Inleiding

Voorwoord

Terug naar navigatie - Voorwoord - Voorwoord

Voor u ligt de begroting 2026 van de gemeente Drimmelen met een doorkijk voor de periode 2026–2029. Deze begroting biedt richting aan onze ambities, beleidskeuzes en financiële verantwoordelijkheid in een tijd waarin we ons voorbereiden op gemeenteraadsverkiezingen. De begroting weerspiegelt onze visie, ambities en de koers die we als gemeente willen varen.

Drimmelen voert al jaren een solide financieel beleid. We zoeken steeds opnieuw de balans tussen behoedzaamheid en daadkracht: investeren waar het kan en nodig is, en terughoudend zijn waar het moet. Tegelijkertijd blijven we onze financiële uitgangspunten kritisch tegen het licht houden, zodat ze passen bij de veranderende omstandigheden van vandaag én morgen.

Dankzij incidentele compensatie vanuit het gemeentefonds is het financiële perspectief voor 2026 en 2027 tijdelijk verbeterd. Vanaf 2028 worden echter de bezuinigingen op het gemeentefonds niet meer extra gecompenseerd vanuit het Rijk.  Vanaf 2028 worden we geconfronteerd met structurele risico’s, zoals de nog onzekere effecten van de hervormingsagenda jeugdzorg en de bijbehorende kortingen op het gemeentefonds.

In deze begroting geven we invulling aan onze speerpunten:

  • We investeren in levendige dorpen en veiligheid en het dorpsgericht werken gaan we verder doorontwikkelen (programma 1).
  • We actualiseren belangrijke beleidsplannen en werken de coalitieafspraken verder uit (programma 2).
  • We zetten stevig in op woningbouw, duurzaamheid en economische ontwikkeling (programma 3).
  • Binnen het sociaal domein blijven we scherp op ontwikkelingen in de BUIG, prijsindexatie en compensatie en houden we de zorg binnen Jeugd, Wmo en Beschermd Wonen nauwlettend in de gaten (programma 4).

We blijven sturen op realisme, samenwerking en toekomstbestendigheid. Alleen zo kunnen we ook in de toekomst blijven bouwen aan een sterke en betrokken gemeente.
Mijn dank gaat uit naar iedereen die heeft bijgedragen aan deze begroting. Ik kijk uit naar de dialoog met raad, inwoners en partners over de keuzes die we maken voor Drimmelen.

 

Namens het college,

Harry Bakker
Wethouder Financiën

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting - Samenvatting

In deze begroting treft u de belangrijkste beleidsvoornemens aan voor het jaar 2026, zoals opgenomen in de vier gemeentelijke programma’s. We besteden aandacht aan de belangrijkste ontwikkelingen in de verplichte paragrafen conform het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), waaronder het weerstandsvermogen, het grondbeleid en de lokale heffingen. 

Deze samenvatting biedt u inzicht in de financiële situatie van de gemeente Drimmelen en hoe deze naar verwachting zal ontwikkelen.

Programma 1: Burger en Bestuur
Het college zet in op het versterken van de leefbaarheid en veiligheid in alle dorpen. In 2026 worden integrale veiligheidscontroles uitgevoerd op spookbewoning en arbeidsmigratie, in samenwerking met het RIEC en het Baronie Interventieteam. Cameratoezicht en innovatieve technieken worden ingezet op basis van actuele veiligheidsontwikkelingen. Preventie onder jongeren blijft een speerpunt, met intensieve samenwerking tussen scholen, verenigingen en zorgpartners.

De dienstverlening wordt verder verbeterd via het dienstverleningsconcept, met concrete beloftes, digitale formulieren en begrijpelijke communicatie. Dorpsgericht werken gaan we doorontwikkelen en in Wagenberg en Lage Zwaluwe  geven we uitvoering aan de dorpsvisies en werken we aan centrale dorpsharten.

Programma 2: Openbare Ruimte
De gemeente investeert in een klimaatbestendige en biodiverse leefomgeving. In 2026 worden in alle dorpen dorpsbosjes aangelegd en we gaan aan de slag met het nieuwe actieplan biodiversiteit. Verkeersveiligheid verbeteren we met de aanleg van de bypass Zoutendijk, veilige schoolroutes en een fietspad langs de Zonzeelseweg.

