ van oktober 2013.
Deze Nota wordt in 2019 geactualiseerd en ter besluitvorming worden voorgelegd aan de raad. Ten aanzien van de risicoratio hanteren we onderstaande indeling. We streven naar een ratio van minimaal 1 (2020 werkelijk 5,74).

Onderhoudsvoorzieningen
Voor onderhoudsvoorzieningen is altijd een actueel meerjarig onderhoudsplan beschikbaar met een planningshorizon voor minimaal vier jaar / een bestuursperiode. De stortingen in en onttrekkingen uit de voorziening zijn verwerkt in de begroting. Ook over de voorzieningen wordt geen rente berekend.

Financiering
De Treasury-activiteiten van de gemeente zijn gericht op de uitoefening van de publieke taak. Ze dienen een prudent karakter te hebben en niet gericht te zijn op het genereren van inkomsten door het lopen van een overmatig renterisico (zie ook het Treasurystatuut).

Grondbeleid
het beleid kent meerdere uitgangspunten:
a. het realiseren van de ruimtelijke doelstellingen op het gebied van sociaal beleid, volkshuisvesting, economie, onderwijshuisvesting etc.;
b. het genereren van financiële middelen mede ter dekking van de aan plannen toe te rekenen kosten;
c. zoveel mogelijk risico’s beperken op grond van overeenkomsten en het aanbrengen van prioriteiten bij niet rendabele projecten.

Aandachtspunten provincie
Jaarlijks stuurt de provincie, in het voorjaar, in het kader van haar taak als financieel toezichthouder een brief met daarin opgenomen haar aandachtspunten voor de begroting van het aankomende jaar. De gemeente Drimmelen neemt deze uitgangspunten over. Indien hiervan wordt afgeweken wordt de provincie hierover geïnformeerd.
Het gaat in de brief met name om de volgende punten: Structureel en reëel evenwicht, taakstellingen/bezuinigingen, Algemene uitkering, Weerstandsvermogen en risicobeheersing, kapitaalgoederen en ontwikkelingen Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).
Deze brief is ook aan ter kennisname aan de financiële commissie en gemeenteraad verstrekt. In de begroting wordt rekening gehouden met de vermeldde aandachtspunten.

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

Verbonden partijen
Naast uitgangspunten voor de gemeentelijke begroting stellen de gemeenten gezamenlijk ook uitgangspunten op voor de Verbonden Partijen in de regio.

1.         Van het Dagelijks Bestuur (DB) van de Gemeenschappelijke Regeling (GR) wordt verwacht dat zij een structureel financieel-sluitende meerjarenbegroting 2020-2023 aanbiedt aan de deelnemers. De gehanteerde begrotingsuitgangspunten door de GR dienen in de begroting 2020 van de GR inzichtelijk te worden gemaakt.
2.         In de begroting 2020 dient een overzicht te worden opgenomen met de meerjarige bijdrage (2020 t/m 2023) per deelnemer.
3.         De begroting dient te worden opgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Dat wil zeggen dat geen nieuwe taken of uitbreiding van bestaande taken in de primitieve begroting mogen worden opgenomen. Tenzij dit eerder door het Algemeen Bestuur is besloten.
4.         De begroting dient te voldoen aan het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Dit betekent dat de voorgeschreven gegevens in de begroting dienen te worden opgenomen.
5.         Met name wordt aandacht gevraagd voor:

  1. Overzicht van incidentele lasten en baten;
  2. Opnemen van (prestatie) indicatoren in de begroting;
  3. Verwachte stand begin en eind begrotingsjaar van Eigen en Vreemd vermogen.

