A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inventarisatie van de risico's

Terug naar navigatie - A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Inventarisatie van de risico's

De paragraaf Weerstandsvermogen biedt inzicht in de mate waarin de gemeente Drimmelen financieel in staat is om substantiële risico’s op te vangen zonder dat dit leidt tot ingrijpende beleidswijzigingen. Het weerstandsvermogen wordt bepaald op basis van een systematische risicoanalyse, waarbij gebruik wordt gemaakt van het risicomanagement informatiesysteem. Dit systeem stelt de organisatie in staat om risico’s te identificeren, te prioriteren en te beoordelen, zodat passende beheersmaatregelen kunnen worden getroffen.

Op basis van deze analyse is een risicoprofiel voor 2026 opgesteld. Dit profiel vormt de basis voor de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit: het bedrag dat nodig is om de financiële gevolgen van niet-afgedekte risico’s op te vangen. De risico’s die hierin zijn opgenomen, zijn van een omvang en aard dat ze niet binnen de reguliere programmabegroting kunnen worden opgevangen en waarvoor geen bestemmingsreserves beschikbaar zijn. 

De risico’s worden gewogen op basis van hun kans van optreden en de potentiële financiële impact. Met behulp van een risico-simulatiemodel wordt met 95% zekerheid berekend wat de benodigde weerstandscapaciteit is. Dit model houdt rekening met het feit dat risico’s voortdurend veranderen: sommige nemen af, andere ontstaan of worden groter. Het meenemen van een risico in de berekening betekent overigens niet dat er automatisch middelen beschikbaar zijn als het risico zich daadwerkelijk voordoet; het uitgangspunt blijft dat tegenvallers zoveel mogelijk binnen het betreffende programma worden opgevangen.

Risicokaart
De risicokaart hieronder geeft inzicht in de spreiding van de risico’s naar kans van optreden en financieel gevolg. De aantallen in de risico categorieën tellen op naar 47 geïdentificeerde risico’s. De risico's waarvan de kans van optreden kleiner is dan 10%, of de maximale schadelast is kleiner dan € 25.000, zijn vanwege hun geringe betekenis buiten beschouwing gelaten. 

Tabel Par.A-1
Maximale schadelast
x > € 500.000 3 4 1
€ 250.000 < x < € 500.000 4 1 1 2 1
€ 100.000 < x < € 250.000 3 7 1 2 1
€ 25.000 < x < € 100.000 1 4 3 2 2
x < € 25.000
Imagoschade 1 2 1
10% 30% 50% 70% 90% Kans

Risico top 10
In het overzicht hieronder staan de tien risico’s die de meeste invloed hebben op het totale risicoprofiel van de gemeente. Het maximale risicobedrag is aangegeven, met daarnaast de kans dat de gebeurtenis zich voordoet en de procentuele invloed op het totale risicoprofiel van de gemeente Drimmelen.

Tabel Par.A-2
Risico top 10
2026 begroting 2025 begroting 2024 jaarstuk Risico Max. risico bedrag 2026 Kans 2026 Invloed op risicoprofiel
1 2 1 Het begrote budget voor jeugdzorg is ontoereikend € 800.000 50% 8,5%
2 1 2 Hogere indexering grond-, weg- en waterbouw werkzaamheden € 500.000 90% 8,2%
3 3 3 Toename van het aantal bijstandsgerechtigden door de verhoogde huisvesting van statushouders in onze gemeente € 500.000 70% 6,5%
4 4 4 Uitval ICT omgeving € 1.000.000 30% 5,5%
5 5 5 Zonneparkdossier:schadeclaims € 2.000.000 15% 5,5%
6 6 6 Huisvesting statushouders € 250.000 90% 4,9%
7 * 7 Diverse boomziekten tasten ons boomareaal aan. € 800.000 30% 4,4%
8 9 8 Het begrote budget voor Wmo-voorzieningen is ontoereikend € 300.000 70% 4,3%
9 10 9 Taak Huishoudelijke Ondersteuning kan niet uitgevoerd worden binnen budget. € 250.000 90% 3,8%
10 * 10 Cybercriminaliteit € 2.000.000 10% 3,7%
* = Dit risico is nieuw opgenomen of behoorde niet eerder tot de risico top 10

