A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inventarisatie van de risico's

Terug naar navigatie - Inventarisatie van de risico's

Risicokaart

De risicokaart hieronder geeft inzicht in de spreiding van de risico’s naar kans van optreden en financieel gevolg. De aantallen in de risico categorieën tellen op naar het totaal aantal geïdentificeerde risico’s, 56. De risico's waarvan de kans van optreden kleiner dan 10% is of de maximale schadelast kleiner dan € 25.000 zijn vanwege hun geringe betekenis buiten beschouwing gelaten. 

Tabel Par.A-1
Maximale schadelast Klasse
x > € 500.000 5 5 2
€ 250.000 < x < € 500.000 4 3 2 3 1 3
€ 100.000 < x < € 250.000 3 2 4 5 1 2
€ 25.000 < x < € 100.000 2 3 4 5 4 3
x < € 25.000 1
Imagoschade 1 1 2
10% 30% 50% 70% 90% Kans
1 2 3 4 5 Klasse

Risico top 10

In het overzicht hieronder staan de tien risico’s die de meeste invloed hebben op het totale risicoprofiel van de gemeente. Naast die procentuele invloed is ook steeds het risicobedrag aangegeven.

Tabel Par.A-2
2024 begroting 2022 rekening 2023 begroting Risico Risicobedrag (in €) Invloed op risicoprofiel
1 3 3 Hogere indexering grond-, weg- en waterbouw werkzaamheden 450.000 7,02%
2 9 * Financiele situatie projectontwikkeling De Weelde 450.000 7,01%
3 * * Meerkosten energieaansluiting De Bernardus en IKC De Stuifhoek 450.000 7,00%
4 2 2 Bijdrage kosten in verwijdering obstakels bij dijkverzwaring De Mark 300.000 4,72%
5 5 5 Garantstelling verlenen aan Stichting de Wijngaerd 300.000 4,62%
6 6 * Budget huishoudelijke ondersteuning ontoereikend 225.000 4,43%
7 * * Niet kunnen voldoen aan taakstelling huisvesting statushouders 225.000 4,21%
8 7 7 Overname rente- en aflossingsverplichtingen lening BNG bij insolventie BOEi 170.000 4,07%
9 * 4 Bijdrage in dure woningaanpassing ingevolge de Wmo 250.000 3,40%
10 10 9 Budget voor Wmo-voorzieningen ontoereikend 182.000 3,20%
* = Dit risico is nieuw opgenomen of behoorde niet tot de risico top 10

Toelichting bij risico's

1. Hogere indexering grond-, weg- en waterbouw werkzaamheden 
Hogere indexering grond-, weg- en waterbouw werkzaamheden i.v.m. stijgende marktprijzen door hogere loonkosten, brandstof- en grondstofprijzen. 

2. Financiële situatie projectontwikkeling De Weelde
De projectontwikkelaar heeft onvoldoende middelen om de kosten voor het bouw- en woonrijp maken van het terrein te dekken. De gemeente loopt het risico dat zij het tekort voor haar rekening moet nemen.

3. Meerkosten energieaansluiting De Bernardus en IKC De Stuifhoek.
Vanwege problemen met het elektriciteitsnetwerk van Enexis (netcongestie/transportschaarste), zal er vrijwel zeker sprake zijn van meerkosten voor de realisatie van een energieaansluiting van het nieuwe sociaal-cultureel centrum De Bernardus en IKC De Stuifhoek.

4. Bijdrage kosten in verwijdering obstakels bij dijkverzwaring van de Mark 
Het waterschap is begonnen met het verzwaren van de dijken. Omdat het niet te voorzien is welke ondergrondse obstakels er worden tegengekomen, blijft er een risico bestaan dat de gemeente bij moet gaan dragen aan de kosten voor het verzwaren van de dijken.

5. Garantstelling Stichting De Wijngaerd 
De gemeenteraad besloot op 16 juli 2015 een gemeentegarantie te verlenen aan stichting de Wijngaerd. Zo kon de stichting renovatie van haar huisvesting en tijdelijke huisvesting financieren. Als de Wijngaerd haar rente- en aflossingsverplichtingen aan de geldverstrekker niet kan voldoen wordt de gemeentegarantie aangesproken en zal de gemeente die verplichtingen over moeten nemen.

