A. Overzicht baten en lasten en toelichting

A1. Meerjarenperspectief

Terug naar navigatie - A1. Meerjarenperspectief

De begroting 2025 is de eerste jaarschijf van de meerjarenraming 2025-2028. De gemeenteraad stelt door het vaststellen van de begroting 2025 alleen de budgetten vast van 2025. De presentatie van cijfers van de latere jaren heeft als doel inzicht te geven in de financiële positie. Met het oog op de ravijnjaren moet de begroting van het eerste begrotingsjaar (na correctie van de incidentele baten en lasten, zie A4) of de laatste begrotingsjaar sluitend zijn. De provinciale toezichthouder zal dan naar verwachting de begroting goedkeuren (repressief toezicht i.p.v. preventief toezicht).

Fin.Begr.A1-1
Tabel meerjarig overzicht baten en lasten per programma
Begroting Gemeentebreed (x 1.000,-) Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
2023 2024 2025 2026 2027 2028
Prog. 1: Burger en Bestuur Lasten -6.115 N -5.941 N -6.393 N -6.507 N -6.582 N -6.410 N
Prog. 2: Openbare Ruimte Lasten -10.493 N -10.859 N -11.727 N -11.727 N -11.552 N -11.558 N
Prog. 3: Ruimte, Wonen, Duurzaamh en Eco. Lasten -13.985 N -16.992 N -11.487 N -11.377 N -10.600 N -11.137 N
Prog. 4: Sociaal Domein Lasten -36.859 N -35.586 N -36.796 N -36.710 N -36.250 N -36.278 N
Totaal lasten -67.452 N -69.378 N -66.403 N -66.321 N -64.984 N -65.383 N
Prog. 1: Burger en Bestuur Baten 702 V 677 V 760 V 840 V 897 V 846 V
Prog. 2: Openbare Ruimte Baten 3.795 V 3.872 V 4.396 V 4.446 V 4.494 V 4.524 V
Prog. 3: Ruimte, Wonen, Duurzaamh en Eco. Baten 9.734 V 13.136 V 8.337 V 8.076 V 7.205 V 7.865 V
Prog. 4: Sociaal Domein Baten 11.816 V 7.576 V 7.203 V 7.247 V 6.845 V 6.846 V
Totaal baten 26.046 V 25.261 V 20.696 V 20.609 V 19.441 V 20.081 V
Alg. Dekkingsmiddelen 49.287 V 52.610 V 55.876 V 53.626 V 53.980 V 54.441 V
Overhead -9.949 N -10.888 N -11.552 N -11.222 N -11.259 N -11.306 N
Saldo van baten en lasten excl. mutaties reserves -2.068 N -2.395 N -1.383 N -3.308 N -2.822 N -2.166 N
Saldo mutaties reserves 1.855 V 2.395 V 1.510 V 1.596 V 1.561 V 1.476 V
Begrotingssaldo -213 N -0 N 127 V -1.711 N -1.261 N -689 N
Correctie incidentele baten en lasten (zie Tabel A4) -90 N -73 N -95 N -95 N
Structureel begrotingssaldo 2025 217 V -1.639 N -1.166 N -594 N

A2. Financiële uitgangspunten

Terug naar navigatie - A2. Financiële uitgangspunten

De (financiële) vertrekpunten van de voorliggende begroting 2025 zijn:
1. het coalitieakkoord 2022-2026 Bouwen aan een duurzaam, sociaal en veilig Drimmelen;
2. de programmabegroting 2024;
3. de Voorjaarsnota 2024;
4. de Kadernota 2025;
5. de septembercirculaire 2024;
6. alle overige raadsbesluiten tot september 2024.

Terug naar navigatie - Financieel beleidskader raadsperiode 2019-2022

Financieel beleidskader 

In deze paragraaf leggen we de regels, uitgangspunten en principes uit die we gebruiken bij het opstellen van de begroting. Deze uitgangspunten zijn gebaseerd op het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) of gemeentelijk beleid dat in lijn is met de wet. Het beleidskader bestaat uit de volgende onderdelen:
•    Algemene uitgangspunten
•    Uitgangspunten specifieke begrotingsonderdelen
•    Financiële positie
•    Verbonden Partijen.