Toelichting bij risico's

1) Het begrote budget voor jeugdzorg is ontoereikend
De kosten van de jeugdzorg stijgen zowel in volume als in prijs. De financiële druk door veranderingen in de jeugdzorg neemt al jaren toe. We willen toe naar Stevige Lokale Teams (SLT), in overeenstemming met de uitgangspunten van de Regiovisie en het strategieplan voor de jeugdhulpregio West-Brabant Oost (WBO) en de landelijke opdracht uit de Hervormingsagenda Jeugd. 
Samen met de gemeente Geertruidenberg, het CJG Drimmelen Geertruidenberg en diverse organisaties, gaan we laagdrempelig en dicht bij huis hulp bieden en zo voorkomen dat specialistische jeugdhulp nodig is. 

2) Hogere indexering grond-, weg- en waterbouw werkzaamheden
Door aanzienlijke stijgingen van marktprijzen, veroorzaakt door hogere loonkosten, brandstof- en grondstofprijzen, zijn de indexeringen hoger dan oorspronkelijk begroot.

3) Toename bijstandsgerechtigden
Het aantal bijstandsgerechtigden neemt toe door het toegenomen aantal statushouders dat in onze gemeente is gehuisvest.

4) Uitval ICT omgeving
ICT-uitval kan ernstige gevolgen hebben voor de dienstverlening, met financiële schade door verstoring van bedrijfsprocessen en herstelkosten. De uitval kan veroorzaakt worden door brand in systeemruimtes of wegvallen van netwerkverbinding door een kabelbreuk in de glasvezellijn.

5) Zonneparkdossier: langdurig traject met weerstand
De gemeente heeft in de afgelopen jaren verschillende aanvragen voor zonneparken geweigerd. De rechtsgeldigheid van deze weigeringen wordt momenteel betwist. Als de weigeringen onterecht blijken, kunnen financiële claims van de betrokken partijen volgen. 
Het risico op claims wordt verder versterkt door recente veranderingen in provinciaal beleid, die extra obstakels hebben opgeworpen voor bepaalde initiatieven, zoals de restrictie op zonneparken op landbouwgrond. Dit kan de haalbaarheid van de betrokken projecten verder beïnvloeden.

6) Huisvesting statushouders
De gemeente heeft de taakstelling voor de huisvesting van statushouders niet volledig kunnen realiseren door beperkte toewijzingen en de krapte op de woningmarkt. Hoewel er sinds 2020 meer statushouders onderdak hebben gekregen, is de achterstand nog niet ingelopen. Indien de situatie aanhoudt, bestaat het risico dat de provincie op kosten van de gemeente extra opvang zal regelen. De gemeente is bezig met het vinden van alternatieve huisvestingsoplossingen, wat extra tijd en kosten met zich meebrengt.

7) Diverse boomziekten tasten ons boomareaal aan
Als er geen maatregelen worden genomen om de aantasting van bomen tegen te gaan, zullen veel bomen op termijn moeten worden verwijderd. De kosten voor het verwijderen van zieke bomen en het vervangen daarvan zijn vaak zo groot, dat ze niet uit het reguliere budget betaald kunnen worden.

8) Het begrote budget voor Wmo-voorzieningen is ontoereikend
De kosten voor de Wmo zijn afhankelijk van de vraag. Casemanagers maken zorgvuldige indicaties en er zijn goede prijsafspraken met leveranciers, maar een toename in de behoefte aan Wmo-voorzieningen kan leiden tot overschrijdingen van de begrote budgetten.