6. Budget huishoudelijke ondersteuning is ontoereikend
De ontwikkelingen in de thuisondersteuning (cao loonstijgingen, hoog ziekteverzuim, vergrijzing) in combinatie met regelgeving (AMvB reële prijs Wmo, abonnementstarief Wmo) oefent een opwaartse druk uit op volume en tarief huishoudelijke ondersteuning. Hiermee houden we rekening in de begroting, maar het is risico is dat de ontwikkelingen sterker zijn dan voorzien. Aanbieders kampen met personeelstekorten en kunnen daardoor niet altijd volledig de afgesproken zorg leveren. Er is een risico dat cliënten een proces aanspannen tegen de gemeente. 

7. Niet kunnen voldoen aan taakstelling huisvesting statushouders
De afgelopen jaren heeft de gemeente niet aan de taakstelling van huisvesting van statushouders kunnen voldoen. De woningbouw kan deze mensen, gezien de krapte op de arbeidsmarkt en de andere doelgroepen die ze moet bedienen, niet op korte termijn huisvesten. Het risico bestaat dat als deze situatie van langere duur is de provincie op kosten van de gemeente deze statushouders gaat huisvesten. Daar komt bij dat er de komende periode meer statushouders gehuisvest moeten worden. We kunnen dit niet meer alleen met de woningen van Woonvizier. We zullen dus op zoek moeten naar alternatieven die geld kosten.

8. Overname rente- en aflossingsverplichtingen lening BNG bij insolventie BOEi 
BOEi is opdrachtgever voor de herbestemming van de voormalige Bernarduskerk tot nieuw sociaal-cultureel centrum voor Made. BOEi financiert haar opdracht deels door een lening die de gemeente bij de BNG heeft afgesloten en onder dezelfde condities aan BOEi heeft doorgelegd. In een situatie waarin  BOEi niet langer aan haar rente- en aflossingsverplichtingen jegens de gemeente kan voldoen, zal die verplichting van de gemeente jegens de BNG onverminderd voort blijven bestaan.

9. Dure woningaanpassing WMO 
Een Wmo-cliënt heeft een uitzonderlijk dure woningaanpassing aangevraagd. Juridische procedure loopt maar de uitkomst daarvan is onzeker. 

10. Begrote budget voor Wmo-voorzieningen is ontoereikend
De kosten voor de Wmo zijn vraag afhankelijk. Casemanagers indiceren kritisch en er worden goede prijsafspraken gemaakt met leveranciers, maar als meer inwoners Wmo-voorzieningen nodig hebben leidt dit tot overschrijding van de begrote budgetten.

Inventarisatie van de weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Inventarisatie van de weerstandscapaciteit

Benodigde weerstandscapaciteit

Op basis van de onderkende risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risico’s treden namelijk niet allemaal tegelijk op. Met deze simulatie is vastgesteld dat de geïdentificeerde risico's met een bedrag van € 4,4 miljoen (begroting 2023: 4,5 miljoen) kunnen worden afgedekt.

Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare middelen om de risico’s op te vangen, noemen we weerstandscapaciteit. Voor 2024 wordt een weerstandscapaciteit begroot van € 16,2 miljoen (begroting 2023: € 17,3 miljoen). 

 

 

Weerstandsvermogen 

De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen, uitgedrukt in het weerstandsratio.

Tabel Par.A-5
Ratio weerstandsvermogen (bedragen in €)
Omschrijving 2024 begroting 2023 begroting 2022 rekening
Beschikbare weerstandscapaciteit 16.244.650 19.032.043 17.271.252
Benodigde weerstandscapaciteit 4.347.482 5.135.205 4.514.388
Ratio weerstandsvermogen 3,74 3,71 3,83

De raad heeft in de nota Risicomanagement en weerstandsvermogen bepaald dat het weerstandsratio van de gemeente Drimmelen minimaal gelijk moet zijn aan 1. In dat geval is het beschikbare weerstandsvermogen precies toereikend om de risico's af te dekken. Met een ratio van 3,74 voldoet de gemeente in ruime mate aan die ondergrens.
Het ratio is in vergelijking met de jaarrekening 2022 (3,71) en de begroting 2023 (3,83) ongeveer gelijk gebleven. 

Financiële kengetallen

Bij de vernieuwing van de BBV is, op basis van advies van de commissie Depla, voorgeschreven dat er in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing een verplichte basisset van vijf financiële kengetallen moet worden opgenomen.