6.         Een positief resultaat vloeit terug naar de deelnemers. De GR kan hiervan afwijken; hiertoe dient het DB een expliciet en gemotiveerd voorstel tot resultaatbestemming voor te leggen aan het AB van de GR.
7.         De loonontwikkeling wordt geraamd conform de geldende CAO van de betreffende GR.
8.         Voor de meerjarige ontwikkeling van de salariskosten dient rekening gehouden te worden met de werkelijke periodieken. Meerjarige mutaties in de werkgeverslasten dienen onderbouwd te worden. Voor deze zaken kan niet worden volstaan met een vast percentage per jaar zonder onderbouwing.
9.         Het prijsindexcijfer van de algemene prijsontwikkeling BBP uit de septembercirculaire 2018 (of een actuelere circulaire) is de basis voor de toe te passen indexering voor de begroting 2020 inclusief meerjarenraming.
10.       In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing is aandacht voor de risico’s door deze te kwantificeren, te prioriteren en de beheersingsmaatregelen te benoemen.

Daarnaast stelt het college voor om de volgende algemene beleidsrichtlijn te hanteren:
Spelregel zes van de nota verbonden partijen verplicht gemeenschappelijke regelingen om vierjaarlijks bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een meerjarenbeleidsplan op te stellen. Ingevolge deze spelregel wordt van de gemeenschappelijke regelingen verwacht dat zij gelijktijdig met de begroting 2020 een nieuw meerjarenbeleidsplan opleveren.

A3. Verschillen lasten en baten ten opzichte van de Kadernota 2020

Terug naar navigatie - A3. Verschillen lasten en baten ten opzichte van de Kadernota 2020

Nadat de Voorjaarsnota en Kadernota door de raad zijn behandeld, zijn deze financieel verwerkt. Hierbij zijn dus ook de verwerking van de wijzigingen in de begrotingsrichtlijnen, kapitaallasten etc. doorgevoerd. De uitkomst van het verwerken van alle informatie tot de begroting 2018-2021 zal altijd afwijken van de inschattingen bij de Kadernota. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste verschillen tussen de Kadernota 2020 en de Begroting 2020. Deze verschillen verklaren het verschil in perspectief tussen beide documenten.

Tabel Finbgr-A3.1
in € 1.000 2020 2021 2022 2023
Begroting 2020 voor besluitvorming 455- N 156 V 187 V 473 V
Begrotingssaldo voor begroting 2020 473- N 163- N 30- N 414 V
Verschil 18 V 320 V 217 V 59 V
g
Belangrijkste afwijkingen Prg.
Kosten wachtgeld bestuurders 1 129- N 129- N 129- N 129- N
Veilig maken fietspad (Rvk weg- Steenplaats H. en L. Zw.) 2 100- N
Bestrijding eikenprocessierups 2 36- N 36- N 36- N
Diversen / indexering (programma 2) 2 69- N 76- N 84- N 76- N
Waterbeleidsplan (verschuivingen) 2 5 V 15 V 45- N 5 V
Hogere leges kabels en leidingen 2 25 V 25 V 25 V 25 V
Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) 3 35- N 37- N 37- N 42- N
Toezicht en handhaving 3 27- N
Leges omgevingsvergunning 3 103 V 139 V 99 V
Grondbedrijf / woningbouwprojecten (incl. reserve mutaties) 3 282 V 133 V
Minder groei uitkeringen 4 14 V 10 V 40 V 70 V
Hogere rijksvergoeding uitkeringen 4 93 V 93 V 93 V 93 V
Groei begeleiding, reintegratie en PGB 4 133- N 129- N 131- N 132- N
Groei Hulp bij het huishouden (Abon. tarief) 4 188- N 188- N 188- N 188- N
Wijziging regelgeving BBZ 4 42- N 42- N 42- N 42- N
Hogere kosten DVO Jeugdzorg 4 73- N 73- N 73- N 73- N
Onroerendezaakbelasting (groei aantal woningen) AlgD 91 V 110 V 103 V 101 V
Septembercirculaire AlgD 230 V 628 V 695 V 592 V
Diverse overige verschillen 83 V 87- N 113- N 215- N

A4. Overzicht incidentele baten en lasten 2020- 2023

Terug naar navigatie - A4. Overzicht incidentele baten en lasten 2020- 2023

Voor een gezonde financiële positie moeten de structurele lasten worden gedekt door structurele baten. De provincie beoordeelt de begroting 2020 en meerjarenbegroting hierop. De incidentele baten en lasten worden daarbij uit de begrotingssaldi gezuiverd. Om in aanmerking te komen voor repressief toezicht in 2020, dient deze ‘gezuiverde’ begroting 2020 in evenwicht te zijn of dient de meerjarenraming duidelijk te maken dat dit evenwicht in de jaren tot 2023 tot stand wordt gebracht. Daarbij dienen de ramingen volledig en reëel te zijn. Ten tweede dient de jaarrekening (15 juli) en de begroting (15 november) tijdig bij de provincie te zijn.