Terug naar navigatie - Algemene uitgangspunten

Algemene uitgangspunten

Structureel sluitende begroting

De meerjarenbegroting moet minstens structureel sluitend zijn.  Als blijkt dat er bij de Kadernota begrotingstekorten ontstaan, geeft de gemeenteraad richtingen aan om deze tekorten te verminderen. Bij het opstellen van de begroting kan vervolgens besloten worden hoe deze oplossingen verder uitgewerkt worden.

Behoedzame en reële ramingen
Bij het maken van de begroting werken we met voorzichtige en realistische schattingen. We proberen ervoor te zorgen dat de jaarrekening zo min mogelijk afwijkt van de bijgestelde begroting.

Structurele uitgaven worden structureel gedekt
Structurele uitgaven mogen niet worden gedekt door eenmalige inkomsten of meevallers. Uit de post Onvoorzien (ter waarde van € 5.000) worden geen structurele uitgaven betaald.

Financiële tegenvallers binnen programma's opvangen
Financiële tegenvallers door hogere kosten of lagere inkomsten moeten binnen het eigen programma worden opgevangen, bijvoorbeeld door besparingen of hogere inkomsten. Het college maakt een afweging over het gebruik van eventuele hogere inkomsten. De eerste verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de betreffende portefeuillehouder(s).

Financiële meevallers
Onverwachte financiële voordelen in de exploitatie tijdens het jaar worden expliciet voorgelegd aan het college voor besluitvorming.

Integrale afweging
De gemeenteraad weegt de wensen voor nieuw beleid af tegen de beschikbare financiële ruimte tijdens de begroting, die in het najaar voor het begrotingsjaar wordt besproken. Het college werkprogramma vormt hierbij de basis. De Kadernota geeft inzicht in de financiële ruimte en de wensen voor nieuw beleid. Deze nota is daarom bepalend voor de inhoud van de Programmabegroting voor het volgende jaar. Afwijken hiervan kan alleen met toestemming van de raad. De definitieve besluiten worden genomen tijdens de begrotingsbehandeling in het najaar.

Oud voor nieuw beleid
Als het college of de raad extra budget aanvraagt op een ander moment dan tijdens de integrale afweging, moet aangegeven worden waar de dekking vandaan komt. Tenzij er al een duidelijke dekking is, moet in het raadsvoorstel vermeld worden welk bestaand beleid geschrapt of verminderd wordt. Daarnaast streeft het college ernaar om eenmaal in het jaar nieuwe beleid en daarmee nieuwe budgetten te begroten. Dit is tijdens de begroting, zodat een goede integrale afweging gemaakt kan worden.

Terug naar navigatie - Uitgangspunten specifieke begrotingsonderdelen

Uitgangspunten specifieke begrotingsonderdelen

Algemene uitkering

In deze begroting is rekening gehouden met de financiële gegevens uit de septembercirculaire. De aantallen die door de overheid zijn gebruikt, zoals het aantal woningen en leerlingen, zijn overgenomen. De begroting maakt duidelijk welke specifieke middelen gereserveerd zijn voor bepaalde doeleinden.

Investeringen

De investeringsomvang is gebaseerd op de meerjarige investeringsprognose, die elk jaar bij de Kadernota wordt bijgewerkt.

Kapitaallasten

We berekenen de kapitaallasten van vaste activa op basis van de boekwaarde en de resterende looptijd. Voor 2025 is het rente-omslagpercentage, dat we gebruiken om de kosten te verdelen, vastgesteld op 1,3 %.  De rente wordt berekend over de boekwaarde aan het begin van het jaar (zie ook de Paragraaf Financiering).
In het jaar van investering wordt de afschrijving berekend over de helft van het geïnvesteerde bedrag. Alle materiële activa worden lineair afgeschreven. Bij de afschrijvingen van eerder goedgekeurde kredieten gaan we ervan uit dat investeringen die nog niet zijn uitgevoerd, in het volgende begrotingsjaar worden gerealiseerd.

