a. Wegen
Het beleidskader met betrekking tot Wegen legden we vast in het Beleidsplan wegen 2021-2030; "Op weg naar grotere burgertevredenheid".
Het uitgangspunt is: kwaliteit gestuurd onderhoud op basis van tweejaarlijkse weginspecties. Wij grijpen in bij de overgang van kwaliteitsniveau C (slecht) naar D (zeer slecht).
Bij onze hoofdfietsroutes en voetpaden grijpen we eerder in, namelijk bij de overgang van kwaliteit B (matig) naar C. Hiermee borduren we grotendeels voort op het vorige beleid, maar met meer aandacht voor de voetpaden.
Kwaliteit D zien we als “achterstallig onderhoud”. Wegvakonderdelen met een kwaliteit D onderhouden we in het eerstvolgende jaar. Toch kunnen we besluiten om werkzaamheden op wegen incidenteel uit te stellen. Dit heeft dan te maken met andere werkzaamheden die ook in die straat plaatsvinden. Uiteraard zorgen we altijd voor een veilige situatie.
Op basis van de 90%-regel is de gemiddelde kwaliteit van het gehele wegennet bepaald. Hierbij bepalen we bij welke beeldkwaliteit we de grens van 90% bereiken. Het algemeen kwaliteitsniveau van de verhardingen in de gemeente Drimmelen is B (peiljaar 2022).
Andere uitgangspunten van het wegenbeleid:
- We pakken wortelopdruk actiever en structureler aan, o.a. door het vergroten van boomvakken. Waar verharding geen toegevoegde waarde heeft, halen we deze weg ten gunste van de boom.
- Langs de hoofdlandbouwroutes passen we bermverharding toe.
- Binnen de bebouwde kom en op fietspaden passen we geen slijtlagen toe.
- Voor het vergroten van de burgertevredenheid pakken we jaarlijks een kern aan. Hierbij voeren we werkzaamheden uit, waarbij het conform de inspectienormen niet noodzakelijk is om onderhoud uit te voeren. We verhogen hiermee de om de algehele kwaliteit van de verhardingen en daarmee de burgertevredenheid.
b. Civiele kunstwerken
In 2009 stelden we de Beleidsnotitie civiele kunstwerken en havens vast. Er is één duidelijk uitgangspunt. We houden de kunstwerken veilig.
We inspecteren de kunstwerken iedere drie jaar.
c. Riolering
Op gemeentelijk niveau is eind 2017 het Water en Rioleringsplan Drimmelen 2018-2022 vastgesteld.
Door de integrale benadering van het gehele watersysteem vindt in dit beleidsplan zowel riolering als water haar plaats.
Sinds 2021 geven we invulling aan de uitwerking van het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie (DPRA 2018).
Om in aanmerking te komen voor cofinanciering (Rijk/Provincie) stelt het college van burgemeester en wethouders een uitvoeringsprogramma DPRA vast.
De doelen van het Deltaplan zijn:
- Analyseren van de gevolgen van klimaatverandering (tot 2050) voor diverse functies in een gebied
- Bepalen van een strategie en concrete doelen (tot 2050) voor het verbeteren van de water robuust- en klimaatbestendigheid
- Uitvoering geven aan de strategie door dit vast te leggen in beleidsplannen, wetten en regels
Beleidsuitgangspunten
Bij het vaststellen van het Waterbeleidsplan (WRP) zijn nieuwe ambities vastgesteld. Deze ambities anticiperen vooral op klimaatverandering.
Afvalwater: het verzamelen en afvoeren van afvalwater gebeurt op een milieuhygiënische wijze. Het levert geen gevaar voor de volksgezondheid op.
Hemelwater: We staan overlast eens in de vijf jaar toe (bui 09), We infiltreren zo veel als mogelijk.
Grondwater: We anticiperen op grondwaterknelpunten zoals bodemdaling door lage grondwaterstanden of grondwateroverlast door storende grondlagen.
Oppervlaktewater: Slechte oppervlaktekwaliteit beperken we, oppervlaktewater proberen we zoveel mogelijk vast te houden.
d. Water
In het WRP namen we ook ambities voor oppervlaktewater op.
- Oppervlaktewater:
- Slechte oppervlaktekwaliteit beperken we;
- Oppervlaktewater proberen we lang vast te houden;
- Wateroverlast door oppervlaktewater beperken we in samenwerking met het waterschap.
In de notitie Baggeren havens (2014) namen we een aantal streef dieptes op. Een ander uitgangspunt bestaat uit het eens in de vijf jaar monitoren van de diepten in de havens. Na twee monitoringsronden stellen we een beheerplan op (2024).
e. Groen
Het beleidskader met betrekking tot Openbaar groen ligt vast in het integraal groenbeleidsplan 2017 – 2026 ‘Groen leeft en verbindt’. Hierin heeft zowel biodiversiteit als duurzaamheid een belangrijke plek.