Naast de kengetallen wordt een beoordeling van de onderlinge verhouding van de kengetallen in relatie tot de financiële positie opgenomen. De invoering van de kengetallen is voornamelijk bedoeld om de financiële positie voor raadsleden inzichtelijker te maken. De kengetallen hebben geen functie als normerings-instrument in het kader van financieel toezicht.

Begroting 2024
Verloop van de kengetallen
Kengetallen Rekening 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027
1a. Netto schuldquote 24% 63% 57% 63% 63% 61%
1b. Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen 21% 60% 55% 60% 59% 57%
2. Solvabiliteitsratio 52% 36% 37% 37% 37% 36%
3. Kengetal grondexploitatie 1% -1% 0% 0% 2% 1%
4. Structurele exploitatieruimte 3% -6% 2% 2% -2% -2%
5. Belastingcapaciteit 76% 79% 97% 97% 97% 97%

Een korte toelichting op de kengetallen:

1a. Netto schuldquote

De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Een netto schuldquote tussen de 0% en 90% wordt gezien als minst risicovol. De begrote netto schuldquote in 2024 is 57%. De netto schuldquote van de gemeente Drimmelen is relatief laag maar stijgt ten opzichte van het niveau uit 2022 en eerder.

1b. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

Om inzicht te krijgen in hoeverre sprake is van doorlenen, wordt de netto schuldquote weergegeven (netto schuld gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen). Op die manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast. Voor deze schuldquote wordt dezelfde criteria gehanteerd als de netto schuldquote.
De netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen is eveneens relatief laag maar stijgend ten opzichte van het niveau uit het verleden.

2. Solvabiliteitsratio

Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal. Het eigen vermogen bestaat uit reserves en het resultaat van baten en lasten. Een solvabiliteitsratio tussen de 20% en 50% wordt gezien als risico neutraal. Een ratio boven de 50% wordt aangemerkt als minst risicovol. Meerjarig voorziet de gemeente een ratio met neutraal risico dat daalt ten opzichte van het niveau van 2022.

3. Kengetal grondexploitatie

Grondexploitaties kunnen een forse impact hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de grond is van belang, omdat deze terugverdiend moet worden bij de verkoop. Boekwaarden worden afgezet tegen de totale baten. Een grondexploitatie van 20% of lager wordt beschouwd als minst risicovol.
Het kengetal voor de grondexploitatie van de gemeente Drimmelen is laag, dit is positief.

4. Structurele exploitatieruimte

Voor de beoordeling van het evenwicht van de begroting wordt er ook gekeken naar de structurele en incidentele lasten en baten. Voorbeeld van structurele baten zijn de algemene uitkering en eigen belastinginkomsten. Bij structurele lasten zijn dat bijvoorbeeld personeelslasten, kapitaallasten en bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is dan ook meer flexibel dan een begroting waar bij de structurele baten en lasten in evenwicht zijn. De meerjarig begrote structurele exploitatieruimte van de gemeente Drimmelen is voor de jaren 2024 en 2025 2%. De gemeente Drimmelen verwacht dat de structurele lasten afgedekt kunnen worden met structurele baten. Dat is vanwege de voortdurende onzekerheid over de bijdrage uit het Gemeentefonds vanaf 2026 vooralsnog niet het geval.  

5. Belastingcapaciteit

De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het Coelo publiceert deze lasten jaarlijks. Bij de berekening van het kengetal worden de gemeentelijke woonlasten afgezet tegen het landelijk gemiddelde. De totale woonlasten van de gemeente Drimmelen liggen naar verwachting lager dan het landelijk gemiddelde. Wat inhoudt dat er ten opzichte van dit landelijk gemiddelde ruimte is om de lokale belastingen te verhogen. Dankzij een grotere inzet van de daarvoor bedoelde voorzieningen riolering en afvalstoffenheffing ontstond er in 2022 meer ruimte in de belastingcapaciteit. 

Beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie

De kengetallen zullen altijd in samenhang moeten worden bezien, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld kunnen geven van de financiële positie van een gemeente. Geconcludeerd kan worden, dat de financiële positie van de gemeente Drimmelen in 2024 door een daling van de solvabiliteit en van de structurele exploitatieruimte in beperkte mate verslechterd t.o.v. de werkelijk positie in 2022. Dit beeld herhaalt zich in de ravijnjaren 2026 en 2027.