De organisatie van Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang is de verantwoordelijkheid van centrumgemeente Breda die hiervoor ook de financiële middelen ontvangt. Deze verantwoordelijkheid verschuift gefaseerd naar alle gemeenten. Mensen met psychiatrische en sociaal-maatschappelijke problemen moeten zo zelfstandig mogelijk kunnen wonen.
Vanaf 2021 zijn de gemeente in regio Breda gezamenlijk verantwoordelijk voor beschermd wonen, zowel inhoudelijk als financieel. Dit betekent dat tekorten op het regionale budget door de gemeenten gezamenlijk gedragen worden, naar rato van het aantal inwoners. Voor 2021 en 2022 worden geen tekorten voorzien. De begroting/meerjarenraming is echter met grote onzekerheden omgeven. Daarom is er het risico dat het gemeentelijke aandeel in het regionale tekort hoger uitvalt.
Toelichting bij risico's
1. Nadelige gevolgen klimaatverandering. Overstromingen, wateroverlast, droogte en hitte
Door extreme buien, stijging van het oppervlaktewater en het grondwater is er kans op waterschade aan particuliere en gemeentelijke eigendommen. Door extreme droogte is er kans op schade aan panden als door uitdrogen de bodem daalt. Ook is er kans op schade aan planten en bloemen door de hitte.
2. Dijkverzwaring van de Mark
In 2018 is het waterschap Brabantse Delta begonnen met de voorbereiding van de dijkverzwaring van de Mark ter hoogte van Terheijden. Eind 2019 is er een besluit genomen over de manier waarop de dijkverzwaring plaats vindt. Het waterschap heeft aangegeven een bepaalde financiële bijdrage van de gemeente Drimmelen te willen ontvangen. Hierover zijn geen afspraken gemaakt. Het is niet onmogelijk dat een financiële bijdrage noodzakelijk is.
3. Het begrote budget voor jeugdzorg is ontoereikend als gevolg van excessen in zorgvraag
De druk op de jeugdwet is al meerdere jaren toenemend. Met het inzetten van een 'taskforce jeugd' streven we naar het doorbreken van deze trend. Ook regionaal wordt volop ingezet op transitie en kostenbeheersing. Echter hebben we te maken met het na-ijleffect van corona. Daarnaast zien we een stijging van de kosten in zorgvorm landelijke transitie arrangementen. Dit betreft dure zorgproducten waar we zeer beperkte invloed op hebben. Ook de kosten jeugdbescherming/jeugdreclassering stijgen, waarbij het aantal en de trajectduur toenemen. Het vermoeden bestaat dat deze toename samenhangt met corona en nog enige tijd zal na-ijlen. Ook de kosten van ambulante zorg stijgen. We zetten stevig in op de inkoop van ambulante zorg per 2023, omdat dit een belangrijk sturingsinstrument is. Ook kan sprake zijn van incidentele excessen in (omvang) van zorgvraag met "dure" indicaties als gevolg.
4. Dure woningaanpassing WMO
Een Wmo-cliënt heeft een uitzonderlijk dure woningaanpassing aangevraagd. Juridische procedure loopt maar de uitkomst daarvan is onzeker.
5. Overschrijding krediet renovatie zwembaden
Door de late oplevering liggen er claims van aannemers en exploitant voor extra kosten en derving van inkomsten. Er is nog geen definitieve afronding van werkzaamheden door afkeuring en geen overeenstemming van meer en minderwerk met de hoofdaannemer. Indien niet verrekenbaar vormt dit een potentieel risico. Renovatiekrediet kan nog niet worden afgesloten i.v.m. onzekerheid over de uitspraak c.q. uitkomsten van de rechtszaak tegen de hoofdaannemer. Vóór de aanvang van het nieuwe zwemseizoen 2022 moeten nog een aantal herstelwerkzaamheden plaatsvinden.
6. Activering garantstelling Stichting De Wijngaerd
De gemeenteraad besloot op 16 juli 2015 een gemeentegarantie te verlenen aan stichting de Wijngaerd. Zo kon de stichting de renovatie van haar huisvestiging en tijdelijke huisvesting financieren. Indien De Wijngaerd haar rente- en aflossingsverplichtingen jegens de geldverstrekker niet kan voldoen, volgt in de plaats stelling door de gemeente.
7. Insolventie van BOEi i.r.t. Sociaal Cultureel Dorpshart Made
De gemeenteraad heeft op 28 januari 2021 een besluit genomen over de ontwikkeling van het sociaal cultureel dorpshart Made. BOEi heeft een borgstelling van de gemeente gekregen voor een lening die zij afsluit bij de BNG voor de restauratie en herbestemming van de Bernarduskerk. Daarnaast legt de gemeente een lening door aan BOEi. Indien BOEi de lening niet meer zou kunnen betalen, zal de gemeente het verschuldigde (rest)bedrag aan rente en aflossing moeten betalen aan de BNG en als verlies op de gemeentelijke begroting moeten nemen.
8. Decentralisatie beschermd wonen en maatschappelijke opvang leidt tot extra invoeringskosten
De organisatie van Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang is de verantwoordelijkheid van centrumgemeente Breda die hiervoor ook de financiële middelen ontvangt. Deze verantwoordelijkheid verschuift gefaseerd naar alle gemeenten. Mensen met psychiatrische en sociaal-maatschappelijke problemen moeten zo zelfstandig mogelijk kunnen wonen.
De gemeenten in de regio Breda kiezen 1 januari 2021 als startdatum voor de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor beschermd wonen, zowel inhoudelijk als financieel.
De regionale begroting voor beschermd wonen in 2021 laat een tekort zien. Deze begroting is echter met veel onzekerheden omgeven. In de begroting is vooralsnog structureel een bedrag opgenomen voor de bijdrage aan het regionale tekort. Vanwege de vele onzekerheden is het risico dat het gemeentelijke aandeel in het regionale tekort hoger uitvalt.
9. Landelijke herverdeling Buigbudget
De Buig middelen worden bijna jaarlijks via een nieuwe rekenformule herverdeeld. De huidig gehanteerde formule maakt gemeente Drimmelen tot een voordeel gemeente waarbij er meer budget wordt ontvangen dan nodig is om de bijstand uitgaven te financieren. Bij een nieuwe herverdeling kan het voordeel komen te vervallen.
10. Bepaling doelvermogen stortplaats
In 2024 is het mogelijk dat de stortplaats in Zevenbergen (vanuit de GR Nazorg Gesloten Stortplaatsen) wordt overgedragen naar de provincie. Op dat moment zal opnieuw worden bepaald welk vermogen de provincie nodig heeft om de nazorg kostendekkend uit te kunnen voeren. Niet uit te sluiten valt dat zal worden geconstateerd dat het dan beschikbare vermogen ontoereikend is. In dat geval zullen de bij de GR aangesloten gemeenten een aanvullende vermogensdotatie moeten doen.