Omdat de begrippen incidenteel en structureel niet altijd op dezelfde wijze werden uitgelegd, heeft de commissie BBV hieraan de 'Notitie incidentele en structurele baten en lasten' gewijd. De volgende vier verduidelijkingen vormen de basis hiervan:

  1. Indien bestaand structureel beleid, niet zijnde een tijdelijke geldstroom, binnen de termijn van drie jaar een wijziging ondergaat dan worden de daarmee samenhangende lasten of baten in het begrotingsjaar niet als incidenteel aangemerkt. Bijvoorbeeld in het kader van de bezuinigingen besluit de gemeente in jaar t+3 geen subsidies meer te verstrekken; de daarmee samenhangende lasten worden in t+2, t+1 en t nog als structureel beschouwd.
  2. Na afloop van een begrotingsjaar zullen bij het opmaken van de jaarrekening altijd wel enige (relevante) verschillen tussen de werkelijkheid en de begroting blijken. Het is van belang dat bij de analyse ex BBV artikel 28, lid a wordt bezien in hoeverre er alsnog sprake is geweest van niet begrote incidentele baten en lasten. Budgetverschillen op activiteiten inzake structureel bestaand beleid blijven naar hun aard structureel.
  3. Toevoegingen aan en onttrekkingen uit de reserves worden als incidenteel beschouwd, tenzij het gaat om reguliere onttrekkingen aan financieringsreserves c.q. dekkingsreserves (kapitaallasten) of om onttrekkingen uit een daartoe toereikende (bestemmings)reserve gedurende een periode van minimaal drie jaar met als doel het dekken van structurele lasten.
  4. Meerjarige tijdelijke geldstromen waarvan de eindigheid vastligt vanwege een raadsbesluit en/of een toekenningsbesluit klasseren als incidentele baten en lasten, ook als de geldstroom (nog) langer is dan drie jaar.

Het overzicht van de incidentele baten en lasten is een onmisbaar document voor het verkrijgen van een juiste beeld van het materieel sluiten van de (meerjaren)begroting en daarmee van de financiële positie van de gemeente. Om te beoordelen of de begroting structureel sluitend is, worden de begrotingssaldi gecorrigeerd met het saldo van incidentele baten en lasten.

