Thema Onderwijs, jeugd en gezondheid
1. Gemeenschappelijke regeling: Geweld in afhankelijkheidsrelaties en meldpunt Crisiszorg West-Brabant (GIA)
Voor het jaar 2023 e.v. zijn onvoldoende middelen beschikbaar vanuit de Gemeenschappelijke Regeling Geweld in Afhankelijkheidsrelaties en Meldpunt Crisiszorg om aan Veilig Thuis en de vrouwenopvang/Safegroup (GR GIA) de subsidies te verlenen die nodig zijn om hun taken volgens wettelijke richtlijnen en landelijk vastgestelde kwaliteitskaders uit te voeren. Beide organisaties werken aan het
op orde brengen van de basis. Extra inzet is in het bijzonder nodig bij de ondersteunende diensten (aandeel overhead bedraagt slechts 5%). Beiden hebben eind 2022 geen financiële reserves om de kwaliteit te verbeteren en knelpunten op te lossen.
2. Gemeenschappelijke regeling: Centrum Jeugd en Gezin Drimmelen en Geertruidenberg (CJG)
Vanwege langdurig zieken en een toenemende instroom is er een wachtlijst ontstaan bij het Centrum voor Jeugd en Gezin. Vorig jaar had het CJG (door zuinig beleid, een langere tijd onvervulbare vacature en een lagere inschaling van nieuw personeel) een positief resultaat. Dit jaar willen we inzetten op een tijdelijke uitbreiding van personeel om de wachtlijst te verkorten.
Daarnaast is er nieuwe CAO afgesloten net zoals in de meeste sectoren een flinke stijging. Het CJG kan deze niet binnen de huidige begroting opvangen en vraagt hiervoor extra financiering.
3. Jeugdhulp - specialistische zorg (JBB en Almata)
In verband met een bovenregionale bestuurlijke opdracht die tot doel heeft om Jeugdbescherming Brabant een toekomstbestendige organisatie te maken stijgen de kosten incidenteel met € 30.649. Daarnaast leidt een nieuwe bekostingssystematiek van tot een structurele kostenverhoging van € 26.189. De keuze voor deze nieuwe systematiek is toegelicht in de raadsbrief van 25 april 2023. Om de continüiteit van JeugdzorgPlus (Almata) in 2023 te borgen is incidenteel € 10.812 benodigd. Een toelichting voor het extra budget is gegeven in de raadsbrief Continuïteit JeugdzorgPlus van 27 maart 2023.
4. Jeugdhulp - regionale samenwerking (WBO)
Vanwege indexering van de tarieven jeugdhulpregio WBO en een nieuwe verdeling van de budgetten binnen Jeugdhulpregio is een structureel budget van € 564.000. De toename van de kosten wordt grotendeels veroorzaakt door een stijging van de kosten voor jeugdhulpbegeleiding, dagbesteding, vervoer en verblijfzorg.
5. Peuterspeelzaal Drimmelen: subsidie
We ramen met ingang van 2023 € 25.000 af omdat de uitgaven aan de Peutersubsidie al jarenlang achterblijven bij het door ons begrote subsidiebedrag.
6. Gemeenschappelijke regeling: Regionaal Bureau Leerplicht
In 2023 ramen we voor de GR Regionaal Bureau Leren (RBL) € 16.000 bij vanwege een onverwacht tekort op de jaarrekening 2022 van het RBL. Dit tekort is met name ontstaan vanwege forse extra uitgaven vanwege ziekteverzuim en doorbelasting huisvestingskosten door de gemeente Breda. Ook is er een begrotingswijziging van het RBL voor 2024 van € 23.000, vanwege onder meer verlenging pilot projectaanjager, een benodigde extra kwaliteitsmedewerker en wederom vervanging ziekte en huisvesting.
De meerjarenbegroting RBL wordt voor Drimmelen opgehoogd met € 8.000 (vanaf 2024) vanwege voorgaande redenen.
7. Gemeenschappelijke regeling: Openbare Gezondheidszorg West-Brabant (GGD)
De stijging van de bijdrage door gemeente Drimmelen voor 2024 e.v. ten opzichte van 2023 komt met name door autonome ontwikkelingen, zoals indexering, impact van nieuwe CAO en de financiële implicaties omgevingswet.
8. Openbare gezondheidszorg: lokaal preventieakkoord (subsidie)
Deze uitkering is bestemd voor de uitvoering van het lokale preventieakkoord.
Dit preventieakkoord richt zich op het terugdringen van roken, problematisch alcoholgebruik en overgewicht.
