A. Overzicht baten en lasten en toelichting

A1. Meerjarenperspectief

Terug naar navigatie - A1. Meerjarenperspectief - A1. Meerjarenperspectief

De begroting 2026 is de eerste jaarschijf van de meerjarenraming 2026-2029. De gemeenteraad stelt door het vaststellen van de begroting 2026 alleen de budgetten vast van 2026. De presentatie van cijfers van de latere jaren heeft als doel inzicht te geven in de financiële positie.

Tabel Finbegr.A1-1
Begroting Gemeentebreed Realisatie Begroting -primair Begroting Begroting Begroting Begroting
(bedragen x € 1.000,-) 2024 2025 2026 2027 2028 2029
Prog. 1: Burger en Bestuur -6.167 N -6.390 N -6.839 N -6.821 N -6.794 N -6.627 N
Prog. 2: Openbare Ruimte -10.797 N -11.972 N -12.318 N -12.419 N -12.544 N -12.536 N
Prog. 3: Ruimte, Wonen, Duurzaamh en Eco. -18.613 N -11.921 N -12.905 N -12.425 N -12.425 N -11.925 N
Prog. 4: Sociaal Domein -40.205 N -38.287 N -44.608 N -43.770 N -43.393 N -43.347 N
Totaal lasten -75.782 N -68.570 N -76.671 N -75.435 N -75.155 N -74.435 N
Prog. 1: Burger en Bestuur 754 V 760 V 901 V 945 V 894 V 582 V
Prog. 2: Openbare Ruimte 3.984 V 4.400 V 3.996 V 4.220 V 3.991 V 3.880 V
Prog. 3: Ruimte, Wonen, Duurzaamh en Eco. 15.280 V 8.347 V 9.172 V 8.996 V 9.033 V 8.651 V
Prog. 4: Sociaal Domein 13.609 V 7.826 V 12.609 V 12.176 V 12.176 V 11.961 V
Totaal baten 33.627 V 21.333 V 26.677 V 26.337 V 26.093 V 25.075 V
Alg. Dekkingsmiddelen 54.071 V 55.876 V 59.510 V 59.923 V 58.888 V 59.821 V
Overhead -10.493 N -11.465 N -11.428 N -11.428 N -11.428 N -11.428 N
Saldo van baten en lasten excl. mutaties reserves 1.423 V -2.826 N -1.911 N -603 N -1.603 N -968 N
Saldo mutaties reserves 2.818 V 2.952 V 1.937 V 1.667 V 1.667 V 1.667 V
Begrotingssaldo 4.241 V 126 V 27 V 1.065 V 65 V 700 V
Correctie incidentele baten en lasten -90 N -475 N -212 N -135 N -180 N
Structureel begrotingssaldo 216 V 502 V 1.277 V 200 V 880 V
Mutaties reserves op programma niveau
Programma 1 70 V 46 V 47 V 47 V 47 V 47 V
Programma 2 603 V 792 V 788 V 788 V 788 V 788 V
Programma 3 299 V -211 N -51 N -51 N -51 N -51 N
Programma 4 1.260 V 922 V 852 V 852 V 852 V 852 V
Overhead 586 V 0
Algemene dekkingsmiddelen 1.403 V 301 V 31 V 31 V 31 V
Totale mutaties 2.818 V 2.952 V 1.937 V 1.667 V 1.667 V 1.667 V

A2. Financiële uitgangspunten

Terug naar navigatie - A2. Financiële uitgangspunten - Financieel beleidskader raadsperiode 2019-2022

Financieel beleidskader
In deze paragraaf leggen we de regels, uitgangspunten en principes uit die we gebruiken bij het opstellen van de begroting. Deze uitgangspunten zijn gebaseerd op het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) of gemeentelijk beleid dat in lijn is met de wet.

Het beleidskader bestaat uit de volgende onderdelen:
•    Algemene uitgangspunten
•    Uitgangspunten specifieke begrotingsonderdelen
•    Financiële positie
•    Verbonden Partijen.