Tabel Finbgr-A4.1
Incidentele baten 2020 2021 2022 2023
Programma 1. Burger en bestuur 28 28 25 -
Programma 2. Openbare ruimte 363 70 - -
Programma 3. Ruimte, wonen en economie 6.216 380 - -
Programma 4. Sociaal domein 535 158 109 27
Algemene dekkingsmiddelen 80 89 35 40
Overhead/Bedrijfsvoering - - - -
Totaal baten 7.221 724 169 67
Incidentele lasten 2020 2021 2022 2023
Programma 1. Burger en bestuur 106 106 25 -
Programma 2. Openbare ruimte 744 151 36 -
Programma 3. Ruimte, wonen en economie 6.048 380 - -
Programma 4. Sociaal domein 555 180 113 27
Algemene dekkingsmiddelen - - - -
Overhead/Bedrijfsvoering 228 148 22 3
Totaal lasten 7.679 964 196 30
g
Saldo -459 -240 -28 37
Terug naar navigatie - Specificatie baten & lasten
Specificatie baten
Programma 1. Burger en bestuur 2020 2021 2022 2023 Oorsprong
* Reserve Samen aan de slag t.b.v. Samen aan de slag. Zie lasten 25 25 25 Begroting 2019
Diverse (< € 25.000) 3 3
Totaal Programma 1. 28 28 25 -
Programma 2. Openbare ruimte 2020 2021 2022 2023 Oorsprong
* Verkeersoverlast, handhaving, communicatie o.a. Gaete en Loonsedijk (reserve SID/AR) (incidentele dekking: zie lasten) 50 50 Begroting 2019
* Herstel civiele kunstwerken haven Terheijden (reserve Herstel kunstw. havens) (incidentele dekking: zie lasten) 58 Begroting 2019
* Amendement 2 Verkeersveiligheid (reserve SID) (incidentele dekking: zie lasten) 30 Kadernota 2020
* Aanplanting nieuw bos (algemene reserve) (incidentele dekking: zie lasten) 100 Kadernota 2020
* Vuelta (algemene reserve) (incidentele dekking: zie lasten) 50 Kadernota 2020
* Herstel vijver kunstwerk Den Deel (algemene reserve) (incidentele dekking: zie lasten) 25 Kadernota 2020
Diverse (< € 25.000) 50 20 Begr. 2019 / Kadernota
Totaal Programma 2. 363 70 - -
Programma 3. Ruimte, wonen en economie 2020 2021 2022 2023 Oorsprong
* Faciliterend grondbeleid Wro/Bro (raadsbesl., ovk.) (verhaalde kosten bouw/woonrijp maken) 3.203 Begroting 2020
* Faciliterend grondbeleid (geen raadsbesl., geen ovk.) (verhaalde kosten advies /onderzoek / uren) 493 Begroting 2020
* Actief grondbeleid (verhaalde kosten bouw/woonrijp maken) 1.643 Begroting 2020
* Omgevingswet (Algemene reserve) (incidentele dekking: zie lasten) 560 130 Kadernota 2020
* Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB) (algemene reserve) (incidentele dekking: zie lasten) 30 20 Kadernota 2020
* Warmtevisie (algemene reserve) (incidentele dekking: zie lasten) 75 75 Kadernota 2020
* Beleidsmedewerker ruimtelijke ordening (algemene reserve) (incidentele dekking: zie lasten) 75 75 Kadernota 2020
* Beleidsmedewerker energietransitie (algemene reserve) (incidentele dekking: zie lasten) 80 80 Kadernota 2020
Diverse (< € 25.000) 58 Begr. 2020 / Coalitieakkoord
Totaal Programma 3. 6.216 380 - -
Programma 4. Sociaal domein 2020 2021 2022 2023 Oorsprong
* Dekking leerplicht uit RMC gelden; restant middelen vallen in 2020 vrij. 30 - Begroting 2019
* Onttrekking reserve buitensport tbv groot onderhoud. Zie uitgaven 109 113 109 27 Begroting 2019
* Onttrekking reserve Bestuursakkoord i.v.m. gezinshuizen. Zie uitgaven. 300 VJN 2019
* Onttrekking reserve verenigingen VJN 2019
* Onttrekking res impuls brede scholen t.b.v. incidentele kosten gezondheidsbeleid. Zie uitgaven. 47 45 RV december 2018
* Onttrekking reserve Bestuursakkoord t.b.v. pilot Algemene voorziening. Zie uitgaven. 49
Totaal Programma 4. 535 158 109 27
Algemene dekkingsmiddelen 2020 2021 2022 2023 Oorsprong
* Halve afschrijving 1e jaar van afschrijven, muv tariefsgebonden produkten 80 89 35 40 Begroting 2020