Groenbeleid
Het groenbeleid is gericht op duurzaam kwaliteitsgroen. Dit houdt in dat we:
- Geen chemische onkruidbestrijdingsmiddelen gebruiken
- Accepteren we een bepaalde mate van kruidengroei accepteren op die plaatsen waar dat mogelijk is.
- De minimale onderhoudsniveau van het groen en onkruid op verhardingen is beeldkwaliteit B
- Grove heesters onderhouden we op beeldkwaliteit C-niveau
- Centra en hotspots onderhouden we op beeldkwaliteitsniveau A
- Begrazing vindt plaats op basis van visuele beoordeling en frequentie (geen beeldkwaliteit)
- Onderhoud voeren op mede basis van burgertevredenheid.
Bomenbeleid
We werken met een waardevolle bomenkaart.
Bermenbeleid
Het ecologisch bermbeheer is een groeiproces waarbij we streven naar beplanting die van nature in een berm voorkomt. Met name de grotere gebieden en brede bermen zijn hierbij het meest kansrijk. Hierbij houden we rekening met de verkeersveiligheid en het beperken van specifieke plantensoorten als Jacobskruiskruid en exoten.
Ecologische Verbindingszones
Het integrale groenbeleidsplan ambieert om de EVZ Mark-Zwaluwse Haven verder te ontwikkelen. Het waterschap vroeg de gemeente hieraan mee te werken.
De incidentele aankoop- en inrichtingskosten van het gemeentelijk deel van een aaneengesloten EVZ zonder restopgave zijn tijdelijk 75% subsidiabel.
f. Gebouwen
In het eerste kwartaal van 2020 heeft een actualisatie van de geplande onderhoudswerkzaamheden plaatsgevonden voor de periode van 2020-2029 en wordt er een uitvoeringsprogramma opgesteld voor de periode 2020-2024. Op dit moment zijn we bezig met het opnieuw opstellen van een MJOP om de enorme prijs verschillen die in 2022 en 2023 zijn ontstaan weer te borgen in een nieuwe planning. In tegenstelling tot wat is aangegeven in de jaarrekening 2022, is deze planning nog niet gereed omdat we ook de nog vast te stellen routekaart op het gebied van duurzaamheid in deze planning willen. Hierdoor zal de voorziening in het 3de kwartaal opnieuw moeten worden vastgesteld door de raad. Om te komen tot een betrouwbaardere onderhoudsplanning die de mogelijkheid heeft om te kunnen anticiperen op vragen uit de organisatie, maatschappij en het gemeentebestuur is gekozen voor de methode van Conditiemeting conform NEN 2767.
In 2015 heeft besluitvorming plaatsgevonden over het gewenste conditieniveau (conditie 1 t/m 6) waaraan de panden moeten voldoen. Deze besluitvorming is getoetst in 2020 en opnieuw vastgesteld in 2020 conform NEN 2767.
Conditie definitie en omschrijving;
Conditie 1: uitstekend nieuwbouwkwaliteit en/of met nieuwbouw vergelijkbare kwaliteit;
Conditie 2: goed nieuwbouwkwaliteit met de eerste tekenen van feitelijke veroudering;
Conditie 3: redelijk het verouderingsproces is over de gehele linie duidelijk op gang gekomen;
Conditie 4: matig het verouderingsproces heeft het element of het gebouw duidelijk in zijn greep;
Conditie 5: slecht het verouderingsproces is min of meer onomkeerbaar geworden c.q. heeft het element/het gebouw zeer duidelijk in zijn greep
Conditie 6: zeer slecht een zodanig slechte toestand dat dit niet meer te classificeren is onder conditie 5.
Bij de behandeling van de geplande onderhoudswerkzaamheden is conform het BBV een splitsing aangebracht in het exploitatie onderhoud en groot onderhoud. Het exploitatie onderhoud is conform besluitvorming van 5 maart 2020 opgenomen in de begroting en maakt geen onderdeel meer uit van de voorzieningen. Het centrumplan Made waar SCC de Mayboom onderdeel vanuit maakt is opgenomen in de begroting en de voorziening gebouwenbeheer; echter hier wordt alleen noodzakelijk onderhoud uitgevoerd.
In maart 2020 heeft er besluitvorming (raadsbesluit) plaatsgevonden over het conditieniveau van het gemeentelijke vastgoed. Met bijbehorende classificaties en scores is het meerjaren onderhoudsplan in uitvoering genomen.