9) Taak Huishoudelijke Ondersteuning kan niet uitgevoerd worden binnen budget
De kosten voor thuisondersteuning stijgen door factoren zoals hogere lonen, veel ziekteverzuim en vergrijzing, in combinatie met nieuwe regels voor de Wmo (zoals het abonnementstarief en de reële prijs). Dit zorgt voor druk op zowel het aantal uren als de kosten van huishoudelijke ondersteuning. We houden hier rekening mee in de begroting, maar het risico bestaat dat deze ontwikkelingen sterker zijn dan verwacht. Daarnaast hebben zorgaanbieders te maken met personeelstekorten, waardoor ze niet altijd de afgesproken zorg kunnen leveren. Dit kan leiden tot juridische claims van cliënten tegen de gemeente.

10) Cybercriminaliteit
We spreken van cybercriminaliteit als informatievoorziening het doelwit is van criminele activiteiten. Door het toenemende gebruik van moderne technologieën, apps en social media zijn de veiligheidsrisico’s voor burgers, bedrijven en overheden in de afgelopen jaren toegenomen. Voorbeelden van cybercriminaliteit zijn DDoS-aanvallen, die websites kunnen platleggen, en ransomware, oftewel 'gijzelingssoftware', waarmee criminelen toegang tot onze informatie blokkeren met schadelijke software.

 

Inventarisatie van de weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Inventarisatie van de weerstandscapaciteit

Bepaling van het weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen laat zien in hoeverre de gemeente financieel in staat is om onverwachte tegenvallers op te vangen. Dit wordt berekend door de beschikbare weerstandscapaciteit (de financiële middelen die hiervoor beschikbaar zijn) te vergelijken met de benodigde weerstandscapaciteit (het bedrag dat nodig is om de risico’s af te dekken). De uitkomst van deze vergelijking noemen we de weerstandsratio.


Benodigde weerstandscapaciteit
Als alle risico’s zich tegelijk en in volle omvang zouden voordoen, zou dat een financieel nadeel van € 20,2 miljoen betekenen. Omdat het onwaarschijnlijk is dat alle risico’s zich tegelijkertijd en maximaal voordoen, is een risico-simulatie uitgevoerd. Daarbij is gerekend met een zekerheid van 90%. Uit deze simulatie blijkt dat een bedrag van € 3,94 miljoen voldoende is om de risico’s in 2026 met 90% zekerheid op te vangen. Dit bedrag is gebaseerd op risico’s waarvoor geen of onvoldoende beheersmaatregelen beschikbaar zijn.


Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen die de gemeente kan inzetten om risico’s op te vangen. Voor 2026 is deze capaciteit begroot op € 17,1 miljoen (ten opzichte van € 13,8 miljoen in de primaire begroting van 2025).

Weerstandsratio
Om te beoordelen of het weerstandsvermogen toereikend is, wordt de beschikbare capaciteit afgezet tegen de benodigde capaciteit. Dit levert de weerstandsratio op:
                                                                               Beschikbare weerstandscapaciteit
Ratio weerstandsvermogen =                              -------------------------------------------------------
                                                                               Benodigde weerstandscapaciteit
Een ratio groter dan 1 betekent dat de gemeente voldoende middelen heeft om de risico’s op te vangen. In 2026 is dit wederom het geval.

Tabel Par.A-3
Ratio weerstandsvermogen Zie tabel Begroting 2026 Begroting 2025 - voorjaarsnota 2025 Rekening 2024 Rekening 2023
Beschikbare weerstandscapaciteit Finbgr-B2.1 € 17.098.468 € 15.459.074 € 16.918.349 € 12.483.834
Benodigde weerstandscapaciteit € 3.935.656 € 4.295.998 € 4.108.581 € 5.016.644
Ratio weerstandsvermogen 4,34 3,60 4,12 2,49
Waarderingscijfer Ratio Betekenis
A >2.0 uitstekend
B 1.4-2.0 ruim voldoende
C 1.0-1.4 voldoende
D 0.8-1.0 matig
E 0.6-0.8 onvoldoende
F <0.6 ruim onvoldoende