Op het gebied van water werken we aan de hemelwatersnelweg in Made Laag en aan de verkenning van dijkversterking langs de Amer. Deze maatregelen dragen bij aan het beperken van wateroverlast en het versterken van de klimaatadaptieve inrichting van de openbare ruimte.

Programma 3: Ruimte, Wonen, Duurzaamheid en Economie
De woningbouwambitie blijft onverminderd hoog. In 2026 start de bouw van circa 200 woningen, waaronder flexwoningen en herstructurering van bestaande locaties. We actualiseren de omgevingsvisie en er wordt gewerkt aan huisvesting voor aandachtsgroepen en arbeidsmigranten.

Duurzaamheid krijgt verder vorm via zonnepark De Bergen, een warmteprogramma en verduurzaming van bedrijventerreinen. Economisch wordt geïnvesteerd in toerisme en recreatie, met projecten in de Biesbosch, dorpsentrees en havenontwikkeling.

Programma 4: Sociaal Domein
Het sociaal domein blijft een prioriteit. In 2026 investeren we in gezonde leeromgevingen, jeugdhulptransformatie en financiële zekerheid voor inwoners. Het Dongemond College blijft behouden en cultuureducatie bereikt 85% van de basisschoolleerlingen. Sport, cultuur en sociale structuren ondersteunen we via subsidies, pilots en samenwerkingen.

De vraag naar maatschappelijke ondersteuning neemt toe, waardoor preventie, welzijnswerk en laagdrempelige voorzieningen extra aandacht krijgen. De gemeente zet in op het versterken van de sociale infrastructuur, zodat inwoners langer thuis kunnen blijven wonen en actief blijven deelnemen aan de samenleving.

Paragrafen

Weerstandsvermogen en Risicobeheersing
De weerstandsratio bedraagt 4,34 en is ruim boven de norm van 1,0. De gemeente beschikt over voldoende financiële buffer om risico’s op te vangen. De solvabiliteit daalt van 42% naar 32%, en de netto schuldquote stijgt naar 65%, passend bij de investeringsambities.

Lokale Heffingen
De lokale lastendruk stijgt licht door hogere kosten voor afvalstoffen- en rioolheffing. De belastingcapaciteit ligt op 93%, net onder het landelijk gemiddelde. Kwijtschelding is mogelijk voor inwoners met een inkomen op bijstandsniveau.

Onderhoud Kapitaalgoederen
Er wordt structureel geïnvesteerd in wegen, groen, verlichting, riolering en civiele kunstwerken. De totale onderhoudslasten bedragen circa € 3 miljoen, met een investeringsvolume van ruim € 5 miljoen.

Financiering
De gemeente trekt in 2026 € 11 miljoen aan langlopende financiering aan. De omslagrente stijgt naar 1,2%. De langlopende schuld komt uit op € 52 miljoen eind 2026. De financieringslasten zijn ingepast in de begroting.

Bedrijfsvoering
In 2026 wordt overgestapt op een nieuw PSA-systeem (Personeels Salaris Administratie) en een nieuwe Digitale Werkplek. Informatiebeveiliging en privacy krijgen extra aandacht in verband met de NIS2-wetgeving. De Planning & Control-cyclus wordt verder versterkt en het nieuwe financiële systeem wordt verder ingericht.

Verbonden Partijen
De gemeente werkt samen met diverse regionale partners. Nieuwe gemeenschappelijke regelingen worden opgericht, zoals De Baronie (per 1 januari 2026). Binnen Regio West-Brabant Oost (WBO) wordt gewerkt aan de oprichting van een nieuwe gemeenschappelijke regeling jeugdhulp, gericht op een toekomstbestendige, preventieve en efficiënte inrichting van de jeugdhulp via integrale samenwerking binnen Stevige Lokale Teams (SLT). 

Grondbeleid
Het gemeentelijk grondbeleid is gericht op een toekomstbestendige en zorgvuldige inzet van beschikbare ruimte, met oog voor maatschappelijke en financiële meerwaarde. In 2026 voert de gemeente zes actieve grondexploitatiecomplexen, waaronder Dorpshart Made en De Ligne. De gemeente hanteert een richtinggevend grondbeleid en kiest per ontwikkeling bewust voor een actieve, samenwerkende of faciliterende rol. De ambities uit het Programma Wonen 2030 worden voortgezet, met een verwachte oplevering van 902 woningen in de periode 2022–2026. 

