Inleiding
Het financieringsbeleid van de gemeente betreft het risicobeheer van de financieringsportefeuille en geeft inzicht in de rentelasten, het renteresultaat, de wijze waarop rente aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden wordt toegerekend en de financieringsbehoefte. Voor iedere gemeente zijn de wettelijke kaders vastgesteld volgens de wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO), wat uitgewerkt is in het Treasurystatuut 2017.
A 1. Renterisico's
Renterisico’s verdelen we in het renterisico van de vlottende schuld (kortlopende leningen) en het renterisico van de vaste schuld (langlopende geldleningen).
A 1.1. Renterisico vlottende schuld (kortlopende leningen)
Voor het kasgeldlimiet is een wettelijk maximum vastgesteld in de wet FIDO, wat neer komt op 8.5% van het begrotingstotaal. Als we deze limiet meer dan twee kwartalen achter elkaar overschrijden, word er vanuit de wet Fido aangegeven dat er een langlopende lening aangegaan dient te worden. Door het hoge gebruik van kortlopende leningen in 2023, was het renterisico hoog, wegens herfinanciering en de gevolgen van de inflatie die resulteerde in een oplopende rente.
Tabel Par.D-1 | |
---|---|
Toets kasgeldlimiet | Bedragen x € 1.000 |
Omschrijving | Bedrag (€) |
Begrotingstotaal m.u.v. mutaties in reserves | 77.047 |
Toegestane kasgeldlimiet (8,5% begrotingstotaal) | 6.549 |
A 1.2 Renterisico vaste schuld (langlopende leningen): renterisiconorm
De renterisiconorm heeft als doel het renterisico bij herfinanciering te beheersen. De renterisiconorm houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen, volgens de wet Fido, niet 20% van het begrotingstotaal overschrijden. De vaste schuld is hierbij omschreven als de opgenomen leningen met een rentevaste periode van één jaar of langer.
Tabel Par.D-2 | ||||
---|---|---|---|---|
Toets renterisiconorm | Bedragen x € 1.000 | |||
Omschrijving | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
1. Renteherziening op vaste schuld | - | - | - | - |
2. Aflossingen | 1.296 | 1.146 | 3.146 | 1.146 |
3. Renterisico (1+2) | 1.296 | 1.146 | 3.146 | 1.146 |
4. Begrotingstotaal | 77.047 | 71.603 | 69.691 | 68.363 |
5. Renterisiconorm (20% begrotingstotaal) | 15.409 | 14.321 | 13.938 | 13.673 |
Ruimte (+) / overschrijding (-) (5 - 3) | 14.113 | 13.175 | 10.792 | 12.527 |
In 2024 vinden geen renteherzieningen op vaste geldleningen plaats. Ditzelfde jaar zal een lening van € 3.000.000 volledig afgelost zijn.
Om na te gaan of de gemeente Drimmelen de vlottende schulden van 2024 kan bekostigen, is een liquiditeitsprognose voor dat jaar opgesteld. Daardoor is de keuze gemaakt in 2023 een langlopende lening aan te trekken. Om te zorgen dat het kasgeldlimiet niet overschreden zal worden en het renterisico van de gemeente Drimmelen binnen de normen blijft, is er gekozen voor een langlopende lening die voldoende dekkend is. Voor de periode is rekening gehouden met de verwachte ontwikkelingen van de rentepercentages en de verwachting van een daling in komende jaren.
Rentevisie
Het doen van voorspellingen van de rentetarieven over een half jaar, over een jaar of later in de tijd, is met nog meer onzekerheid omgeven dan anders. Bij een normale rentestructuur (rentepercentage langlopende leningen is hoger dan van kortlopende leningen) is het beleid dat zoveel mogelijk tot de kasgeldlimiet met kortgeld (<= 1 jaar) gefinancierd wordt. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft de keuze gemaakt de rente sinds 2022 te verhogen. Met een verhoogde rente zijn mensen en bedrijven minder geneigd om geld te lenen of uit te geven. Wat resulteert in een nadeliger rentetarief voor kortlopende leningen ten opzichte van langlopende leningen. Met deze ontwikkeling, houd de gemeente rekening bij het aangaan van een langlopende lening.
In de macro-economische projecties van juni 2023 verwacht het Eurosysteem dat de totale inflatie uitkomt op gemiddeld 5,4% in 2023, 3,0% in 2024 en 2,2% in 2025. De ECB heeft per juli 2023 besloten de drie basisrentetarieven met 25 basispunten te verhogen. Dit betekent dat het rentetarief voor de depositofaciliteit met ingang van aug 2023 verhoogd zijn tot respectievelijk 3,75%. Wij verwachten dat de rente mogelijk nog eenmaal met 25 basis punten verhoogd wordt en daarna voorlopig stabiel zal blijven.
A 2. Kredietrisico's
Het kredietrisico bepaalt het risico dat de gemeente loopt door tegenpartijen die verplichtingen niet (tijdig) kunnen nakomen. De wet Fido stelt eisen aan tegenpartijen en producten op de geld- en kapitaalmarkt waardoor kredietrisico’s beperkt worden. Er zijn meerdere kredietrisico's waar de Gemeente Drimmelen rekening mee houd, waaronder; het risico dat de gemeente loopt door verstrekte leningen en beleggingen en het verstrekken van gemeentegaranties.
Sinds 2013 is de gemeente verplicht om tijdelijk overtollige financieringsmiddelen aan te houden in de schatkist (=schatkistbankieren). Het kredietrisico blijft hierdoor onveranderd laag maar het rendement is marginaal.
A 2.1 Kredietrisico ten aanzien van gemeentegaranties (borgstellingen)
De gemeente Drimmelen staat borg tegenover geldgevers voor de betaling van rente en aflossing op langlopende geldleningen die door organisaties, instellingen of verenigingen zijn aangevraagd. De activiteiten die deze partijen verzorgen moeten dan wel in het verlengde liggen van de gemeentelijke taken. Deze borgstellingen beperken zich vooral tot de woningbouwvereniging en sportverenigingen. Voor de borgstellingen aan de woningbouwvereniging staat de gemeente Drimmelen garant als achtervang op het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).
Tabel Par.D-3 | |||
---|---|---|---|
Direct gewaarborgde geldleningen | Bedragen x € 1.000 | ||
Omschrijving | Begr. 31-12-2022 | Begr. 31-12-2023 | Begr. 31-12-2024 |
Zorginstellingen | 713 | 609 | 560 |
Woningbouwvereniging | 1.559 | 1.325 | 1.282 |
Sportverenigingen | 422 | 405 | 389 |
Totaal | 2.694 | 2.339 | 2.231 |
Indirect gewaarborgde geldleningen | Bedragen x € 1.000 | ||
Omschrijving | Aflossing 2022 | Rek. 31-12-2022 | |
Woningbouwverenigingen onder WSW verband | 5.776 | 112.849 | |
Totaal | 5.776 | 112.849 |
De gemeente Drimmelen hanteert voor garantiestellingen het volgende uitgangspunt:
Geen gemeentegarantie verlenen voor geldleningen die worden aangegaan door derden zoals stichtingen en verenigingen, behalve:
- de herfinanciering van al bestaande geldleningen waarvoor we in het verleden gemeentegarantie verleenden.
- geldleningen voor sportverenigingen of welzijns-en zorginstellingen. Die beoordelen we apart.