A. Overzicht baten en lasten en toelichting

A. Overzicht baten en lasten en toelichting

Terug naar navigatie - A. Overzicht baten en lasten en toelichting

In de begroting en de jaarrekening is, conform artikel 17 van het BBV, een overzicht opgenomen met de baten en lasten per programma, de algemene dekkingsmiddelen, de overhead, de post onvoorzien, de vennootschapsbelasting en de reservemutaties.

Tabel Finbgr-A.1
(in € 1.000) Realisatie 2022 Begroting 2023 Begroting 2024
Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo
Programma's
1 Burger en Bestuur 523 5.635- 5.112- 635 5.718- 5.083- 677 5.697- 5.020-
2 Openbare ruimte 3.355 9.112- 5.757- 3.733 10.395- 6.662- 3.872 10.629- 6.757-
3 Ruimte, wonen, duurzaamheid en economie 11.493 13.477- 1.984- 13.550 17.179- 3.629- 13.129 16.262- 3.133-
4 Sociaal domein 6.802 31.813- 25.010- 6.248 32.064- 25.817- 6.574 33.001- 26.427-
Subtotaal programma's 22.174 60.037- 37.863- 24.165 65.356- 41.191- 24.252 65.589- 41.337-
Algemene dekkingsmiddelen
Lokale heffingen 5.397 464- 4.933 5.506 531- 4.975 5.736 371- 5.365
Algemene uitkeringen 42.784 3- 42.780 43.981 5- 43.976 46.591 6- 46.586
Saldo financieringsfunctie 138 213- 75- 146 403- 257- 168 561- 393-
Overige alg. dekkingsmiddelen 142 138- 3 - 1.638- 1.638- - 295- 295-
Subtot. alg. dekkingsmiddelen 48.460 818- 47.642 49.633 2.577- 47.056 52.496 1.233- 51.263
Overhead 21 8.183- 8.162- 29 9.105- 9.075- 40 10.209- 10.168-
Onvoorzien - - - - 5- 5- - 5- 5-
Heffing vennootschapsbelasting - 8- 8- - 13- 13- - 13- 13-
Saldo van baten en lasten 70.655 69.046- 1.609 73.828 77.056- 3.229- 76.788 77.047- 259-
Beoogde toevoegingen en onttrekking aan reserves
1 Burger en Bestuur 43 23- 21 41 - 41 19 - 19
2 Openbare ruimte 941 183- 758 665 - 665 1.003 - 1.003
3 Ruimte, wonen, duurzaamheid en economie 1.302 2.714- 1.412- 2.963 2.891- 72 28 581- 553-
4 Sociaal domein 1.744 787- 957 2.535 1.455- 1.080 846 - 846
Alg. dekkingsmidd. en onvoorzien - - - 1.404 307- 1.097 - - -
Overhead 776 267- 509 273 - 273 81 - 81
Subtotaal mutaties reserves 4.807 3.974- 833 7.882 4.653- 3.229 1.977 581- 1.395
Geraamde resultaat 2.442 0 1.136

De begroting 2023 is de door de raad vastgestelde begroting en alle vastgestelde begrotingswijzigingen t/m de Voorjaarsnota 2023.

Uit dit overzicht blijkt dat in 2024 de baten lager zijn dan de lasten (saldo van baten en lasten). De per saldo onttrekkingen uit de reserves zorgen ervoor dat er in 2024 een positief begrotingssaldo (Geraamde resultaat) is. Deze onttrekkingen zijn het gevolg van eerder genomen raadsbesluiten.

In bijlage 3 zijn de begrotingscijfers conform de voorschriften ook over de taakvelden verdeeld.

A1. Meerjarenperspectief

Terug naar navigatie - A1. Meerjarenperspectief

De begroting 2024 is de eerste jaarschijf van de meerjarenraming 2024-2027. De gemeenteraad stelt door het vaststellen van de begroting 2024 alleen de budgetten vast van 2024. De presentatie van cijfers van de latere jaren heeft als doel inzicht te geven in de financiële positie.