De raad heeft in de nota Risicomanagement en weerstandsvermogen bepaald dat het weerstandsratio van de gemeente Drimmelen minimaal gelijk moet zijn aan 1. In dat geval is het beschikbare weerstandsvermogen precies toereikend om de risico's af te dekken. Met een ratio van 4,34 voldoet de gemeente in 2026 in ruime mate aan die ondergrens. Het ratio is in vergelijking met de begroting 2025 inclusief voorjaarsnota wijzigingen (3,60) gestegen. In vergelijking met de laatst vastgestelde cijfers van jaarrekening 2024 is tevens sprake van een (lichte) stijging. 

In de berekening van het weerstandsvermogen is gekozen voor consistentie in de berekening voor de weergave van de saldi in kolommen rekening 2023 tot en met begroting 2026. Dit houdt in dat het weerstandsvermogen voor de risico's uit de grondexploitaties worden gedragen door de reserve van het grondbedrijf. Voor een nadere toelichting omtrent deze risico's, verwijzen we u naar paragraaf G. Grondbeleid. 

Financiële kengetallen
Gemeente Drimmelen staat er financieel gezond voor. De begroting is sluitend, wat betekent dat de gemeente haar uitgaven en inkomsten goed in balans heeft en aan haar verplichtingen kan voldoen zonder aanvullende maatregelen. De algemene reserve is ruim voldoende om de belangrijkste risico’s op te vangen, zelfs als deze zich volledig zouden voordoen. De langlopende schulden nemen echter toe in de komende jaren. Hogere schulden leiden tot structureel hogere financieringslasten. De lokale lasten zijn gematigd in vergelijking met het landelijke gemiddelde. De solvabiliteitsratio – de verhouding tussen eigen vermogen en totaal vermogen – blijft de komende jaren boven de signaleringswaarde van 20% die door de VNG wordt gehanteerd. Deze neemt echter wel rap af. Solvabiliteitsratio stond in jaarrekening 2024 op 42%, in 2029 ligt de prognose op 28%. 

Naast de wettelijke eis van een sluitende begroting, schrijft het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) voor dat gemeenten een aantal financiële kengetallen opnemen in de begroting. Deze kengetallen geven een breder beeld van de financiële positie van de gemeente en helpen de gemeenteraad om hierop te sturen. Ze moeten altijd in samenhang worden bekeken, omdat ze elkaar aanvullen en samen een compleet beeld geven van de financiële “gezondheid” van de gemeente.

In deze paragraaf zijn de voorgeschreven kengetallen opgenomen, inclusief meerjarige prognoses. Deze prognoses zijn gebaseerd op een geprojecteerde balans die buiten de reguliere boekhouding om is opgesteld. Zo krijgt de raad inzicht in zowel de huidige als de verwachte financiële situatie van gemeente Drimmelen.

Tabel Par.A-4
Kengetallen Jaarrekening 2024 Begroting 2025 Kadernota 2026 (norm) Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
1a. Netto schuldquote 32% 82% 65% 70% 76% 82%
1b. Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen 32% 78% Maximaal 130% 60% 65% 72% 78%
2. Solvabiliteitsratio 42% 31% Minimaal 20% 32% 31% 29% 28%
3. Kengetal grondexploitatie -1% 1% Maximaal 10% -2,1% -2,1% -2,1% -2,1%
4. Structurele exploitatieruimte 1% 1% Minimaal 0% 0,3% 1,5% 0,3% 1,1%
5. Belastingcapaciteit 89% 97% Maximaal 100% 93% 93% 93% 93%

Toelichting op de kengetallen in vergelijking met jaarrekening 2024

1a. Netto schuldquote & 1b. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen (stijging van 32% naar 65%)
De netto schuldquote geeft een beeld van de schuldenlast van de gemeente in verhouding tot haar eigen middelen. Dit kengetal geeft aan hoeveel druk de rentelasten en aflossingen op de exploitatie leggen. Simpel gezegd: hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote.