Terug naar navigatie - A2. Financiële uitgangspunten - Algemene uitgangspunten

Algemene uitgangspunten
Structureel sluitende begroting
De meerjarenbegroting moet minstens structureel sluitend zijn.  Als blijkt dat er bij de Kadernota begrotingstekorten ontstaan, geeft de gemeenteraad richtingen aan om deze tekorten te verminderen. Bij het opstellen van de begroting kan vervolgens besloten worden hoe deze oplossingen verder uitgewerkt worden.

Behoedzame en reële ramingen
Bij het maken van de begroting werken we met voorzichtige en realistische schattingen. We proberen ervoor te zorgen dat de jaarrekening zo min mogelijk afwijkt van de bijgestelde begroting.

Structurele uitgaven worden structureel gedekt
Structurele uitgaven mogen niet worden gedekt door eenmalige inkomsten of meevallers. Uit de post Onvoorzien (ter waarde van € 5.000) worden geen structurele uitgaven betaald.

Financiële tegenvallers binnen programma's opvangen
Financiële tegenvallers door hogere kosten of lagere inkomsten moeten binnen het eigen programma worden opgevangen, bijvoorbeeld door besparingen of hogere inkomsten. Het college maakt een afweging over het gebruik van eventuele hogere inkomsten. De eerste verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de betreffende portefeuillehouder(s).

Financiële meevallers
Onverwachte financiële voordelen in de exploitatie tijdens het jaar worden expliciet voorgelegd aan het college voor besluitvorming.

Integrale afweging
De gemeenteraad weegt de wensen voor nieuw beleid af tegen de beschikbare financiële ruimte tijdens de begroting, die in het najaar voor het begrotingsjaar wordt besproken. Het college werkprogramma vormt hierbij de basis. De Kadernota geeft inzicht in de financiële ruimte en de wensen voor nieuw beleid. Deze nota is daarom bepalend voor de inhoud van de Programmabegroting voor het volgende jaar. Afwijken hiervan kan alleen met toestemming van de raad. De definitieve besluiten worden genomen tijdens de begrotingsbehandeling in het najaar.

Oud voor nieuw beleid
Als het college of de raad extra budget aanvraagt op een ander moment dan tijdens de integrale afweging, moet aangegeven worden waar de dekking vandaan komt. Tenzij er al een duidelijke dekking is, moet in het raadsvoorstel vermeld worden welk bestaand beleid geschrapt of verminderd wordt. Daarnaast streeft het college ernaar om eenmaal in het jaar nieuwe beleid en daarmee nieuwe budgetten te begroten. Dit is tijdens de begroting, zodat een goede integrale afweging gemaakt kan worden.

Terug naar navigatie - A2. Financiële uitgangspunten - Uitgangspunten specifieke begrotingsonderdelen

Uitgangspunten specifieke begrotingsonderdelen
Algemene uitkering
In deze begroting is rekening gehouden met de financiële gegevens uit de mei circulaire. De aantallen die door de overheid zijn gebruikt, zoals het aantal woningen en leerlingen, zijn overgenomen. De begroting maakt duidelijk welke specifieke middelen gereserveerd zijn voor bepaalde doeleinden. Het effect van de september circulaire is toegelicht in een separaat addendum. 

Investeringen
De investeringsomvang is gebaseerd op de meerjarige investeringsprognose (zie bijlage 4).

Kapitaallasten
We berekenen de kapitaallasten van vaste activa op basis van de boekwaarde en de resterende looptijd. Voor 2026 is het rente-omslagpercentage, dat we gebruiken om de kosten te verdelen, vastgesteld op 1,2 %.  De rente wordt berekend over de boekwaarde aan het begin van het jaar (zie ook de Paragraaf Financiering).
In het jaar van investering wordt de afschrijving berekend over de helft van het geïnvesteerde bedrag. Alle materiële activa worden lineair afgeschreven. Bij de afschrijvingen van eerder goedgekeurde kredieten gaan we ervan uit dat investeringen die nog niet zijn uitgevoerd, in het volgende begrotingsjaar worden gerealiseerd.