Tabel Finbgr-A1.1
(in € 1.000) Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027
Omschrijving Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo
1 Burger en Bestuur 687 5.704- 5.017- 741 5.714- 4.973- 766 5.726- 4.960-
2 Openbare ruimte 3.858 10.314- 6.456- 3.809 10.439- 6.630- 3.940 10.432- 6.492-
3 Ruimte, wonen, duurzaamheid en economie 8.254 11.715- 3.461- 6.939 10.322- 3.383- 6.206 9.608- 3.402-
4 Sociaal domein 6.217 32.068- 25.851- 6.368 31.792- 25.424- 5.991 31.534- 25.543-
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 52.531 1.601- 50.930 48.671 1.277- 47.394 48.980 961- 48.019
Overhead 40 10.201- 10.161- 40 10.146- 10.106- 40 10.103- 10.062-
Saldo van baten en lasten 71.587 71.603- 16- 66.569 69.691- 3.123- 65.923 68.363- 2.440-
Beoogde toevoeg./onttrekk.res. 1.729 - 1.729 1.653 87- 1.566 1.520 - 1.520
Geraamde resultaat 1.713 1.556- 920-

Bovenstaand overzicht laat zien dat de begroting voor 2025 sluitend is. Als de begroting het eerste begrotingsjaar sluitend is (na correctie van de incidentele baten en lasten, zie A4) of als het laatste begrotingsjaar sluitend is, zal de provinciale toezichthouder naar verwachting de begroting goedkeuren (repressief toezicht i.p.v. preventief toezicht).

A2. Financiële uitgangspunten

Terug naar navigatie - A2. Financiële uitgangspunten

De (financiële) vertrekpunten van de voorliggende begroting 2024 zijn:

  1. het coalitieakkoord 2022-2026 Bouwen aan een duurzaam, sociaal en veilig Drimmelen;
  2. de programmabegroting 2023;
  3. de Voorjaarsnota 2023;
  4. de Kadernota 2024;
  5. de septembercirculaire 2023;
  6. alle overige raadsbesluiten tot september 2023.
Terug naar navigatie - Financieel beleidskader raadsperiode 2019-2022

Financieel beleidskader 

In deze paragraaf beschrijven we de spelregels, uitgangspunten en grondslagen die we bij de opstelling van de begroting. De uitgangspunten zijn gebaseerd op het BBV of gemeentelijk beleid in overeenstemming met wetgeving. Dit beleidskader bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Algemene uitgangspunten
  • Uitgangspunten specifieke begrotingsonderdelen
  • Financiële positie
  • Verbonden Partijen.
Terug naar navigatie - Algemene uitgangspunten

Algemene uitgangspunten

Structureel sluitende begroting

De meerjarenbegroting moet minimaal structureel sluitend zijn. Indien bij de Kadernota blijkt dat er begrotingstekorten ontstaan, geeft de gemeenteraad oplossingsrichtingen aan om de tekorten terug te dringen. Bij de begroting kan besluitvorming plaatsvinden over de uitwerking van deze oplossingsrichtingen.

Behoedzame en reële ramingen

Bij het begroten gaan we uit van behoedzame en reële ramingen. We streven er naar dat het jaarrekeningsaldo zo min mogelijk afwijkt van de bijgestelde begroting.

Structurele uitgaven worden structureel gedekt

Tegenover structurele uitgaven kunnen geen incidentele inkomsten of incidentele meevallers staan. Uit de post Onvoorzien (omvang € 5.000) worden géén structurele uitgaven gedaan.

Financiële tegenvallers binnen programma's opvangen

Tegenvallers door hogere lasten of lagere baten dienen door verlaging van lasten of hogere baten binnen het eigen programma opgevangen te worden. De inzet van hogere baten wordt integraal afgewogen binnen het college. Het initiatief hiertoe ligt in eerste instantie bij de betreffende/verantwoordelijke portefeuillehouder(s).

Financiële meevallers

Bestemming van niet voorziene voordelen in de exploitatie gedurende het jaar worden expliciet ter besluitvorming aan het college voorgelegd.

Integrale afweging

De raad weegt wensen voor nieuw beleid tegen elkaar en tegen de beschikbare financiële beleidsruimte af bij de begroting die in het najaar voorafgaand aan het begrotingsjaar aan de raad wordt voorgelegd. Het college werkprogramma is hierbij uitgangspunt. De Kadernota biedt inzicht in de ontwikkeling van de financiële beleidsruimte en in de wensen voor nieuw beleid. De Kadernota is daarmee kader stellend voor de inhoud van de Programmabegroting voor het komende jaar. Afwijking hiervan is slechts mogelijk met toestemming vooraf van de raad. Definitieve besluitvorming en inpassing in de begroting vindt plaats bij de begrotingsbehandeling in het najaar.

Oud voor nieuw

In geval het college of de raad een voorstel voor extra budget doet op een ander moment dan bij de integrale afweging, moet dekking worden aangewezen. Tenzij er sprake is van reëel aanwezige dekking, moet in het raadsvoorstel aangegeven worden welk bestaand beleid wordt geschrapt of verminderd.