Lokale lasten/heffingen

De OZB-tarieven worden verhoogd met een percentage dat is gebaseerd op de algemene kostenstijging. Dit percentage is een gewogen gemiddelde van de verwachte inflatie en de loonkostenstijging van het personeel, gecorrigeerd met het verschil tussen de schatting en de werkelijke cijfers van het vorige begrotingsjaar. Voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing geldt een systeem van volledige kostendekking, waarbij gebruik wordt gemaakt van egalisatievoorzieningen, zowel vooraf als achteraf. Andere heffingen worden aangepast op basis van de verwachte prijsontwikkeling (zie ook Indexering).

Loonkostenontwikkeling

Het loonniveau is gebaseerd op de salaristabellen van mei. Ontwikkelingen in de cao en periodieke verhogingen vanaf juni worden meegenomen in de begroting van het komende jaar. Voor de indexering van de loonkosten wordt de informatie uit de meicirculaire gebruikt.

Te verstrekken subsidies

De subsidies worden geïndexeerd met hetzelfde percentage als de gemeentelijke kostenontwikkeling.

Indexering

De gemeentelijke begroting wordt elk jaar aangepast aan de verwachte prijsontwikkelingen, die zijn gebaseerd op de inflatiepercentages van het Centraal Planbureau (CPB). Er is gerekend met constante prijzen, wat betekent dat alleen voor het eerste begrotingsjaar rekening wordt gehouden met prijsstijgingen. Deze uitgangspunten leiden onder andere tot het volgende overzicht:

Tabel Finbgr-A2
Begrotingsrichtlijnen Begroting 2025 Kadernota 2025 Begroting 2024
Uitgaven
Salariskosten 3,30% 2,30% 7,40%
Goederen en diensten 2,30% 2,30% 3,50%
Subsidies professionele ogranisaties 5,60% 4,60% 6,50%
Inkomsten
Huren en pachten 2,30% 2,30% 3,50%
OZB-opbrengsten 4,30% 2,30% 4,30%
Leges burgerzaken 1 1 1
Leges burgerzaken 2 2 2
1 De leges burgerzaken zijn voor een belangrijk deel bepaald door het Rijk. De overige tarieven stijgen conform de overige kosten.
2 Voor de kostendekkende tarieven wordt verwezen naar de paragraaf Lokale heffingen.
Van deze indices kan afgeweken indien hiervoor gegronde redenen zijn, zoals bijvoorbeeld contractuele afspraken of een afgesloten CAO.
Terug naar navigatie - Financiële positie

Financiële positie

Reserves
Het beleid voor reserves en voorzieningen is vastgelegd in de financiële regels. De gemeenteraad is verantwoordelijk voor het aanleggen van reserves. In de begroting worden verrekeningen met reserves per programma weergegeven. Het overzicht van het saldo voor en na bestemming laat zien hoe deze verrekeningen het saldo beïnvloeden. De verwachte stand van de reserves is gebaseerd op de laatste jaarrekening en houdt rekening met toevoegingen en onttrekkingen in de huidige begroting. Er wordt geen rente berekend over de reserves. Elk jaar wordt er kritisch gekeken naar de noodzaak, de hoogte en de besteding van de reserves.

Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit is de hoeveelheid middelen en mogelijkheden die de gemeente heeft of kan krijgen om onverwachte, grote kosten te betalen die niet zijn opgenomen in de begroting. Wanneer financiële tegenvallers blijvend zijn en geen risico meer vormen, moeten ze in de begroting worden opgenomen (zie ook Paragraaf Weerstandsvermogen). De regels over risicobeheersing en weerstandscapaciteit staan in de 'Nota risicomanagement en weerstandsvermogen' van februari 2021. Voor de risicoratio gebruiken we de onderstaande indeling. De raad heeft vastgesteld dat deze ratio minimaal 1 moet zijn.

Onderhoudsvoorzieningen
Voor onderhoudsvoorzieningen is altijd een actueel meerjarig onderhoudsplan beschikbaar met een planningshorizon voor minimaal vier jaar / een bestuursperiode. De stortingen in en onttrekkingen uit de voorziening zijn verwerkt in de begroting. Ook over de voorzieningen wordt geen rente berekend.

Financiering
De Treasury-activiteiten van de gemeente zijn bedoeld om de publieke taken uit te voeren. Ze moeten voorzichtig worden uitgevoerd en mogen niet gericht zijn op het maken van winst door onnodig hoge renterisico's te nemen (zie ook het Treasury-statuut en paragraaf D. Financiering).