De Omgevingsvisie wordt in 2026 geactualiseerd en blijft leidend voor ruimtelijke keuzes. Het grondbedrijf beschikt over een weerstandsvermogen van € 845.000 (per 31-12-2026) en heeft voldoende ruimte voor nieuwe gebiedsontwikkelingen.

Wet Open Overheid (WOO)
De gemeente ligt op schema voor actieve openbaarmaking. In 2026 wordt verder gebouwd aan de digitale afhandeling van Woo-verzoeken.

 

Financiële begroting

De gemeente krijgt het grootste deel van haar inkomsten van het Rijk. Dit gebeurt via het gemeentefonds en via specifieke uitkeringen die bedoeld zijn voor een bepaald doel, zoals bijvoorbeeld bijstandsverlening.
Daarnaast ontvangt de gemeente ook geld van inwoners en bedrijven. Dit zijn lokale belastingen, zoals de onroerendezaakbelasting (OZB), en vergoedingen voor gemeentelijke diensten, zoals het aanvragen van vergunningen, het ophalen van huisvuil en het verstrekken van paspoorten.
Tot slot gebruikt de gemeente ook geld uit haar eigen reserves om bepaalde uitgaven te kunnen doen. 

Tabel Finbgr.A4-2
Gezuiverd saldo (bedragen x € 1.000) 2026 2027 2028 2029
Saldo baten en lasten -1.434 N -390 N -1.467 N -787 N
Saldo mutaties reserves 1.936 V 1.667 V 1.667 V 1.667 V
Begrotingssaldo na bestemming 502 V 1.277 V 200 V 880 V
Waarvan incidentele baten en lasten -475 N -212 N -135 N -180 N
Begrotingssaldo 27 V 1.065 V 65 V 700 V

Meerjarige ontwikkeling van baten en lasten

De totale baten (inkomsten) bedragen in 2026 naar verwachting € 86 miljoen, tegenover € 77 miljoen in 2025. De grootste inkomstenbron is het gemeentefonds, dat stijgt van € 50,5 miljoen in 2025 naar € 54,5 miljoen in 2029. Deze toename is grotendeels het gevolg van de compensatie die gemeenten krijgen van het Rijk voor loon- en prijsstijgingen (nominale deel). Daarnaast is er een volumedeel in het gemeentefonds. Dit deel daalt in 2026, deze afname komt doordat het Rijk heeft besloten dat het gemeentefonds niet meer meegroeit met de rijksuitgaven (trap-op-trap-af-systematiek), maar op basis van de nieuwe systematiek (BBP-groei).

Toch nemen de totale programma-baten van de gemeente over de jaren af, tot € 25,1 miljoen in 2029. Dit komt vooral doordat de specifieke uitkeringen van het Rijk (SPUK) afnemen. Deze uitkeringen zijn vaak tijdelijk en stoppen zodra de looptijd voorbij is. Mogelijke nieuwe SPUKs worden pas opgenomen in de begroting als er een officiële beschikking is afgegeven. Zolang die er niet is, worden deze middelen niet meegenomen in de meerjarige raming. 

De totale programmalasten (uitgaven) volgen een vergelijkbare trend. In 2026 bedragen de uitgaven € 76,7 miljoen en dalen licht naar € 74,4 miljoen in 2029. Dit vraagt om zorgvuldige keuzes en sturing binnen de beschikbare middelen, zodat de gemeente financiering structureel in evenwicht blijft.

De overheadkosten blijven in 2025 en 2026 nagenoeg stabiel, met een raming van respectievelijk € 11.5 miljoen en € 11,4 miljoen. Deze ontwikkeling getuigt van een zorgvuldige kostenbeheersing binnen de organisatie. Tegelijkertijd is bekend dat er op onderdelen sprake is van beperkte capaciteit. Desondanks lukt het de organisatie om de continuïteit van dienstverlening te waarborgen en de beschikbare middelen doelmatig in te zetten, mede dankzij de inzet en flexibiliteit van medewerkers.

Meerjarige ontwikkeling van het structurele saldo

De begroting bestaat uit structurele en incidentele baten en lasten. Structurele posten hebben een terugkerend karakter en beïnvloeden de financiële positie op lange termijn. Volgens de begrotingsregels moeten structurele lasten worden gedekt door structurele baten. Dat betekent dat vaste uitgaven (zoals personeelslasten) moeten worden bekostigd uit vaste inkomsten (zoals algemene uitkeringen en lokale heffingen). Een positief structureel saldo betekent dat de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten en de begroting dus structureel in evenwicht is. Naast het verschil tussen de structurele baten en lasten is ook het incidentele resultaat van invloed op het saldo.