Terug naar navigatie - Uitgangspunten specifieke begrotingsonderdelen

Uitgangspunten specifieke begrotingsonderdelen

Algemene uitkering

De septembercirculaire is financieel verwerkt in deze begroting. De door het rijk gehanteerde aantallen voor bijv. woningen, leerlingen, etc. zijn overgenomen. In de begroting wordt aangegeven welke specifieke middelen worden geoormerkt.

Investeringen

Uitgangspunt voor het investeringsvolume is de meerjarige investeringsprognose welke bij de Kadernota wordt geactualiseerd.

Kapitaallasten

De kapitaallasten van de vaste activa berekenen we op basis van de boekwaarde en de (restant) looptijd. Het rente-omslagpercentage (kosten verdeelsystematiek) dat we hierbij in 2024 gebruiken is 0,0%. De rente berekenen we over de boekwaarde aan het begin van het jaar (zie ook Paragraaf Financiering).

In de begroting wordt in het jaar van investeren de afschrijving berekend over de helft van de investering.

Alle materiële activa worden lineair afgeschreven. Voor de bepaling van de afschrijvingslasten van reeds gevoteerde kredieten gaan we er van uit dat alle nog niet gerealiseerde investeringen uit voorgaande jaren in het volgende begrotingsjaar gerealiseerd worden.

Lokale lasten/heffingen

De OZB tarieven worden verhoogd met een percentage dat is gebaseerd op de algemene kostenstijging, bestaande uit het gewogen gemiddelde van de verwachte inflatie en een inschatting van de loonkostenstijging van het ambtelijk apparaat, gecorrigeerd met het verschil tussen de inschatting en de werkelijke cijfers van het voorgaande begrotingsjaar. Voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing geldt het systeem van gesloten financiering o.b.v. 100% kostendekkendheid, waarbij gebruik gemaakt wordt van egalisatievoorzieningen, op zowel voor- als nacalculatorische basis. Overige heffingen worden geïndexeerd o.b.v. de verwachte prijsontwikkeling (zie ook Indexering).

Loonkostenontwikkeling

Het loonkostenniveau is gebaseerd op de salaristabellen van mei. Cao-ontwikkelingen en periodieken in de periode vanaf juni worden tevens verwerkt in de begroting van het komende jaar. Voor de indexering van de loonkosten wordt ook de informatie uit de septembercirculaire gebruikt.

Te verstrekken subsidies

De subsidies worden  geïndexeerd met hetzelfde percentage als de gemeentelijke kostenontwikkeling.

Indexering

De gemeentelijke begroting wordt jaarlijks bijgesteld voor de verwachte prijsontwikkelingen, gebaseerd op inflatiepercentages van het Centraal Planbureau (CPB). Gerekend is met constante prijzen, dit wil zeggen dat alleen voor het eerste begrotingsjaar met prijsontwikkelingen rekening wordt gehouden. 

Bovenstaande uitgangspunten leiden o.a. tot het volgende overzicht. 

1) De leges burgerzaken zijn voor een belangrijk deel bepaald door het Rijk. De overige tarieven stijgen niet.
2) Voor de kostendekkende tarieven wordt verwezen naar de paragraaf Lokale heffingen.

Van deze indices kan afgeweken indien hiervoor gegronde redenen zijn, zoals bv contractuele afspraken.

Terug naar navigatie - Financiële positie

Financiële positie

Reserves
Het beleid ten aanzien van reserves en voorzieningen ligt vast in de financiële verordening. Vorming van reserves is de bevoegdheid van de gemeenteraad. Verrekeningen met reserves worden op programmaniveau in de begroting gepresenteerd. In het overzicht saldo voor en na bestemming wordt duidelijk in welke mate de voorgenomen verrekeningen met reserves het saldo beïnvloeden. De prognose van de stand van de reserves is gebaseerd op de stand die is bepaald in de meest recente jaarrekening rekening houdend met de toevoegingen en onttrekkingen in de lopende begroting. Over reserves wordt geen rente berekend. Ieder jaar zullen de reserves kritisch worden beschouwd op noodzaak, hoogte en besteding ervan.

Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit betreft de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn te dekken. Zodra financiële tegenvallers een structureel karakter krijgen - en dus niet meer als risico aangeduid kunnen worden - dienen deze in de begroting te worden verwerkt (Zie ook Paragraaf Weerstandsvermogen). Spelregels rondom risicobeheersing en weerstandsvermogen zijn opgenomen in de ‘Nota risicomanagement en weerstandsvermogen’ van februari 2021. Ten aanzien van de risicoratio hanteren we onderstaande indeling. De raad heeft een ratio van minimaal 1 vastgesteld.