9. Brede impuls combinatiefuncties/buurtsportcoaches (DU) (Meicirculaire)
Voorheen ontvingen gemeentes via het gemeentefonds geld voor brede impuls combinatiefuncties/buurtsportcoaches. In 2023 is deze regeling vervangen door de brede SPUK regeling en worden deze gelden niet meer via het gemeentefonds ontvangen.
Met de Brede SPUK worden gemeenten in een goede uitgangspositie gebracht om de in het GALA en het Sportakkoord II gemaakte afspraken na te komen.
10. Huisvesting basisonderwijs
In het coalitieakkoord is opgenomen dat we een onderzoek uitvoeren naar behoud Dongemondcollege na 2030. Daarvoor zal een onderzoeksbureau gevraagd worden de opties renovatie en nieuwbouw met elkaar te vergelijken. Na de zomer 2023 starten we hiermee. De geraamde kosten hiervoor bedragen € 25.000. Daarnaast valt het opstellen van de Visie Terheijden met ca. € 10.000 duurder uit dan begroot. De opdracht is groter: er wordt voor twee scholen onderzocht wat de kosten van renovatie zijn afgezet tegen de kosten van nieuwbouw.
11. Voor- en vroegschoolse educatie
De inhuur van de VVE-coördinatrice (via Kibeo; vanwege vertrek huidige) valt € 15.000 hoger uit (nadeel).
Het budget OAB (Onderwijsachterstandenbeleid) is voor 2023 vanuit het Rijk met ruim € 40.000 verhoogd. Jaarlijks wordt dit budget aangepast op basis van een aantal factoren. Er wordt rekening gehouden met onder meer kenmerken van de omgeving van het kind: het opleidingsniveau van beide ouders; het herkomstland van de moeder; de verblijfsduur van de moeder in Nederland; het gemiddelde opleidingsniveau van alle moeders op de school; of de ouders in de schuldsanering zitten. Op basis van deze indicatoren berekent het CBS ieder jaar hoe groot het risico op onderwijsachterstand van een peuter en een leerling is. Voor kinderen met een hoger risico op een onderwijsachterstand ontvangen scholen en gemeenten een hoger bedrag dan voor kinderen met een lager risico. Op basis van deze anonieme schoolscores van kinderen tussen de 2 en 4 jaar en basisschoolleerlingen, wordt de achterstandsscore voor een gemeente berekend en het budget bepaald.
Thema Participatie en schuldenproblematiek
12. WMO: woningaanpassingen, hulpmiddelen, huishoudelijke hulp e.d.
Voor verschillende PGB woningaanpassingen zijn uitgaven gerealiseerd die eerder niet voorzien waren in de begroting. Deze uitgaven leiden tot een incidenteel tekort van € 10.000. Daarnaast ontstaat door een verwachte toename van de verstrekking van PGB hulpmiddelen een incidenteel tekort van € 10.000. Voor huishoudelijk hulp is structureel € 198.000 benodigd vanwege indexatie van de tarieven en groei van het aantal indicaties. De indexatie van de tarieven is als gevolg van de Algemene Maatregel van Bestuur Reële Prijs WMO (AMvB Reële Prijs WMO). In deze AMvB wordt geregeld dat aanbieders een reële kostprijs toegekend moeten krijgen. Vanwege onder andere de stijging van CAO lonen is de kostprijs inclusief inflatie sterk toegenomen. Daarnaast is het budget voor Maatwerk WMO hulpmiddelen structureel met € 20.000 verlaagd.
De verwachting is dat de kostenontwikkeling voor komende jaren nagenoeg in lijn zal blijven met de werkelijke uitgaven volgens het boekjaar 2022. Tenslotte zullen de eigen bijdragen (baten) voor hulp bij huishouding met € 15.000 structureel toenemen.
13. Opvang en bescherm wonen WMO
De doordecentralisatie van Beschermd Wonen was jarenlang omgeven met financiële onzekerheden en risico’s, o.a. rond de overgang van cliënten van de Wmo naar de Wlz. Intussen is er meer duidelijkheid en blijkt het financiële perspectief voor de Beschermd Wonen regio Breda e.o. gunstig uit te vallen. Ook is er sprake van een daling van het aantal inwoners met een indicatie voor Beschermd Wonen. Het overschot over jaar 2022 valt voor de gemeente € 7.000 voordeliger uit. De verwachte extra teruggave voor jaar 2023 wordt geschat op € 285.000. Deze lijn zet zich ook in 2024 voort (inschatting € 310.000 voordeel). Vanaf jaar 2025 wordt het perspectief onzeker (o.a. omdat het ministerie budget van Wmo naar Wlz wil overhevelen).