Grondbeleid
Het beleid kent meerdere uitgangspunten:
1. het realiseren van de ruimtelijke doelstellingen op het gebied van sociaal beleid, volkshuisvesting, economie, onderwijshuisvesting etc.;
2. het genereren van financiële middelen mede ter dekking van de aan plannen toe te rekenen kosten;
3. zoveel mogelijk risico’s beperken op grond van overeenkomsten en het aanbrengen van prioriteiten bij niet rendabele projecten.

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

Verbonden partijen

Volgens spelregel 4 van de regionale kadernota moeten de gemeenten die deelnemen aan een verbonden partij elk jaar in november richtlijnen vaststellen. Deze richtlijnen geven aan hoe verbonden partijen hun beleid en financiën voor het komende begrotingsjaar moeten plannen.
Het college geeft in de paragraaf "Verbonden Partijen" algemene richtlijnen die gelden voor de Kaderbrief 2025 en de Begroting 2025 van iedere Gemeenschappelijke Regeling (GR). Daarnaast staan in bijlage 6 specifieke richtlijnen voor enkele GR'en.

A3. Verschillen lasten en baten ten opzichte van vastgestelde meerjarenbegroting

A3. Verschillen lasten en baten ten opzichte van vastgestelde meerjarenbegroting

Terug naar navigatie - A3. Verschillen lasten en baten ten opzichte van vastgestelde meerjarenbegroting

Na de bespreking van de vastgestelde meerjarenbegroting door de raad is deze financieel verwerkt. Hierbij zijn ook de wijzigingen in  onder andere de begrotingsrichtlijnen en kapitaallasten doorgevoerd. De uitkomst van het verwerken van alle gegevens in de begroting wijkt altijd af van de schattingen bij de vastgestelde meerjarenbegroting. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste verschillen tussen de vastgestelde meerjarenbegroting 2024 en de Begroting 2025, die het verschil in perspectief tussen de twee documenten verklaren.

Toelichting op de belangrijkste afwijkingen

Terug naar navigatie - Toelichting op de belangrijkste afwijkingen
Tabel Finbgr-A3.1
Bedragen x € 1.000 Prg. 2025 2026 2027 2028
Primaire (meerjaren)begroting 2024 966 V -2.295 N -1.658 N -937 N
Najaarsnota 2023 -130 N -130 N -130 N -130 N
Voorjaarsnota 2024 -18 N 1.155 V 1.264 V 684 V
Raadsbesluiten tot en met september 2024 -18 N 0 V 0 V 0 V
Vastgestelde meerjarenbegroting 2024 e.v. 800 V -1.270 N -524 N -383 N
Financiële afwijkingen begroting 2025
1. (Rijks)leges 1 38 V 46 V 60 V 63 V
2. Verkiezingen 1 73 V -20 N -70 N 72 V
111 V 25 V -10 N 135 V
3. Onderhoud openbaar groen 2 30 V 30 V 30 V 30 V
4. Hogere toerekening BTW, rente, salaris en overhead lasten aan rioolheffing 2 417 V 513 V 436 V 394 V
447 V 543 V 465 V 424 V
5. Leges omgevingsvergunning 3 -271 N -271 N -271 N -271 N
6. Actieve en faciliterende grondexploitaties: hogere toerekening salaris en overhead lasten 3 367 V 393 V 219 V 205 V
7. Hogere toerekening BTW, rente, salaris en overhead lasten aan afvalstoffenheffing 3 147 V 146 V 142 V 113 V
243 V 269 V 90 V 48 V
8. Begroting KCV (Deeltaxi) 4 125 V 125 V 125 V 125 V
9. Aanbesteding leerlingenvervoer 4 -100 N -100 N -100 N -100 N
10. Indexering.Jeugdzorg Ambulant 4 -460 N -460 N -460 N -460 N
11. Volumestijging Jeugdzorg 4 -200 N -200 N -200 N -200 N
12. Opvang en beschermd wonen (WMO) 4 117 V
13. Correctie stelpost jeugdzorg o.b.v. septembercirculaire 4 -500 N -500 N -500 N
-518 N -1.135 N -1.135 N -1.135 N
14. Correctie stelpost jeugdzorg o.b.v. septembercirculaire AlgD 500 V 500 V 500 V
15. Algemene uitkering: septembercirculaire AlgD 341 V 452 V 296 V 251 V
16. WOZ-opbrengsten (areaaluitbreiding) AlgD 193 V 283 V 309 V 541 V
17. Bijdrage SVHW (WOZ) AlgD -125 N -125 N -125 N -125 N
18. Financiering: langlopende rentelasten AlgD -744 N -664 N -532 N -335 N
-336 N 446 V 447 V 832 V
19. Personeel & Organisatie: salarissen, arbeidsvoorwaarden en opleidingen O -423 N -402 N -491 N -476 N
20. Ondersteuning organisatie: ICT en facilitaire zaken O -173 N -184 N -184 N -184 N
-596 N -586 N -676 N -660 N
Diverse kleine verschillen Div -25 N -3 N 81 V 51 V
Totaal financiële afwijkingen begroting 2025 -674 N -441 N -737 N -305 N
Saldo begroting 2025 127 V -1.711 N -1.261 N -689 N
Correctie incidentele baten en lasten (zie Tabel A4) -90 N -73 N -95 N -95 N
Structureel begrotingssaldo 2025 217 V -1.639 N -1.166 N -594 N