Onderhoudsvoorzieningen
Voor onderhoudsvoorzieningen is altijd een actueel meerjarig onderhoudsplan beschikbaar met een planningshorizon voor minimaal vier jaar / een bestuursperiode. De stortingen in en onttrekkingen uit de voorziening zijn verwerkt in de begroting. Ook over de voorzieningen wordt geen rente berekend.

Financiering
De Treasury-activiteiten van de gemeente zijn gericht op de uitoefening van de publieke taak. Ze dienen een behoedzaam karakter te hebben en niet gericht te zijn op het genereren van inkomsten door het lopen van een overmatig renterisico (zie ook het Treasury-statuut).

Grondbeleid
Het beleid kent meerdere uitgangspunten:
a. het realiseren van de ruimtelijke doelstellingen op het gebied van sociaal beleid, volkshuisvesting, economie, onderwijshuisvesting etc.;
b. het genereren van financiële middelen mede ter dekking van de aan plannen toe te rekenen kosten;
c. zoveel mogelijk risico’s beperken op grond van overeenkomsten en het aanbrengen van prioriteiten bij niet rendabele projecten.

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

Verbonden partijen

Volgens spelregel 4 uit de regionale kadernota stellen de gemeenten die deelnemen aan een verbonden partij jaarlijks in november richtlijnen vast. Richtlijnen waarop verbonden partijen hun beleidsmatige en financiële kaders voor het nieuwe begrotingsjaar dienen te baseren.

Het college stelt in de paragraaf Verbonden Partijen algemene richtlijnen voor die voor Kaderbrief 2024 en Begroting 2024 van elke Gemeenschappelijke Regeling (GR) zullen gelden. In bijlage 6 stelt het college daarnaast specifieke richtlijnen voor enkele GR'en voor.

A3. Verschillen lasten en baten ten opzichte van de Voorjaarsnota 2023

Terug naar navigatie - A3. Verschillen lasten en baten ten opzichte van de Kadernota 2021

Nadat de Voorjaarsnota door de raad is behandeld, is deze financieel verwerkt. Hierbij zijn dus ook de verwerking van de wijzigingen in de begrotingsrichtlijnen, kapitaallasten etc. doorgevoerd. De uitkomst van het verwerken van alle informatie tot de begroting zal altijd afwijken van de inschattingen bij de Voorjaarsnota. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste verschillen tussen de Voorjaarsnota en de Begroting. Deze verschillen verklaren het verschil in perspectief tussen beide documenten.

Tabel Finbgr-A3.1
in € 1.000 2024 2025 2026 2027
Begroting 2024 voor besluitvorming 1.136 V 1.713 V 1.556- N 920- N
Begrotingssaldo voor begroting 2024 1.142 V 1.155 V 1.896- N 2.122- N
Verschil 6- N 559 V 340 V 1.202 V
Belangrijkste afwijkingen
Indexeringen kosten tegen 3,9% na aftrek stelpost indexeringen 34- N 43- N 215- N 234- N
Indexering lonen O 807- N 807- N 807- N 807- N
Diversen P&O, met name opleidingen, thuiswerkvergoeding O 90- N 76- N 76- N 76- N
Stijging lonen als gevolg premiewijzigingen e.d. + overige personele lasten O -228 N -228 N -228 N -228 N
Hogere BTW-, rente- en overheadtoerekening aan rioolheffing 2 390 V 348 V 264 V 350 V
Onderhoud openbaar groen, bomen, bermen, watergangen en natuurbescherming 2 -130 N -90 N -90 N -90 N
Leges omgevingsvergunning 3 125- N 125- N 125- N 125- N
Actieve / faciliterende grondexploitaties 3 149 V
Ruimtelijke ordening: zonnevelden 3 40- N
Gemeenschappelijke regeling OMWB 3 27- N 30- N 32- N 35- N
Hogere BTW-, rente- en overheadtoerekening aan afvalstoffenheffing 3 222 V 213 V 209 V 213 V
Beschermd Wonen begroting 2024 (voordeel) 4 141 V
Inkoop JeugdzorgPlus 4 50- N 50- N
Negatieve stelpost meicirculaire hervormingsagenda (voordeel) 4 199 V 199 V 199 V
CJG 4 68- N 102 V 102 V 102 V
Rijksvergoeding Participatiewet 4 792 V 792 V 792 V 792 V
Toename uitkeringsgerechtigden 4 264- N V V V
Groei WMO begeleiding 4 90- N 90- N 90- N 90- N
SCC Dorpshart (RV 06.12.2022) 4 50- N 50- N 50- N 50- N
Bibliotheek/Theek 5 4 25- N
Septembercirculaire AlgD 661 V 636 V 451 V 1.240 V
Rente AlgD 265- N 229- N 139- N 133- N
Indexering OZB+areaal uitbreiding AlgD 206 V 161 V 108 V 36 V
Prijsontwikkeling en kleine verschillen 275- N 74- N 66 V 137 V
Totaal belangrijkste afwijkingen 6- N 559 V 340 V 1.202 V

Toelichting op de belangrijkste afwijkingen

Programma 2.