Een organisatie streeft in principe naar zo min mogelijk schuld om financiële stabiliteit te waarborgen. Daarom geldt: hoe lager de netto schuldquote, hoe beter. Een hoge netto schuldquote is echter niet per se problematisch. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat de gemeente leningen heeft afgesloten die vervolgens zijn doorgeleend aan andere partijen, die deze leningen jaarlijks aflossen. In zo'n geval hoeft een hoge schuld geen probleem te zijn. Om inzicht te krijgen in het doorlenen, wordt de netto schuldquote zowel inclusief als exclusief doorgeleende gelden weergegeven.

In tabel verloop van de kengetallen is te zien dat gemeente Drimmelen in 2026 een netto schuldquote heeft van 65% en een gecorrigeerde netto schuldquote van 60%.  De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Een netto schuldquote (niet gecorrigeerd) tussen 0% en 90% wordt gezien als minst risicovol. De netto schuldquote van de gemeente Drimmelen was altijd relatief laag, maar vanaf 2024 stijgt deze aanzienlijk en komt naar verwachting in 2029 op 82% uit. Dit gaat richting de limiet van 90%. 

2. Solvabiliteitsratio (daling van 42% naar 32%)
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de  gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Een hoge schuld hoeft geen probleem te zijn als er ook veel eigen vermogen (het totaal van de algemene en de bestemmingsreserves) aanwezig is. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer een lening is aangegaan omdat het eigen vermogen niet liquide is, doordat het vastzit in bijvoorbeeld een gemeentehuis of omdat er andere investeringen mee zijn gefinancierd. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de financiële weerbaarheid van de gemeente. 


De solvabiliteitsratio wordt berekend door het totale eigen vermogen te delen door het totaal van de passiva. De passivakant van de balans bestaat uit de som van het eigen en vreemde vermogen. Deze ratio geeft dus de verhouding weer tussen het eigen vermogen en het totale vermogen. Hoe hoger dit percentage, hoe beter.

Een ratio boven de 50% wordt aangemerkt als minst risicovol, een solvabiliteitsratio tussen de 20% en 50% wordt gezien als risico neutraal.
In tabel verloop van de kengetallen is te zien dat de gemeente Drimmelen in 2026 een solvabiliteitsratio heeft van 32%. Dit daalt echter als gevolg van de toename in de komende jaren van de langlopende leningen naar 28% in 2029. 

3. Kengetal grondexploitatie (stijging van -1% naar -2,1%)
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een aanzienlijke impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Het kengetal voor grondexploitatie geeft aan hoe groot de waarde van de grondpositie is ten opzichte van de totale (geraamde) baten. Aan grondexploitaties kleven risico's. Daarom geldt: hoe lager het belang voor de baten van de gemeente, hoe beter. 

Een grondexploitatie van 20% of lager wordt beschouwd als minst risicovol. In tabel verloop van de kengetallen is te zien dat Gemeente Drimmelen in 2026 een Grond exploitatie heeft van -2,1% van de totale baten. Het kengetal voor de grondexploitatie van de gemeente Drimmelen is laag, met een negatieve impact. 

4. Structurele exploitatieruimte (daling van 1% naar 0,3%)
Voor het beoordelen van de financiële positie van een gemeente is het belangrijk om te kijken naar de structurele baten en lasten. Structurele baten zijn bijvoorbeeld de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de opbrengsten uit de onroerendezaakbelasting, terwijl structurele lasten bijvoorbeeld bestaan uit personeelslasten, kapitaallasten en bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen. Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is.