Toelichting op de belangrijkste afwijkingen

 Programma 1.

1. (Rijks)leges
Op basis van leges opbrengsten voor huwelijken waarbij er rekening gehouden is met een beperkte stijging aan leges en huwelijken.

2. Verkiezingen
De uitgaven waren in alle jaren gelijk geraamd. In 2025 verwachten we geen verkiezingen meer. In 2026 zijn er wel verkiezingen voor de Gemeenteraad waarbij we geen extra bijdrage van het rijk verwachten.

Programma 2.

3. Onderhoud openbaar groen
We geven uitvoering aan de motie “groenonderhoud aanpassen” van de gemeenteraad. Dit betekent op het programma Openbare ruimte op het onderdeel groenonderhoud een totale verlaging van het budget met € 29.500 exclusief BTW. Om de besparing te halen vormen we tenminste 20% van het areaal gazon om naar berm en verhogen we hiermee de biodiversiteit. Het onderhoud van boomspiegels in gazon passen we aan van onkruidbeheersing naar ‘bijmaaien’. Vooraf aan de uitvoering maken we een communicatieplan.  

4. Hogere toerekening BTW, rente, salaris en overhead lasten aan rioolheffing
Door de hogere kosten voor onderhoud riolering (BTW toerekening, hogere salaris- en overheadlasten, en hogere rentelasten stijgen hiermee ook de te verhalen kosten middels de tarieven rioolheffing.  Dit is een voordeel voor de (meerjaren)begroting. De hogere lasten voor overhead en rente zijn op de programma's Overhead en Algemene dekkingsmiddelen verantwoord.  Dit betreft het deel wat "terugverdiend" wordt middels de tarieven.

Programma 3.

5. Leges omgevingsvergunning
Met de Omgevingswet is ook de Wet kwaliteitsborging in 2024 in werking getreden. De wet kwaliteitsborging neemt de technische toets voor gevolgsklasse 1 (op de grond gebouwde woningen) voor zijn rekening. Wij hebben minder werk bij een vergunning en brengen minder leges in rekening dit resulteert in een lagere opbrengt aan leges in 2025 en verder. De flexibele schil in de formatie wordt hiervoor ook naar beneden bijgesteld. 

6. Actieve en faciliterende grondexploitaties: hogere toerekening salaris en overhead lasten
Dit betreft de toerekening van salaris en overhead lasten aan de grondexploitaties  op basis van urenraming eigen personeel. De doorbelasting ervan is opgenomen als voordeel in programma Overhead (conform BBV). De bedragen voor de actieve grondexploitaties zijn gebaseerd op de geactualiseerde grondexploitaties (zie voor een inhoudelijke toelichting Paragraaf G. Grondbeleid). Voor de faciliterende grondexploitaties zijn de bedragen vanaf begroting 2025 e.v. als structureel opgenomen.