Hogere BTW-, rente- en overheadtoerekening aan rioolheffing
Door de hogere kosten voor onderhoud aan de riolering stijgen hiermee ook de kosten voor de toerekening van BTW aan de tarieven rioolheffing.  Dit is een voordeel voor de (meerjaren)begroting.

Onderhoud openbaar groen, bomen, bermen, watergangen en natuurbescherming
De verhoging bestaat uit de volgende posten:
-    Herstel van fouten bij de voorjaarsnota 2023 m.b.t. bermen en watergangen;
-    Hoger benodigd budget voor toenemende inboet (herplant) van bomen en plantmateriaal en meer sterfte onder oudere bomen door de droge zomers van de afgelopen jaren. Dit ondanks onze inspanningen met watergeven. 

Programma 3.

Leges omgevingsvergunning
Met de komst van de Omgevingswet zal ook de Wet kwaliteitsborging (Wkb) in werking treden. De Wkb brengt ‘de knip’ met zich mee tussen de bouwkundige toets (deze gaat naar de markt, de bouwborger) en de rest, waaronder de ruimtelijke toets, dat bij de gemeente blijft. Door diezelfde knip zal de legesopbrengt per aanvraag vallend onder de Wkb (grondgebonden woningbouw) met 40 procent dalen. Ondanks de verwachte groei aan aanvragen in 2024 direct voortkomend uit de woningbouwopgave als ook door het doorschuiven van een aantal werken uit 2023 naar 2024 zorgt dit tezamen met de duidelijkere impact van de Wkb nu niet voor de eerder opgegeven verwachte groei in de leges. Om die reden komen wij nu bij u met deze bijgestelde verwachte leges. 

Actieve / faciliterende grondexploitaties
Op basis van vastgestelde exploitaties en afgesloten anterieure overeenkomsten  wordt er per saldo een bedrag van ca. € 149.000 voor jaar 2024 aan ambtelijke kosten en overhead op projectontwikkelaars verhaald. Dit is een voordeel voor de begroting.

Ruimtelijke ordening: zonnevelden
Door de uitspraak van de Raad van State is het project Zonnevelden weer actueel geworden. In 2023 hebben we de vijf potentiële locaties opnieuw beoordeeld. Dit heeft geleid tot ontwerpbesluiten, welke eind juli tot begin september ter inzage hebben gelegen. Gedurende die periode konden belanghebbenden zienswijzen indienen, wat ook gebeurd is. Na het beoordelen van de zienswijzen volgt een definitief besluit (omgevingsvergunning) per locatie. Wat het besluit ook zal zijn: we verwachten in dit project wederom een langdurig juridisch traject, hetgeen betekent dat dit project in 2023 nog niet afgerond zal zijn.  Vanwege de complexiteit verwachten we ook in 2024 kosten te maken voor het inwinnen van externe adviezen. 

Gemeenschappelijke regeling OMWB
De tariefstijging komt door de nieuwe afspraken vanuit het CAO. Loonstijging en extra vrije dagen en het ziekte verzuim is bijgesteld. Daarnaast is op verzoek van de deelnemers door het DB besloten dat de benodigde kosten voor de implementatie Omgevingswet, de omzetting van inrichting naar milieubelastende activiteiten (MBA's)  en het onderzoek naar ZZS bij bedrijven in de begroting van iedere deelnemer een plaats moeten krijgen.

Hogere BTW-, rente- en overheadtoerekening aan afvalstoffenheffing
Door de hogere kosten voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen e.d. stijgen hiermee ook de kosten voor de toerekening van BTW aan de tarieven afvalstoffenheffing. Dit is een voordeel voor de (meerjaren)begroting.

Programma 4.

Beschermd Wonen begroting 2024
De doordecentralisatie van Beschermd Wonen was jarenlang omgeven met financiële onzekerheden en risico’s, o.a. rond de overgang van cliënten van de Wmo naar de Wlz. Intussen is er meer duidelijkheid en blijkt het financiële perspectief voor de Beschermd Wonen regio Breda e.o. gunstig uit te vallen. In 2022 en 2023 zijn de overschotten teruggeven aan de gemeenten. Deze lijn zet zich naar verwachting in 2024 voort wat leidt tot een teruggave van € 351.000 welke € 141.000 hoger is dan de eerder ingeschat. Vanaf jaar 2025 wordt het perspectief onzeker (o.a. omdat het ministerie overweegt budget van Wmo naar Wlz over te hevelen.)