De structurele exploitatieruimte wordt berekend door het verschil tussen de structurele lasten (A) en baten (B) op te tellen bij het verschil tussen structurele toevoegingen (C) en onttrekkingen (D) aan reserves, en dit resultaat te delen door de totale baten (exclusief de mutaties in reserves) (E). De formule ziet er als volgt uit: Structurele exploitatieruimte=(((B-A)+(D-C))/E)X 100%

Met structurele baten en lasten wordt hier het totaal van de baten/lasten bedoeld, minus de incidentele baten/lasten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten voldoende zijn om de structurele lasten (waaronder rente en aflossing van leningen) te dekken. Dus, hoe hoger dit percentage, hoe beter.

In de tabel financiële kengetallen is te zien dat Gemeente Drimmelen in 2026 een structurele exploitatieruimte heeft van 0,3%. De gemeente Drimmelen verwacht dat de structurele lasten afgedekt kunnen worden met structurele baten. 

5. Belastingcapaciteit (stijging van 89% naar 93%)
De onroerendezaakbelasting (OZB) is voor een gemeente de belangrijkste bron van eigen belastinginkomsten. De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kan worden opgevangen. Wanneer de woonlasten relatief laag zijn, is er meer ruimte om bij te sturen tijdens financieel tegenvallende periodes, waardoor de gemeente wendbaarder blijft. Om deze ruimte weer te kunnen geven, wordt er gebruikgemaakt van een ijkpunt, namelijk de landelijke gemiddelde tarieven.

De belastingcapaciteit wordt gerelateerd aan de hoogte van de gemiddelde woonlasten. Naast de OZB worden ook de riool- en afvalstoffenheffingen meegenomen in de berekening, omdat deze heffingen niet kostendekkend hoeven te zijn en lager mogen worden vastgesteld (wat resulteert in belastingcapaciteit die niet wordt benut). De belastingcapaciteit wordt berekend door de totale woonlasten van de gemeente te delen door de landelijke gemiddelde totale woonlasten. De totale woonlasten bestaan uit de som van de OZB-lasten, rioolheffing en afvalstoffenheffing, verminderd met eventuele heffingskortingen. Bij alle heffingen en lasten wordt uitgegaan van een gezin en een gemiddelde WOZ-waarde.

Een lage belastingcapaciteit betekent dat de gemeente qua belastingen onder het landelijke gemiddelde zit en daardoor relatief veel ruimte heeft om deze te verhogen indien nodig. Hoe lager het percentage, hoe beter. In tabel verloop van de kengetallen is te zien dat de gemeente Drimmelen in 2026 een belastingcapaciteit heeft van 93%. 

Beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie
De financiële kengetallen laten zien dat de gemeente zich in een veranderende financiële positie bevindt. De daling van de solvabiliteit, van 42% naar 32%, duidt op een afnemende financiële buffer. Dit betekent dat de gemeente minder eigen vermogen heeft om toekomstige investeringen of onvoorziene omstandigheden op te vangen. 

De netto schuldquote, die stijgt van 32% naar 65%, laat zien dat de gemeente meer afhankelijk wordt van externe financiering. Dit betekent dat er meer middelen nodig zijn om de bestaande schuldenlast te dragen, wat vraagt om zorgvuldige afwegingen bij toekomstige investeringen. 

De structurele exploitatieruimte is licht positief. Het blijft belangrijk om alert te blijven op eventuele financiële risico's en afwegingen te maken bij nieuwe financiële verplichtingen.  

De belastingcapaciteit, met een niveau van 93%, laat zien dat de gemeente qua belastingdruk net onder het landelijk gemiddelde zit. Dit biedt beperkte ruimte om via een verhoging van lokale lasten extra middelen te genereren, mocht dat in de toekomst nodig zijn. 

Samenvatting:  De kengetallen vragen om voortdurende aandacht en zorgvuldige monitoring. Er sprake is van een daling in de solvabiliteit en een stijging in de schuldenlast, daarnaast is de structurele exploitatieruimte op termijn negatief. De gemeente zal haar financiële positie nauwlettend blijven volgen om op een verantwoorde manier toekomstige uitdagingen aan te pakken en de financiële duurzaamheid te waarborgen, zodat we financieel gezond blijven.