Een korte toelichting op de kengetallen:
1a. Netto schuldquote & 1b. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen (stijging van 35% naar 82%)
De netto schuldquote geeft een beeld van de schuldenlast van de gemeente in verhouding tot haar eigen middelen. Dit kengetal geeft aan hoeveel druk de rentelasten en aflossingen op de exploitatie leggen. Simpel gezegd: hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote.
Een organisatie streeft in principe naar zo min mogelijk schuld om financiële stabiliteit te waarborgen. Daarom geldt: hoe lager de netto schuldquote, hoe beter. Een hoge netto schuldquote is echter niet per se problematisch. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat de gemeente leningen heeft afgesloten die vervolgens zijn doorgeleend aan andere partijen, die deze leningen jaarlijks aflossen. In zo'n geval hoeft een hoge schuld geen probleem te zijn. Om inzicht te krijgen in het doorlenen, wordt de netto schuldquote zowel inclusief als exclusief doorgeleende gelden weergegeven.
In tabel verloop van de kengetallen is te zien dat Gemeente Drimmelen in 2025 een netto schuldquote heeft van 82% en een gecorrigeerde netto schuldquote van 78%. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Een netto schuldquote (niet gecorrigeerd) tussen 0% en 90% wordt gezien als minst risicovol. De netto schuldquote van de gemeente Drimmelen was altijd relatief laag, maar vanaf 2024 stijgt deze aanzienlijk en komt naar verwachting in 2027 boven de gewenste limiet van 90% uit.
2. Solvabiliteitsratio (daling van 44% naar 31%)
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Een hoge schuld hoeft geen probleem te zijn als er ook veel eigen vermogen (het totaal van de algemene en de bestemmingsreserves) aanwezig is. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer een lening is aangegaan omdat het eigen vermogen niet liquide is, doordat het vastzit in bijvoorbeeld een gemeentehuis of omdat er andere investeringen mee zijn gefinancierd. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de financiële weerbaarheid van de gemeente.
De solvabiliteitsratio wordt berekend door het totale eigen vermogen te delen door het totaal van de passiva. De passivakant van de balans bestaat uit de som van het eigen en vreemde vermogen. Deze ratio geeft dus de verhouding weer tussen het eigen vermogen en het totale vermogen. Hoe hoger dit percentage, hoe beter.
Een ratio boven de 50% wordt aangemerkt als minst risicovol, een solvabiliteitsratio tussen de 20% en 50% wordt gezien als risico neutraal.
In tabel verloop van de kengetallen is te zien dat Gemeente Drimmelen in 2025 een solvabiliteitsratio heeft van 31%.
3. Kengetal grondexploitatie (stijging van -1% naar 1%)
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een aanzienlijke impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Wanneer een gemeente leningen heeft afgesloten om grond aan te kopen voor een (toekomstig) woningbouwproject, resulteert dit in een schuld. Het is daarom essentieel om te beoordelen of deze schuld kan worden afgelost zodra het project wordt uitgevoerd.
Het kengetal voor grondexploitatie geeft aan hoe groot de waarde van de grondpositie is ten opzichte van de totale (geraamde) baten. Wanneer grond tegen de prijs van landbouwgrond is aangekocht, is het risico voor de gemeente relatief klein. Het is belangrijk om te kunnen inschatten of er een reële verwachting is dat grondexploitatie zal bijdragen aan het verminderen van de schuld. Als de grond tegen een te hoge waarde op de balans staat en moet worden afgewaardeerd, leidt dit tot een lager eigen vermogen en dus een lagere solvabiliteitsratio. Kortom, een grote grondpositie kan een risico vormen omdat dit de schuld kan verhogen. Daarom geldt: hoe lager dit percentage, hoe beter.
Dit kengetal wordt berekend door het totaal van de bouwgronden in exploitatie te delen door het totaal van de baten (exclusief de mutaties in reserves).
Een grondexploitatie van 20% of lager wordt beschouwd als minst risicovol. In tabel verloop van de kengetallen is te zien dat Gemeente Drimmelen in 2025 een Grond exploitatie heeft van 1% van de totale baten. Het kengetal voor de grondexploitatie van de gemeente Drimmelen is laag, dit is positief.
4. Structurele exploitatieruimte (stijging van -8% naar 1%)
Voor het beoordelen van de financiële positie van een gemeente is het belangrijk om te kijken naar de structurele baten en lasten. Structurele baten zijn bijvoorbeeld de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de opbrengsten uit de onroerendezaakbelasting, terwijl structurele lasten bijvoorbeeld bestaan uit personeelslasten, kapitaallasten en bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen. Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is.