Inkoop JeugdzorgPlus
Gemeenten hebben op basis van de Jeugdwet de opdracht om JeugdzorgPlus (ook wel gesloten jeugdhulp genoemd) te bieden aan jeugdigen met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen. De jeugdhulpregio’s West-Brabant Oost, West-Brabant West en Zeeland (hierna regio’s) pakken deze opdracht samen op. Stichting Almata (gevestigd in Ossendrecht) verzorgt JeugdzorgPlus voor de regio’s. Er ligt een landelijke opdracht om het aantal gesloten plekken af te bouwen en de benodigde plekken om te bouwen naar vormen van kleinschalig verblijf. De afgelopen jaren is er - conform de overeenkomst 2019-2022 - al een afbouw gerealiseerd van 48 naar 36 plekken. De verdere afbouw in 2024-2025 en kleinere groepsgrootte zorgen voor een toename van de kosten JeugdzorgPlus. De beschikbare gelden worden aangewend om de zorg voor jeugdigen overeind te houden, te voorkómen dat zij JeugdzorgPlus nodig hebben en om alternatieven te ontwikkelen.  

Negatieve stelpost meicirculaire hervormingsagenda (voordeel)
De in het coalitieakkoord opgenomen aanvullende besparing in het kader van de Jeugdwet van structureel € 511 miljoen is voor rekening en risico Rijk valt buiten de Hervormingsagenda. Gemeenten zullen hun medewerking verlenen waar dat nodig is, aan de uitvoering van de betreffende maatregelen. Deze zijn anders dan en in aanvulling op de voornemens en maatregelen in de Hervormingsagenda.  Vinden de maatregelen geen of onvoldoende doorgang, en worden de kosten voor gemeenten daardoor niet lager, dan worden gemeenten daarvoor via het Gemeentefonds gecompenseerd. Omdat hier door het Rijk nog geen concrete aanvulling aan is gegeven, hebben de provinciale toezichthouders aangeven dat Gemeenten in de meerjarenraming van de begroting rekening mogen houden met een besparing van € 500 miljoen in 2025, € 500 miljoen in 2026 en vanaf 2027 € 511 miljoen structureel. In de meerjarenbegroting was al gedeeltelijk rekening gehouden met een kostendaling met als gevolg van de Hervormingsagenda waardoor het effect nu ca. € 200.000 structureel bedraagt.

CJG
In het coalitieakkoord zijn er structureel gelden opgenomen voor het verstevigen van het CJG en de samenwerking met onderwijs. Deze gelden stonden verdeeld in de begroting waardoor de verwerking van de gelden niet goed is gegaan. Dit corrigeren we nu. Dit heeft geleid tot een negatief effect in 2024 van € 68.000 en een positief effect vanaf 2025 van € 102.000.

Rijksvergoeding participatiewet
De voorlopige bijstandsbudgetten 2024 zijn eind september gepubliceerd- en zijn hoger dan het bedrag voor 2023 waarop de begroting 2024 was gebaseerd. Gemeenten betalen de uitkeringen voor bijstandsgerechtigden en de loonkostensubsidies uit deze budgetten. 

De bijstandsuitgaven 2024 zijn met indexering gebaseerd op de (vermoedelijke) bijstand uitgaven voor 2023. Bij een gezinsgrootte van 4 personen komen we uit 20 gezinnen. Deze komen niet allemaal gelijk en om deze reden houden we rekening met de bijstandsuitgaven door het hele jaar heen van 10 gezinnen voor een bedrag van € 264.000. Door een andere samenstelling of een andere gemiddelde instroom kunnen de uiteindelijke kosten afwijken.

Groei WMO begeleiding
De kosten m.b.t. de WMO begeleiding zijn in 2024 hoger t.o.v. eerder ingeschat. We krijgen veel meldingen en aanvragen voor verschillende vormen van begeleiding. Inwoners weten de gemeente goed te vinden als het leven tegenzit. We leveren veel begeleiding aan mensen met GGZ-problematiek (ADD, ADHD, autisme, bi-polair etc.) maar ook aan mensen met NAH of een vorm van dementie. Ook een aantal vluchtelingen krijgt begeleiding. De Wmo is een open eind-regeling. Dat betekent dat als er meer inwoners deze voorziening nodig hebben, deze geleverd wordt. Door vergrijzing en extramuralisering neemt het aantal inwoners die Wmo-Begeleiding nodig hebben steeds toe. 