7. Hogere toerekening BTW, rente, salaris en overhead lasten aan afvalstoffenheffing
Door de hogere kosten voor de afvalinzameling (BTW toerekening, hogere salaris- overheadlasten, en hogere rentelasten  stijgen hiermee ook de te verhalen kosten middels de tarieven afvalstoffenheffing.  Dit is een voordeel voor de (meerjaren)begroting. De hogere lasten voor overhead en rente zijn op de programma's Overhead en Algemene dekkingsmiddelen verantwoord.  Dit betreft het deel wat "terugverdiend" wordt middels de tarieven.

Programma 4.

8. Begroting KCV (Deeltaxi)
In eerste instantie was de verwachting vanuit Regio West-Brabant dat de kosten vanaf 2025 zouden gaan stijgen naar aanleiding van de uitkomsten van de eerder dit jaar lopende aanbestedingsprocedure. Dit blijkt uiteindelijk niet het geval te zijn. Daarnaast valt tevens het vervoersvolume lager uit dan verwacht. Dit was aanleiding voor Regio West-Brabant om een aangepaste begroting voor te leggen aan de deelnemende gemeenten. De aanpassing leidt tot een structureel voordeel van ongeveer € 125.000 voor de begroting van de gemeente Drimmelen.

9. Aanbesteding leerlingenvervoer
In verband met de kostenstijging van brandstof en lonen en een groei van het aantal leerlingen is het budget LLV in de Voorjaarsnota 2024 structureel met € 200.000 opgehoogd. Opnieuw gaan de kosten stijgen naar aanleiding van de aanbesteding vanaf 1 augustus 2024. In de begroting 2025 is alvast rekening gehouden met deze ontwikkelingen en daarom is het budget voor LLV € 100.000 structureel extra bij geraamd.

10.  Indexering Jeugdzorg Ambulant
De regio West Brabant Oost koopt per 1 januari 2025 de ambulante jeugdhulp opnieuw in. Bij een verlenging is een regio of gemeente, conform de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB), verplicht opnieuw reële tarieven te berekenen. Een externe partij is ingeschakeld om een onafhankelijk tarievenonderzoek ambulante jeugdhulp uit te voeren. Uit dit onderzoek komt een gemiddelde index voor ambulante jeugdhulp naar voren van 13,16%. Dit heeft een structureel nadelig effect van € 460.000.

11. Volumestijging Jeugdzorg
Recent heeft Regio WBO Jeugd een nieuwe kwartaalprognose afgegeven voor 2024. Bij het opstellen van begroting 2025 is deze prognose als basis genomen. Voor enkele zorgcategorieën is de inschatting van de prognose te onzeker en is gekozen om het op te nemen in de risicoparagraaf. Dit betreft met name “incidentele” zorgkosten, zoals JeugdzorgPlus. Het bij ramen van de kosten jeugdzorg heeft een structureel nadelig effect van € 200.000 als gevolg.

12. Opvang en beschermd wonen (WMO)
In de meicirculaire is de integratie-uitkering voor 2025 geïndexeerd met € 1,9 miljoen. Vanwege deze indexering is de verwachting vanuit de regio geschetst dat in 2025 meer terug zal vloeien dan eerder is gecommuniceerd bij de Voorjaarsnota. Het gaat om een incidenteel voordeel van € 117.000 voor begroting 2025. Voor de jaren na 2025 is niet voldoende zekerheid of de ontwikkeling van overschoten in de afgelopen jaren door blijft zetten.

13. & 14. Correctie stelpost jeugdzorg o.b.v. septembercirculaire

De extra bezuiniging op de jeugdzorg van 511 miljoen euro per jaar wordt definitief geschrapt. Uitgangspunt is dat het vervallen van de extra korting geen budgettair effect heeft. Het verloopt budgettair neutraal, omdat in de begroting van gemeente Drimmelen voor Jeugdzorg rekening is gehouden met de voorgenomen besparing en een lagere raming van de uitgaven heeft plaatsgevonden.  Dit betekent voor de gemeente Drimmelen dat de ingeboekte besparing van € 500.000 nu ook voor 2026 en verder kan worden teruggedraaid. Daar tegenover staan dus de extra inkomsten vanuit de algemene uitkering. In de voorjaarsnota is al rekening gehouden met het vervallen van de geraamde extra besparing voor begrotingsjaar 2025.