Totaal Algemene dekkingsmiddelen 80 89 35 40
Overhead/Bedrijfsvoering 2020 2021 2022 2023 Oorsprong
* Onttrekking Algemene reserve t.b.v. gelukscoordinator (zie uitgaven) 52 52 Kadernota 2020
* Onttrekking Algemene reserve t.b.v. nieuw functieboek (zie uitgaven) 50 Kadernota 2020
* Onttrekkking reserve Samen investeren in Drimmelen t.b.v. project Geluk (zie uitgaven) 25 25 Coalitieakkoord
Totaal Bedrijfsvoering 127 77 - -
Specificatie lasten
Programma 1. Burger en bestuur 0 41 41 1 Oorsprong
* Samen aan de slag ; kosten tijdelijke regeling, dekking uit reserve 25 25 25 Begroting 2019
* Tijdelijke formatie-uitbreiding Openbare orde en veiligheid (36 uur). Bij de Voorjaarsnota is besloten om voor de periode tm 2021 de formatie uit te breiden. 78 78 Begroting 2019/VJN 2019
Diverse (< € 25.000) 3 3
Totaal Programma 1. 106 106 25 -
Programma 2. Openbare ruimte 0 41 41 0 Oorsprong
* Verkeersoverlast, handhaving, communicatie o.a. Gaete en Loonsedijk (reserve SID/AR) 50 50 Begroting 2019
* Herstel civiele kunstwerken haven Terheijden (reserve Herstel kunstw. havens) (betreft herstelwerkzaamheden in exploitatie, geen investering, eenmalige inhaalslag onderhoud) 58 Begroting 2019
* Amendement 2 Verkeersveiligheid (reserve SID) (incidenteel budget om verzoeken te honoreren) 30 Kadernota 2020
* Aanplanting nieuw bos (algemene reserve) (projectbudget: moet nog ingevuld worden) 100 Kadernota 2020
* Vuelta (algemene reserve) (tijdelijk verwijderen en weer terug plaatsen verkeersvoorzieningen) 50 Kadernota 2020
* Herstel vijver kunstwerk Den Deel (algemene reserve) (uitvoeren van incidenteel onderhoud, lekkage fontein) 25 Kadernota 2020
* Project de Kleine Schans e.o. (projectbudget; moet nog ingevuld worden) 175 Begroting 2019 / VJN 2019
* Grondverbetering boomvakken (betreft projectbudget) 40 30 Begroting 2019
* Veilig maken fietspad (Rvk weg- Steenplaats Hooge en Lage Zwaluwe) (betreft het verwijderen van onveilige situatie, grotendeels door het kappen / dunning van bomen) 100 Begroting 2020
* Bestrijding eikenprocessierups (extra tijdelijk bedrag t.b.v. o.a. preventieve bestrijding) 36 36 36 Begroting 2020
Diverse (< € 25.000) 80 35 Begroting 2019
Totaal Programma 2. 744 151 36 -
Programma 3. Ruimte, wonen en economie 0 41 41 0 Oorsprong
* Actief grondbeleid: lasten van o.a. bouw- / woonrijp maken (wordt verhaald) woningbouwproj. 1.254 Begroting 2020
* Faciliterend grondbeleid Wro/Bro (raadsbesl., ovk.): bouw/woonrijp maken (wordt verhaald) 2.919 Begroting 2020
* Faciliterend grondbeleid (geen raadsbesl., geen ovk.): incidentele kosten t.b.v.onderzoek / proj. 364 Begroting 2020
* Actief grondbeleid: stortingen in algemene bedrijfsreserve Grondbedrijf (incidentele storting) 357 Begroting 2020
* Actief grondbeleid: stortingen in reserve Ruimtelijke ontwikkingen (incidentele storting) 32 Begroting 2020
* Faciliterend grondbeleid: stortingen in reserve Ruimtelijke ontwikkingen (incidentele storting) 243 Begroting 2020
* Faciliterend grondbeleid: stortingen in reserve Groenaanleg (incidentele storting) 25 Begroting 2020
* Omgevingswet (Algemene reserve): betreft kosten invoering, advies, projectleider e.d. 560 130 Kadernota 2020
* Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB) (algemene reserve): inventarisatie / onderzoek 30 20 Kadernota 2020
* Warmtevisie (algemene reserve): opstellen warmtevisie / onderzoek / inventarisatie 75 75 Kadernota 2020
* Beleidsmedewerker ruimtelijke ordening (algemene reserve): tijdelijke inhuur t.b.v. projecten 75 75 Kadernota 2020