Bibliotheek/Theek 5
Theek5 heeft te maken met fors hogere huurkosten voor alle drie de locaties vanuit de gemeente vanwege de hoogte van de indexeringen. Dit willen we compenseren. Daarnaast blijken er vanwege de verhuizing naar de Bernarduskerk o.a. structureel hogere schoonmaakkosten en kosten voor de huur van kantoorruimte. Voor 2024 wordt hiervoor vooralsnog een bedrag opgenomen van € 25.000. De jaren erna blijven de kosten onverminderd hoog, maar komt er een regeling specifieke uitkering lokale bibliotheekvoorzieningen vanuit het rijk ter ondersteuning van bibliotheken en kunnen we het bedrag daaruit bekostigen.

Algemene dekkingsmiddelen

Hogere rentelasten
In verband met een nog af te sluiten langlopende lening en de gestegen rentepercentages stijgen de rentekosten vanaf 2024 ad € 265.000. Aangezien er op de leningen ook wordt afgelost is de stijging niet gelijk maar dalen de kosten vanaf 2025.

Hogere WOZ opbrengsten
Door indexeringen en areaaluitbreidingen stijgen de WOZ opbrengsten vanaf 2024. Dit leidt tot een voordeel in 2024 van € 206.000.

Algemene uitkering
Een uitgebreide toelichting is hierop gegeven in het programma algemene dekkingsmiddelen.

Overhead

Hogere personeelskosten door verhoging thuiswerkvergoeding naar € 3
Op 5 april 2023 is er een nieuwe CAO afgesloten voor de gemeente ambtenaren. Hierin is vastgelegd dat de thuiswerkvergoeding voor gemeente ambtenaren stijgt naar € 3 per dag.
Deze stijging zorgt voor € 32.000 aan extra kosten voor de gemeente Drimmelen.

Hogere kosten werving- en selectie door krappe arbeidsmarkt
Door de krappe arbeidsmarkt is het steeds moeilijker om aan personeel te komen. Om de openstaande vacatures in te vullen wordt er vaker gebruik gemaakt van onder andere werving & selectie bureaus. Hierdoor stijgen de kosten van werving & selectie met € 18.000 voor 2024.

Hogere kosten opleidingen door hogere lonen 
In het coalitie akkoord is afgesproken dat het opleidingsbudget 2% van de totale loonsom van de gemeente Drimmelen bedraagt. Door de sterk gestegen salarissen in het afgelopen jaar wordt ook het opleidingsbudget verhoogd. Dit leidt tot € 40.000 aan extra kosten.

Stijging lonen als gevolg premiewijzigingen e.d. + overige personele lasten
Door de sterk gestegen salarissen zijn ook de kosten voor de overige personeelskosten zoals bijvoorbeeld premies gestegen. Dit leidt tot € 228.000 aan extra kosten.

A4. Overzicht incidentele baten en lasten 2024-2027

Terug naar navigatie - A4. Overzicht incidentele baten en lasten 2020- 2023

Voor een gezonde financiële positie moeten de structurele lasten worden gedekt door structurele baten. De provincie beoordeelt de begroting en meerjarenbegroting hierop. De incidentele baten en lasten worden daarbij uit de begrotingssaldi gezuiverd. Om in aanmerking te komen voor repressief toezicht in 2024, dient deze ‘gezuiverde’ begroting in evenwicht te zijn of dient de meerjarenraming duidelijk te maken dat dit evenwicht in de jaren tot 2027 tot stand wordt gebracht. Daarbij dienen de ramingen volledig en reëel te zijn. Ten tweede dient de jaarrekening (15 juli) en de begroting (15 november) tijdig bij de provincie te zijn.

In het algemeen geldt, dat een gemeente structurele taken uitvoert en daarvoor structurele lasten raamt in de begroting. Structurele lasten zijn dus de regel, incidentele lasten zijn de uitzondering. Onttrekking uit reserves zijn echter in principe incidenteel. De aard van de post bepaald dus of deze incidenteel is. Om deze reden worden de belangrijkste incidentele lasten daarom toegelicht in de begroting.

Om te beoordelen of de begroting structureel sluitend is, worden de begrotingssaldi gecorrigeerd met het saldo van incidentele baten en lasten.