Lokale lasten/heffingen
De OZB-tarieven worden gewijzigd zodat de opbrengsten in lijn liggen met de algemene kostenstijging. Doordat de totale WOZ-waarde in de gemeente stijgt, dalen twee OZB-tarieven, hoewel het nominale belastingbedrag stijgt. Voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing geldt een systeem van volledige kostendekking, waarbij gebruik wordt gemaakt van egalisatievoorzieningen, zowel vooraf als achteraf. Andere heffingen worden aangepast op basis van de verwachte prijsontwikkeling.

Loonkostenontwikkeling
Het loonniveau is gebaseerd op de salaristabellen van mei. Ontwikkelingen in de cao en periodieke verhogingen vanaf juni worden meegenomen in de begroting van het komende jaar. Voor de indexering van de loonkosten wordt de informatie uit de meicirculaire gebruikt.

Te verstrekken subsidies
De subsidies worden geïndexeerd met hetzelfde percentage als de gemeentelijke kostenontwikkeling.

Indexering
Tot 2024 werd  de gemeentelijke begroting jaarlijks bijgesteld voor de verwachte prijsontwikkelingen, gebaseerd op inflatiepercentages van het Centraal Planbureau (CPB). Omdat het Rijk is overgestapt op loon/prijscompensatie o.b.v. het BBP wordt vanaf 2025 deze methode ook voor de gemeentelijke begroting gehanteerd.

Voor de indexering van de subsidies van de professionele organisaties hanteren we de prijsindexcijfers van de Nederlandse Zorgautoriteit.

We rekenen met constante prijzen, dit wil zeggen dat alleen voor het eerste begrotingsjaar met prijsontwikkelingen rekening wordt gehouden.
De leges burgerzaken zijn voor een belangrijk deel bepaald door het Rijk. De overige tarieven stijgen conform de overige kosten. Van deze indices kan afgeweken indien hiervoor gegronde redenen zijn, zoals bijvoorbeeld contractuele afspraken.
Bovenstaande uitgangspunten leiden o.a. tot het volgende overzicht:

Tabel Finbgr.A2-1
Begrotingsrichtlijnen Begroting 2026 Kadernota 2026 Begroting 2025
Uitgaven
Salariskosten 2,70% 2,70% 3,30%
Goederen en diensten 2,70% 2,70% 2,30%
Subsidies professionele organisaties 5,01% 5,01% 5,60%
Inkomsten
Huren en pachten 2,70% 2,70% 2,30%
OZB-opbrengsten 2,70% 2,70% 4,30%
Terug naar navigatie - A2. Financiële uitgangspunten - Financiële positie

Financiële positie
Reserves
Het beleid voor reserves en voorzieningen is vastgelegd in de financiële regels. De gemeenteraad is verantwoordelijk voor het instellen van reserves. In de begroting worden verrekeningen met reserves per programma weergegeven. Het overzicht van het saldo voor en na bestemming laat zien hoe deze verrekeningen het saldo van het programma beïnvloeden. De verwachte stand van de reserves is gebaseerd op de laatste jaarrekening en houdt rekening met toevoegingen en onttrekkingen in de huidige begroting. Er wordt geen rente berekend over de reserves. Elk jaar wordt er kritisch gekeken naar de noodzaak, de hoogte en de besteding van de reserves.

Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit is de hoeveelheid middelen en mogelijkheden die de gemeente heeft of kan krijgen om onverwachte, grote kosten te betalen die niet zijn opgenomen in de begroting. Wanneer financiële tegenvallers blijvend zijn en geen risico meer vormen, moeten ze in de begroting worden opgenomen (zie ook Paragraaf A. Weerstandsvermogen). De regels over risicobeheersing en weerstandscapaciteit staan in de 'Nota risicomanagement en weerstandsvermogen'.

Onderhoudsvoorzieningen
Voor onderhoudsvoorzieningen is altijd een actueel meerjarig onderhoudsplan beschikbaar met een planningshorizon voor minimaal vier jaar / een bestuursperiode. De stortingen in en onttrekkingen uit de voorziening zijn verwerkt in de begroting. Ook over de voorzieningen wordt geen rente berekend.