14. Integraal Zorgakkoord (WMO abonnementstarief) (Meicirculaire)
Het kabinet stelt structureel extra middelen beschikbaar aan gemeenten samenhangend met het Integraal Zorgakkoord, ter compensatie van gemeenten voor gestegen kosten als gevolg van de invoering van het abonnementstarief Wmo.
15. Terugdraaien eigen bijdrage huishoudelijke hulp WMO (Meicirculaire)
Het abonnementstarief in de Wmo 2015 wordt afgeschaft en in plaats daarvan wordt de inkomensafhankelijke eigen bijdrage in de Wmo 2015 heringevoerd. Daarbij is het uitgangspunt dat zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de vormgeving zoals die voorheen was met oog voor inkomenseffecten en het beroep dat wordt gedaan op de Wmo.
16. Herinvoering eigen bijdrage WMO (Meicirculaire)
Het abonnementstarief verdwijnt niet alleen voor de huishoudelijke hulp, maar voor alle Wmo-voorzieningen waarop het abonnementstarief nu van toepassing is. Hiervoor wordt een wetsvoorstel voorbereid. Het huidige wetsvoorstel voor invoering van de passende eigen bijdrage huishoudelijke hulp (waarvan de inwerkingtreding per 2025 werd voorzien) wordt ingetrokken.
17. Bijstandsbesluit zelfstandigen
Op basis van ervaringscijfers (voorgaande jaren) kan er structureel een bedrag van € 5.000 aan advieskosten worden af geraamd en is er de verwachting dat een bedrag van € 5.000 aan Leenbijstand TOZO wordt ontvangen.
18. Gemeenschappelijke regeling: Kleinschalig Collectief Vervoer (inclusief eigen bijdrage) (RWB)
Sinds corona blijft het aantal vervoersbewegingen achter op de prognose. RWB heeft daarom de begroting bijgesteld ten opzichte van de vastgestelde begroting 2023. Momenteel loopt een aanbesteding voor het deeltaxi vervoer. Na afronding bekijkt RWB of de begroting nog verder bijgesteld moet worden.
19. Gemeenschappelijke regeling: MidZuid (incl. re-integratie werkzoekenden)
Conform de herziene begroting 2023 van MidZuid ramen we in 2023 € 33.000 af, dit is het gevolg van diverse factoren die worden toegelicht in de herziene begroting 2023 van MidZuid.
De begroting 2024 incl. de meerjarenraming 2024-2027 is cijfermatig grotendeels gebaseerd op de in de herziene begroting 2023 opgenomen meerjarencijfers. Na het opstellen van de herziene begroting 2023 (eind 2022) zijn er een aantal relevante ontwikkelingen geweest die het noodzakelijk zouden maken om de cijfers in de begroting 2024 aan te passen ten opzichte van de herziene begroting 2023 op het gebied van rentelasten, omzetontwikkeling en onderhoudskosten. Dit heeft geleid tot het ramen van extra kosten voor de jaren 2024 tot en met 2027.
20. Budget voor woonlasten statushouders
Iedere gemeente krijgt jaarlijks van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties door wat het aantal statushouders is dat gehuisvest dient te worden. Gezien de toestroom van de statushouders, lukt het momenteel niet meer om te voldoen aan de taakstelling met alleen de woningen van Woonvizier. We zullen daarom op zoek moeten naar alternatieven, bijvoorbeeld het huren van woningen op de particuliere markt. Gezien het huurbedrag van de woningen, zullen we als gemeente maandelijks een bijdrage moeten leveren. Hiervoor wordt een bedrag van € 100.000 voor dit jaar geraamd. Als Woonvizier ook in de toekomst niet kan voldoen aan de verhoogde taakstelling wordt het bedrag van € 100.000 structureel (meerjarenbegroting).
21. Flankerend beleid energiearmoede (Meicirculaire)
Het rijk heeft voor 2023 via het gemeentefonds extra geld beschikbaar gesteld om een stapeling van sociale en maatschappelijke problemen als gevolg van de hoge inflatie te voorkomen, voor de verwachte extra inzet die nodig zal zijn op het gebied van vroegsignalering en om gemeenten tegemoet te komen in het verwachte extra beroep op bijzondere bijstand.