Tabel Finbgr-A4.1
Nr. Incidentele baten en lasten 2024 2025 2026 2027 2028
2.1 Aanleg ecologische verbindingszone (reserve Groenaanleg) 265.000 - - - -
3.1 Actief grondbeleid 5.028.004 1.536.319 736.184 - -
3.1 Actief grondbeleid: reservemutatie Bovenwijkse voorzieningen - 50.000 50.000 - -
3.2 Faciliterend grondbeleid (overeenkomst) 1.273.296 - - - -
3.3 Overige grondzaken 95.000 10.000 10.000 10.000 10.000
4.1 Sociaal cultureel centrum Dorpshart Made: inzet locatiemanager (algemene reserve) 40.000 40.000 20.000
Totaal Baten 6.701.301 1.636.319 816.184 10.000 10.000
2.1 Aanleg ecologische verbindingszone 265.000 - - - -
3.1 Actief grondbeleid 4.510.462 1.586.319 699.034 - -
3.1 Actief grondbeleid: reservemutaties 517.542 - 87.149 - -
3.2 Faciliterend grondbeleid (overeenkomst) 1.600.735 - - - -
3.2 Faciliterend grondbeleid (overeenkomst): reservemutatie Bovenwijkse voorzieningen 63.750 - - - -
3.3 Overige grondzaken 85.000 5.000 5.000 5.000 5.000
4.1 Sociaal cultureel centrum Dorpshart Made: inzet locatiemanager 40.000 40.000 20.000 - -
Totaal Lasten 7.082.490 1.631.319 811.184 5.000 5.000
Saldo baten en lasten 381.189- 5.000 5.000 5.000 5.000

Toelichting incidentele baten en lasten

Terug naar navigatie - Toelichting incidentele baten en lasten

Programma 2. Openbare ruimte

2.1 Aanleg ecologische verbindingszone (reserve Groenaanleg)
De Ecologische verbindingszone betreft een natuurlijke verbinding tussen waterrijk natuurgebied Zonzeel en rivier de Mark. Het is een ambitie uit het provinciale Natuurbeheerplan om versnippering van Brabantse natuur tegen te gaan. Het bedrag betreft een incidentele uitgave voor een afgebakend project waarvoor met het waterschap Brabantse Delta een samenwerkingsovereenkomst is afgesloten. Hierbij gaan we uit van een provinciale subsidie van 75% voor de aankoop, aanleg en inrichting van het gemeentelijk deel. De planning hangt sterk af van de grondverwerving. 

Programma 3. Ruimte, wonen, duurzaamheid en economie

3.1 Actief grondbeleid / 3.2 Faciliterend grondbeleid: raadsbesluit, overeenkomst
Conform "notitie structurele en incidentele baten en lasten" van de Commissie BBV worden alle lasten, baten en reservemutaties met betrekking tot grondexploitaties gezien als incidenteel.

3.3 Overige grondzaken
Conform "notitie structurele en incidentele baten en lasten" van de Commissie BBV worden alle lasten en baten met betrekking tot verkoop eigendommen / activa (incl. snippergroen / reststroken) gezien als incidenteel.

Programma 4. Sociaal domein

4.1 Sociaal cultureel centrum Dorpshart Made: inzet locatiemanager
Dit betreffen kosten voor de tijdelijke inhuur van een locatiemanager vanwege eenmalige opstartperiode van de nieuwe Stichting de Bernardus die het sociaal cultureel centrum gaat exploiteren. Na deze opstartperiode komen de kosten van de locatiemanager voor rekening van de Stichting. 

Terug naar navigatie - Gezuiverd saldo
Tabel Finbgr-A4.2
Gezuiverd saldo in € 1.000
2024 2025 2026 2027
Saldo baten en lasten 259- N 16- N 3.123- N 2.440- N
Toevoegingen en onttrekkingen reserves 1.395 V 1.729 V 1.566 V 1.520 V
Begrotingssaldo na bestemming 1.136 V 1.713 V 1.556- N 920- N
Waarvan incidentele baten en lasten 381 L 5- B 5- B 5- B
Structureel begrotingssaldo 1.517 V 1.708 V 1.561- N 925- N

Conclusie

Terug naar navigatie - Conclusie

Op basis van bovenstaande tabel is duidelijk dat de vastgestelde begroting na correctie incidentele baten en lasten voor 2024 en 2025 structureel sluitend is waardoor de gemeente in aanmerking blijft komen voor repressief toezicht door de provincie.

A5. Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

Terug naar navigatie - A5. Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

In principe zijn mutaties in reserves incidenteel tenzij er redenen zijn om deze structureel te ramen. In de onderstaande tabel worden de geraamde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves weergegeven.

Tabel Finbgr-A5.1
Structurele reservemutaties
Omschrijving 2024 2025 2026 2027
Geraamde structurele verminderingen
Reserve kapitaallasten 1.671.626 1.716.674 1.660.702 1.597.887
Totaal onttrekkingen 1.671.626 1.716.674 1.660.702 1.597.887