 

Algemene dekkingsmiddelen

15. Algemene uitkering: septembercirculaire
Dit betreft het effect van de septembercirculaire ten opzichte van de meicirculaire. Voor verdere toelichting is hierop gegeven onder het begrotingsonderdeel 'Algemene dekkingsmiddelen'.

16. Onroerend zaak belasting (areaaluitbreiding)
Aan de hand van de meerjarenperspectief van Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling (SVHW) zijn de berekende onroerende zaakbelastingen begroot.

17. Bijdrage SVHW (belastingen)
Daadwerkelijke deelnemersbijdrage aan SVHW meegenomen in begroting 2025 aan de hand van de opgegeven begroting 2025 van SVHW.

18. Financiering: langlopende rentelasten
Daadwerkelijk berekende behoefte aan financiële middelen, waarbij rekening is gehouden met toekomstige investeringen.

Overhead

19. Personeel & Organisatie: salarissen, arbeidsvoorwaarden en opleidingen
•    Salarisverhogingen ca. (€ 220.000)
•    Extra Opleidingsbudget CAO technisch vastgelegd ca. (€ 26.000).
•    Secundaire arbeidsvoorwaarden door prijsstijgingen verzekeringen en een vast % over de salarisverhogingen ca. (€ 178.000).

20. Ondersteuning organisatie: ICT en facilitaire zaken
•    Licentiekosten Nieuw Financieel Systeem PinkRoccade (€ 61.000),
•    Extra toename hostingskosten VerSAASsing (€ 40.000),
•    Uitbreiding Dienstverleningstraject pakket (€ 19.000).
•    Facilitaire zaken: Minder benodigde uren van het Inkoopbureau voor het inkoopbeleid (€ 34.860).



A4. Overzicht incidentele baten en lasten 2025-2028

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Voor een gezonde financiële positie moeten de structurele lasten worden gedekt door structurele baten.
De provincie beoordeelt de begroting en meerjarenbegroting hierop. De incidentele baten en lasten worden daarbij uit de begrotingssaldi gezuiverd. Om in aanmerking te komen voor repressief toezicht in 2025 dient deze ‘gezuiverde’ begroting in evenwicht te zijn of dient de meerjarenraming duidelijk te maken dat dit evenwicht in de jaren tot 2028 tot stand wordt gebracht. Daarbij dienen de ramingen volledig en reëel te zijn. Ten tweede dient de jaarrekening (15 juli) en de begroting (15 november) tijdig bij de provincie te zijn.
In het algemeen geldt, dat een gemeente structurele taken uitvoert en daarvoor structurele lasten raamt in de begroting. Structurele lasten zijn dus de regel, incidentele lasten zijn de uitzondering. Onttrekking uit reserves zijn echter in principe incidenteel. De aard van de post bepaalt dus of deze incidenteel is. Om deze reden worden de belangrijkste incidentele lasten daarom toegelicht in de begroting. Om te beoordelen of de begroting structureel sluitend is, worden de begrotingssaldi gecorrigeerd met het saldo van incidentele baten en lasten.