In alle jaren is sprake van een positief structureel saldo, al is er in 2026 een duidelijke daling. Dat komt doordat de inkomsten uit het gemeentefonds in dat jaar minder hard stijgen dan de uitgaven. Het structurele begrotingssaldo in 2026 bedraagt € 27.000 positief. In de jaren daarna herstelt het saldo:

  • 2027: € 1.065.000 positief
  • 2028: € 65.000 positief
  • 2029: € 700.000 positief

Een positief incidenteel resultaat biedt daarnaast ruimte om tegenvallers op te vangen zonder direct te hoeven bezuinigen.

Meerjarige ontwikkeling van reserves

De gemeentelijke reserves nemen de komende jaren naar verwachting af, omdat ze beleidsmatig worden ingezet. De inzet komt vooral uit de bestemmingsreserves, die bedoeld zijn voor specifieke doelen. Daarnaast beschikt Drimmelen over een algemene reserve, die dient als buffer voor financiële tegenvallers. Deze reserve draagt bij aan een stabiel financieel beleid en voorkomt dat er bij onverwachte kosten direct maatregelen nodig zijn.

In 2026 is er een onttrekking uit de reserves van € 1.936.000, waarmee een deel van de uitgaven wordt gedekt.

Tabel Finbegr.A1-1
Begroting Gemeentebreed Realisatie Begroting -primair Begroting Begroting Begroting Begroting
(bedragen x € 1.000,-) 2024 2025 2026 2027 2028 2029
Prog. 1: Burger en Bestuur -6.167 N -6.390 N -6.839 N -6.821 N -6.794 N -6.627 N
Prog. 2: Openbare Ruimte -10.797 N -11.972 N -12.318 N -12.419 N -12.544 N -12.536 N
Prog. 3: Ruimte, Wonen, Duurzaamh en Eco. -18.613 N -11.921 N -12.905 N -12.425 N -12.425 N -11.925 N
Prog. 4: Sociaal Domein -40.205 N -38.287 N -44.608 N -43.770 N -43.393 N -43.347 N
Totaal lasten -75.782 N -68.570 N -76.671 N -75.435 N -75.155 N -74.435 N
Prog. 1: Burger en Bestuur 754 V 760 V 901 V 945 V 894 V 582 V
Prog. 2: Openbare Ruimte 3.984 V 4.400 V 3.996 V 4.220 V 3.991 V 3.880 V
Prog. 3: Ruimte, Wonen, Duurzaamh en Eco. 15.280 V 8.347 V 9.172 V 8.996 V 9.033 V 8.651 V
Prog. 4: Sociaal Domein 13.609 V 7.826 V 12.609 V 12.176 V 12.176 V 11.961 V
Totaal baten 33.627 V 21.333 V 26.677 V 26.337 V 26.093 V 25.075 V
Alg. Dekkingsmiddelen 54.071 V 55.876 V 59.510 V 59.923 V 58.888 V 59.821 V
Overhead -10.493 N -11.465 N -11.428 N -11.428 N -11.428 N -11.428 N
Saldo van baten en lasten excl. mutaties reserves 1.423 V -2.826 N -1.911 N -603 N -1.603 N -968 N
Saldo mutaties reserves 2.818 V 2.952 V 1.937 V 1.667 V 1.667 V 1.667 V
Begrotingssaldo 4.241 V 126 V 27 V 1.065 V 65 V 700 V
Correctie incidentele baten en lasten -90 N -475 N -212 N -135 N -180 N
Structureel begrotingssaldo 216 V 502 V 1.277 V 200 V 880 V
Mutaties reserves op programma niveau
Programma 1 70 V 46 V 47 V 47 V 47 V 47 V
Programma 2 603 V 792 V 788 V 788 V 788 V 788 V
Programma 3 299 V -211 N -51 N -51 N -51 N -51 N
Programma 4 1.260 V 922 V 852 V 852 V 852 V 852 V
Overhead 586 V 0
Algemene dekkingsmiddelen 1.403 V 301 V 31 V 31 V 31 V
Totale mutaties 2.818 V 2.952 V 1.937 V 1.667 V 1.667 V 1.667 V