Het interne begrotingsproces van Drimmelen
Volgens de Gemeentewet moet de begroting voor het komende jaar vóór 15 november worden ingediend bij de provincie, die toezicht houdt op de financiële positie van gemeentes.
Het opstellen van een begroting is een complex proces dat hieronder wordt toegelicht.
Het Coalitieakkoord en Collegewerkprogramma als Basis
Bij het begin van elke bestuursperiode stellen de coalitiepartijen hun gezamenlijke ambities vast in het coalitieakkoord.
Het college van burgemeester en wethouders werkt dit akkoord vervolgens uit in een collegewerkprogramma.
Het coalitieakkoord en collegewerkprogramma vormen de basis voor de jaarlijkse begroting.
Deze begroting is feitelijk een jaarplan waarin het college aan de raad voorstelt:
• Wat zij in het begrotingsjaar wil bereiken
• Welke acties zij hiervoor zal ondernemen
• Wat deze inspanningen gaan kosten en hoe deze kosten worden gedekt
Contouren in de Kadernota
Met de Kadernota geeft het college de financiële en beleidsmatige contouren van de begroting aan.
Dit omvat de verwachte financiële gevolgen van wetswijzigingen die tot andere of meer gemeentelijke taken leiden, en de inzet op grote maatschappelijke opgaven zoals woningbouw, de energietransitie en digitalisering.
Daarnaast wordt in de Kadernota ingegaan op veranderingen in de bijdragen uit het Gemeentefonds, de belangrijkste inkomstenbron voor gemeenten.
Het college maakt ook haar wensen voor nieuw beleid kenbaar in deze nota.
De Begroting: Een Complex Proces
Nadat de raad de Kadernota heeft vastgesteld, wordt deze verder uitgewerkt tot een nieuwe begroting voor het volgende jaar.
Dit vergt de inzet van vele medewerkers binnen de gemeente.
Beleidsadviseurs, vaak ook budgethouders, actualiseren het lopende of nieuwe beleid voor hun thema’s.
De financieel adviseurs voegen hier een overzicht van de verwachte baten en lasten aan toe.
Deze thema’s worden door de afdelingshoofden per programma besproken met hun portefeuillehouder (wethouder en/of burgemeester).
Na goedkeuring door de portefeuillehouder wordt het onderdeel opgeleverd voor de gemeentebegroting.
Dit geldt ook voor de verplichte paragrafen (zoals die over verbonden partijen) en verplichte bijlagen (zoals het investeringsprogramma).
De concerncontroller bewaakt de samenhang tussen de verschillende onderdelen, de risico’s en de financiële gezondheid van de gemeente.
De programmabegroting en de paragrafen vormen de basis voor de financiële begroting.
Deze begroting biedt inzicht in de baten en lasten over een periode van vier jaar (de nieuwe begroting voor het komende jaar plus de drie daaropvolgende jaren).
Een extra uitdaging is dat een begroting in juridische zin niet vormvrij is.
Het Besluit Begroting en Verantwoording (de boekhoudregels voor gemeenten), richtlijnen van de provincie en de eigen Financiële Verordening schrijven voor hoe een begroting moet worden opgebouwd, inclusief verplichte informatie en voorwaarden.
De onafhankelijke accountant ziet hierop toe.
Besluitvorming
Het eerste concept van de gemeentebegroting wordt vastgesteld in het Managementteam (MT).
De wethouder Financiën geeft vervolgens het eindoordeel of het stuk klaar is voor bespreking in het Coördinatieteam, een gezamenlijk overleg van het college en het MT.
Daarna volgt behandeling en vaststelling door het college, waarna de begroting wordt besproken in de Financiële Commissie en de gemeenteraad.
De Griffie biedt de begroting minimaal drie weken voorafgaand aan de behandeling aan de raad aan.
Eindresultaat en Toekomstige Uitdagingen
Het proces van voorbereiding, opstellen en besluitvorming moet leiden tot een reële en structureel sluitende begroting.
Dit is een voorwaarde van de provincie voor repressief toezicht, de lichtste vorm van toezicht.
Reëel betekent dat de ramingen realistisch moeten zijn, en structureel sluitend houdt in dat de structurele lasten gedekt moeten zijn door structurele baten, vooral in het laatste jaar van de meerjarige begroting.
Voor de inwoners en ondernemers van Drimmelen is het belangrijk dat de begroting zorgt voor een zo laag mogelijke, maar reële en evenwichtige lastendruk.
Hierbij wordt rekening gehouden met de betaalbaarheid van nieuwe beleidswensen.
Het uitgangspunt in Drimmelen blijft dat de lokale heffingen bij voorkeur gelijk blijven en alleen worden aangepast aan de geraamde landelijke inflatiecorrectie.
Voor 2025 geldt dat dit wederom is gelukt, ondanks de oplopende kosten in het sociaal domein en de blijvende economische onzekerheden.
Echter, de gemeente staat voor een grote uitdaging met het zogenaamde "ravijnjaar" 2026 in het vooruitzicht.
Dit jaar markeert een aanzienlijke herziening van de gemeentelijke financiering door nieuw beleid vanuit de Rijksoverheid, wat leidt tot een verwachte scherpe daling van de bijdragen uit het Gemeentefonds.
Dit betekent dat gemeenten, waaronder Drimmelen, geconfronteerd worden met een significante afname van financiële middelen.
Het is cruciaal om hierop voorbereid te zijn en strategische keuzes te maken om de continuïteit van gemeentelijke dienstverlening te waarborgen zonder dat dit leidt tot een disproportionele verhoging van de lokale lasten.
En dan?
De Kadernota en de begroting markeren het begin van een jaarlijks terugkerend cyclisch proces.
Het college rapporteert tijdens het begrotingsjaar via de Voorjaarsnota en Najaarsnota over de voortgang van de uitvoering van de begroting.
Na afloop van het jaar legt zij via de jaarstukken verantwoording af door de volgende vragen te beantwoorden:
• Wat hebben we bereikt?
• Wat hebben we daarvoor gedaan?
• Wat hebben deze inspanningen gekost?
En dit proces herhaalt zich elk jaar opnieuw, met een scherp oog op de financiële uitdagingen die de toekomst brengt, zoals het ravijnjaar 2026.