Terug naar navigatie - Gezuiverd saldo
Tabel Finbgr-A4.1
Begroting Inc. Baten en lasten (x 1.000,-) Nr. 2025 2026 2027 2028
Overige grondzaken 3.1 669 V 927 V 59 V 715 V
Totaal Exploitatie 3.2 10 V 10 V 10 V 10 V
Totaal baten: Exploitatie 679 V 937 V 69 V 725 V
Actief grondbeleid: reservemutatie Bovenwijkse voorzieningen 3.1 0 V 50 V 50 V 0 V
Algemene Bedrijfsreserve grondbedrijf (3.1 BIE in wording) 3.1 111 V 0 V 0 V 0 V
Reserve Duurzaamheid 3.3 5 V 0 V 0 V 0 V
Algemene reserve: sociaal cultureel centrum Dorpshart Made: inzet locatiemanager 4.1 45 V 23 V 0 V 0 V
Totaal baten: Onttrekking Reserves 161 V 73 V 50 V 0 V
Totaal baten 839 V 1.010 V 119 V 725 V
Actief grondbeleid 3.1 -499 N -927 N -109 N -680 N
Overige grondzaken 3.2 -5 N -5 N -5 N -5 N
Sociaal cultureel centrum Dorpshart Made: inzet locatiemanager 4.1 -45 N -23 N 0 V 0 V
Totaal lasten: Exploitatie -549 N -932 N -114 N -685 N
Algemene Bedrijfsreserve grondbedrijf: winstnemingen 3.1 -245 N -50 N 0 V 0 V
Bovenwijkse voorzieningen: actieve grondexploitatie 3.1 -36 N 0 V 0 V -35 N
Bovenwijkse voorzieningen: faciliterende grondexploitatie 3.4 -100 N -100 N -100 N -100 N
Totaal lasten: Onttrekking Reserves -381 N -150 N -100 N -135 N
Totaal lasten -929 N -1.082 N -214 N -820 N
Saldo baten en lasten -90 N -73 N -95 N -95 N
Onttrekkingen reserves 161 V 73 V 50 V 0 V
Stortingen reserves -381 N -150 N -100 N -135 N
Saldo reserves -220 N -78 N -50 N -135 N
Tabel Finbgr-A4.2
Gezuiverd saldo (bedragen x € 1.000) Zie tabel 2025 2026 2027 2028
Saldo baten en lasten Finbgr-A1.1 -1.383 N -3.307 N -2.822 N -2.165 N
Toevoegingen en onttrekkingen reserves Finbgr-A1.1 1.510 V 1.596 V 1.561 V 1.476 V
Begrotingssaldo na bestemming 127 V -1.711 N -1.261 N -689 N
Waarvan incidentele baten en lasten Finbgr-A4.1 90 N 73 N 95 N 95 N
Structureel begrotingssaldo 217 V -1.639 N -1.166 N -594 N

Toelichting incidentele baten en lasten

Terug naar navigatie - Toelichting incidentele baten en lasten

Programma 3. Ruimte, wonen, duurzaamheid en economie

3.1 Actief grondbeleid
Conform "notitie structurele en incidentele baten en lasten" van de Commissie BBV worden alle lasten, baten en reservemutaties met betrekking tot grondexploitaties gezien als incidenteel.

3.2 Overige grondzaken
Conform "notitie structurele en incidentele baten en lasten" van de Commissie BBV worden alle lasten en baten met betrekking tot verkoop eigendommen / activa (incl. snippergroen / reststroken) gezien als incidenteel.

3.3 Reserve Duurzaamheid / 3.4 Bovenwijkse voorzieningen: faciliterende grondexploitatie
Conform "notitie structurele en incidentele baten en lasten" van de Commissie BBV worden alle reservemutaties (m.u.v. reserve Kapitaallasten) gezien als incidenteel.

Programma 4. Sociaal domein

4.1 Sociaal cultureel centrum Dorpshart Made: inzet locatiemanager
Dit betreffen kosten voor de tijdelijke inhuur van een locatiemanager vanwege eenmalige opstartperiode van de nieuwe Stichting de Bernardus die het sociaal cultureel centrum gaat exploiteren. Na deze opstartperiode komen de kosten van de locatiemanager voor rekening van de Stichting. 

Conclusie

Terug naar navigatie - Conclusie

Op basis van bovenstaande tabel is de vastgestelde begroting na correctie incidentele baten en lasten voor 2025 structureel sluitend, waardoor de gemeente in aanmerking blijft komen voor repressief toezicht door de provincie.

A5. Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

Terug naar navigatie - A5. Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

Mutaties in reserves zijn in principe incidenteel, tenzij er redenen zijn om ze structureel op te nemen in de begroting. In de onderstaande tabel staan de verwachte structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves.

Tabel Finbgr-A5.1
Structurele reservemutaties
Omschrijving 2025 2026 2027 2028
Geraamde structurele verminderingen
Reserve kapitaallasten 1.729.594 1.673.621 1.610.807 1.610.807
Totaal onttrekkingen 1.729.594 1.673.621 1.610.807 1.610.807