De structurele exploitatieruimte wordt berekend door het verschil tussen de structurele lasten (A) en baten (B) op te tellen bij het verschil tussen structurele toevoegingen (C) en onttrekkingen (D) aan reserves, en dit resultaat te delen door de totale baten (exclusief de mutaties in reserves) (E). De formule ziet er als volgt uit: Structurele exploitatieruimte=(((B-A)+(D-C))/E)X 100%
Met structurele baten en lasten wordt hier het totaal van de baten/lasten bedoeld, minus de incidentele baten/lasten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten voldoende zijn om de structurele lasten (waaronder rente en aflossing van leningen) te dekken. Dus, hoe hoger dit percentage, hoe beter.
In de tabel financiële kengetallen is te zien dat Gemeente Drimmelen in 2025 een Structurele exploitatieruimte heeft van 1%. De gemeente Drimmelen verwacht dat de structurele lasten afgedekt kunnen worden met structurele baten. Vanwege de voortdurende onzekerheid over de bijdrage uit het Gemeentefonds vanaf 2026 is dat vooralsnog niet het geval.
5. Belastingcapaciteit (stijging van 82% naar 97%)
De onroerendezaakbelasting (OZB) is voor een gemeente de belangrijkste bron van eigen belastinginkomsten. De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kan worden opgevangen. Wanneer de woonlasten relatief laag zijn, is er meer ruimte om bij te sturen tijdens financieel tegenvallende periodes, waardoor de gemeente wendbaarder blijft. Om deze ruimte weer te kunnen geven, wordt er gebruikgemaakt van een ijkpunt, namelijk de landelijke gemiddelde tarieven.
De belastingcapaciteit wordt gerelateerd aan de hoogte van de gemiddelde woonlasten. Naast de OZB worden ook de riool- en afvalstoffenheffingen meegenomen in de berekening, omdat deze heffingen niet kostendekkend hoeven te zijn en lager mogen worden vastgesteld (wat resulteert in belastingcapaciteit die niet wordt benut). De belastingcapaciteit wordt berekend door de totale woonlasten van de gemeente te delen door de landelijke gemiddelde totale woonlasten. De totale woonlasten bestaan uit de som van de OZB-lasten, rioolheffing en afvalstoffenheffing, verminderd met eventuele heffingskortingen. Bij alle heffingen en lasten wordt uitgegaan van een gezin en een gemiddelde WOZ-waarde.
Een lage belastingcapaciteit betekent dat de gemeente qua belastingen onder het landelijke gemiddelde zit en daardoor relatief veel ruimte heeft om deze te verhogen indien nodig. Hoe lager het percentage, hoe beter. In tabel verloop van de kengetallen is te zien dat Gemeente Drimmelen in 2025 een belastingcapaciteit heeft van 97%.
Beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie
De financiële kengetallen laten zien dat de gemeente zich in een veranderende financiële positie bevindt. De daling van de solvabiliteit, van 44% naar 31%, duidt op een afnemende financiële buffer. Dit betekent dat de gemeente minder eigen vermogen heeft om toekomstige investeringen of onvoorziene omstandigheden op te vangen.
De netto schuldquote, die stijgt van 35% naar 82%, laat zien dat de gemeente meer afhankelijk wordt van externe financiering. Dit betekent dat er meer middelen nodig zijn om de bestaande schuldenlast te dragen, wat vraagt om zorgvuldige afwegingen bij toekomstige investeringen.
De structurele exploitatieruimte schommelt tussen 1% en -1%, wat aangeeft dat de gemeente beperkt ruimte heeft binnen haar structurele exploitatie voor nieuwe financiële verplichtingen. Hierdoor is het belangrijk om alert te blijven op eventuele financiële risico's.
De belastingcapaciteit, met een niveau van 97%, laat zien dat de gemeente qua belastingdruk net onder het landelijk gemiddelde zit. Dit biedt beperkte ruimte om via een verhoging van lokale lasten extra middelen te genereren, mocht dat in de toekomst nodig zijn.
Samenvatting: De kengetallen vragen om voortdurende aandacht en zorgvuldige monitoring. Er sprake is van een daling in de solvabiliteit en een stijging in de schuldenlast, daarnaast is de structurele exploitatieruimte beperkt. De gemeente zal haar financiële positie nauwlettend blijven volgen om op een verantwoorde manier toekomstige uitdagingen aan te pakken en de financiële duurzaamheid te waarborgen.