22. Dienstverlening gemeenten aanpak armoede en schulden (Meicirculaire)
Het rijk heeft via het gemeentefonds extra geld beschikbaar gesteld als investering in betere dienstverlening door gemeenten op het gebied van armoede en schulden. Gemeenten kunnen deze middelen inzetten om aan de slag te gaan met de prioriteiten van de Aanpak geldzorgen, armoede en schulden, zoals het verdubbelen van het gebruik van de schuldhulpverlening en het tegengaan van kinderarmoede.
23. Maatschappelijke begeleiding (Meicirculaire)
Conform artikel 18 van de Wet inburgering 2013 voorziet het college in de maatschappelijke begeleiding van inburgeringsplichtige asielmigranten en hun gezinsleden. Gemeenten ontvangen hiervoor gelden via het gemeentefonds.
Thema Sociale structuur, sport en zorg
24. Sociaal cultureel centrum De Mayboom
Bij het opstellen van de begroting 2023 is ervan uitgegaan dat de activiteiten die plaatsvinden in het sociaal cultureel centrum De Mayboom in 2023 al over waren gegaan naar de Bernarduskerk. Dit is nog niet het geval waardoor er voor het jaar 2023 de exploitatiekosten en de huuropbrengsten bij geraamd moeten worden (per saldo een voordeel van nadeel ca. € 18.000).
25. Juridische ondersteuning: renovatie zwembaden
In verband met de voortzetting van het rechtsgeding tegen de hoofdaannemer c.q. het treffen van een schikking is meer juridische bijstand en externe advisering nodig.
26. Juridische ondersteuning: de Cour
In verband met de voortzetting van het rechtsgeding is meer juridische bijstand en externe advisering nodig.
27. Hogere energielasten gemeenschapshuizen / sportaccommodaties
Er is geen noemenswaardige toename van het elektriciteitsverbruik. De lasten zijn voornamelijk gestegen als gevolg van de landelijk gestegen energieprijzen.
28. Sociaal cultureel centrum Dorpshart Made
In de raadsvergadering van 15 december 2022 is het krediet voor de inrichting van het nieuw sociaal cultureel centrum in de Bernarduskerk naar € 462.000 verhoogd. Daarbij hebben wij aangegeven dat de definitieve kostenraming op basis van de laatste actuele inzichten van de stichting en nadere afstemming van de gebruikers / verenigingen nog zou worden geactualiseerd en, alleen al door de recente prijsstijgingen, hoger zou uitvallen. De gemeenteraad heeft toen besloten deze hogere kosten bij de Voorjaarsnota 2023 bij te ramen.
In de afgelopen periode hebben wij zeer intensief overleg gevoerd met de Stichting Sociaal Cultureel Centrum De Bernardus (SSCC De Bernardus). Wij hebben het gesprek gevoerd over “must-haves” en “nice-to-haves”. Samen zijn we gekomen tot een realistische variant voor de inrichting, die ruimte biedt om te ondernemen, een stevig kader vanuit de gemeenteraad. De actualisatie van de inrichtingskosten laat zien dat een bijraming van € 560.000 nodig is. In dit bedrag zijn de meest recente prijsstijgingen verwerkt en hierin is ook een bedrag van ca € 30.000 opgenomen om invulling te geven aan de motie “Bernarduskerk, een bezoek meer dan waard”. In deze kostenraming zijn ook investeringen opgenomen, onder andere op het gebied van geluid, licht en audiovisuele (film)apparatuur ten behoeve van de theaterzaal, die per direct extra omzet in de exploitatie van de Stichting Sociaal Cultureel Centrum de Bernardus opleveren en op termijn gaan genereren. Hierdoor kan de gemeentelijke jaarlijkse exploitatiebijdrage aan de Stichting met € 15.000 neerwaarts worden bijgesteld en geeft de Stichting invulling aan onze opdracht tot meer ondernemerschap (o.a. filmhuis).
Voorgesteld wordt om de voorgestelde kredietverhoging van € 560.000 te dekken uit de Algemene reserve. Dit bedrag wordt uit de Algemene reserve onttrokken en gestort in de reserve Kapitaallasten van waaruit de jaarlijkse extra kapitaallasten gedekt kunnen worden (budgettair neutraal voor de meerjarenbegroting).
Diverse
29. Lopende kredieten / investeringsprognose: mutatie kapitaallasten
Door mutaties van de lopende kredieten en aanpassing van de investeringsprognose 2024 e.v. nemen de kapitaallasten toe met ca. € 11.000. Voor de mutaties en inhoudelijke toelichtingen wordt verwezen naar de onderstaande onderdelen in het programma.