* Beleidsmedewerker energietransitie (algemene reserve): tijdelijke inhuur t.b.v. projecten 80 80 Kadernota 2020
Diverse (< € 25.000) 35 - - - Begroting 2019
Totaal Programma 3. 6.048 380 - -
Programma 4. Sociaal domein 0 41 41 0 Oorsprong
* Groot onderhoud sportparken; uitgaven o.b.v. MOP.Periode komen over langere periode terug, maar zijn moelijk planbaar. Worden gedekt uit reserve. 109 113 109 27 Begroting 2019
* Continuering goederenbank tm 2020. Besloten is voor de periode tm 2020 als pliot de goederenbak te subsidieren. 19 Begroting 2019
* Projectmatige kosten gezondheidsbeleid. 47 45 RV december 2018
* Jeugdhulp: gezinshuizen. De verwachting is dat een wetswijziging zorgt voor een beeindiging van een piek in deze kosten. Kosten worden gedekt uit reserve Bestuursakkoord. 300 VJN 2019
* Als pilot wordt voor enkele jaren bijgedragen in de exploitatie van de accommodatie De Langstraat (pandhuur) 15 15 Begroting 2019
* Pilot Algemene voorziening. Bij de Voorjaarsnota 2019 is besloten om incidenteeel middelen ter beschikking te stellen voor de ze pilot. 49 VJN 2019
Diverse (< € 25.000) 16 7 4 -
Totaal Programma 4. 555 180 113 27
Overhead/Bedrijfsvoering 0 41 41 0 Oorsprong
* Risico inventarisatie - en evaluatie (RIE) gemeentehuis en buitenaccommodaties. Deze wordt 1 keer per 4 jaar uitgevoerd. 22 3 Begroting 2019
* Formatie-uitbreiding communicatie (20 uur). Betreft tijdelijke uitbreiding. 40 40 Begroting 2019
* Tijdelijke formatie-uitbreiding webcare (20 uur). Betreft tijdelijke uitbreiding. 31 31 Begroting 2019
* Geluk. Voor coalitieperiode is tm 2021 een bedrag beschikbaar voor uitvoeren projecten. Dekking uit Algemene reserve. 25 25 Begroting 2019
* Gelukscoordinator t.b.v. begeleiding 'Geluksprojecten'. Dekking uit Algemene reserve 52 52 Kadernota 2020
* Nieuw functieboek. Betreffen kosten actualiseren functieboek. Hiervoor geen regulier budget beschikbaar; ontrekking Algemen reserve. 50 Kadernota 2020
* Intensivering communicatie. Budget is tijdelijk ter beschikiing gesteld om communicatie te verbeteren. 25 Begroting 2019
Diverse (< € 25.000) 5 - - -
Totaal Bedrijfsvoering 228 148 22 3
Terug naar navigatie - Gezuiverd saldo
Tabel Finbgr-A4.2
Gezuiverd saldo in € 1.000
2020 2021 2022 2023
Saldo baten en lasten 2.821- N 1.675- N 971- N 566- N
Toevoegingen en onttrekkingen reserves 2.366 V 1.831 V 1.159 V 1.039 V
Begrotingssaldo na bestemming 455- N 156 V 187 V 473 V
Waarvan incidentele baten en lasten 459 L 240 L 28 L 37- B
Structureel begrotingssaldo 3 V 397 V 215 V 436 V
Terug naar navigatie - Conclusie

Conclusie
Op basis van bovenstaande tabel is duidelijk dat de vastgestelde begroting na correctie incidentele baten en lasten structureel sluitend is waardoor de gemeente in aanmerking komt voor repressief toezicht door de provincie.

A5. Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

Terug naar navigatie - A5. Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

In principe zijn mutaties in reserves incidenteel tenzij er redenen zijn om deze structureel te ramen. In de onderstaande tabel worden de geraamde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves weergegeven.

Tabel Finbgr-A5.1
Structurele reservemutaties
Omschrijving 2020 2021 2022 2023
Geraamde structurele verminderingen
Reserve kapitaallasten 1.318.776 1.271.133 1.274.339 1.269.839
Reserve Compensatie erfpachtopbrengsten 30.000 30.000 30.000 30.000
Totaal onttrekkingen 1.348.776 1.301.133 1.304.339 1.299.839