Financiering
De Treasury-activiteiten van de gemeente zijn bedoeld om de publieke taken uit te voeren. Ze moeten voorzichtig worden uitgevoerd en mogen niet gericht zijn op het maken van winst door onnodig hoge renterisico's te nemen (zie ook het Treasury-statuut en paragraaf D. Financiering).

Grondbeleid
Het beleid kent meerdere uitgangspunten:
1. het realiseren van de ruimtelijke doelstellingen op het gebied van sociaal beleid, volkshuisvesting, economie, onderwijshuisvesting etc.;
2. het genereren van financiële middelen mede ter dekking van de aan plannen toe te rekenen kosten;
3. zoveel mogelijk risico’s beperken op grond van overeenkomsten en het aanbrengen van prioriteiten bij niet rendabele projecten.

Terug naar navigatie - A2. Financiële uitgangspunten - Verbonden partijen

Verbonden partijen
Volgens spelregel 4 van de regionale kadernota moeten de gemeenten die deelnemen aan een verbonden partij elk jaar in november richtlijnen vaststellen. Deze richtlijnen geven aan hoe verbonden partijen hun beleid en financiën voor het komende begrotingsjaar moeten plannen.

Het college geeft in de paragraaf "Verbonden Partijen" algemene richtlijnen die gelden voor de Kaderbrief 2026 en de Begroting 2026 van iedere Gemeenschappelijke Regeling (GR). Daarnaast staan in bijlage 6. specifieke richtlijnen voor enkele GR'en.

A3. Verschillen lasten en baten ten opzichte van vastgestelde meerjarenbegroting

A3. Verschillen lasten en baten ten opzichte van vastgestelde meerjarenbegroting

Terug naar navigatie - A3. Verschillen lasten en baten ten opzichte van vastgestelde meerjarenbegroting - A3. Verschillen lasten en baten ten opzichte van vastgestelde meerjarenbegroting

Na de bespreking van de vastgestelde meerjarenbegroting door de raad is deze financieel verwerkt. Hierbij zijn ook de wijzigingen in  onder andere de begrotingsrichtlijnen en kapitaallasten doorgevoerd. De uitkomst van het verwerken van alle gegevens in de begroting wijkt altijd af van de schattingen bij de eerder gepresenteerde meeerjarenbegroting. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste verschillen tussen de eerder gepresenteerde meerjarenbegroting 2026 en de Begroting 2026. In de begroting 2026 is uitgegaan van  2,7% aan prijsindex, voor de opvolgende jaren is uitgegaan van prijspeil 2026.

Toelichting op de belangrijkste afwijkingen

Terug naar navigatie - A3. Verschillen lasten en baten ten opzichte van vastgestelde meerjarenbegroting - Toelichting op de belangrijkste afwijkingen
Tabel Finbgr.A3-1
Bedragen x € 1.000 Prg. 2026 2027 2028 2029
Primaire (meerjaren)begroting 2026 -1.711 N -1.261 N -690 N -1.156 N
Voorjaarsnota 2025 met impact voor 2026 -667 N -597 N -597 N -597 N
mutaties Kadernota 2026 -835 N -771 N -634 N -296 N
index 2,7% -1.394 N -1.585 N -1.585 N -1.585 N
actualisatie uitkering gemeentefonds 5.603 V 6.185 V 4.971 V 6.029 V
Vastgestelde meerjarenbegroting 2026 e.v. 996 V 1.971 V 1.465 V 2.395 V
Overige Financiële afwijkingen
1. (Rijks)leges Burgerzaken 1 -30 N 32 V 0 V 0 V
2. vervallen hanging baskets 2 26 V 26 V 26 V 26 V
3. verminderde dekking uit rioolheffing 2 -705 N -475 N -700 N -810 N
4. meer inkomsten SISA regelingen 3 25 V 0 V 0 V 0 V
5. verhoging verstrekking subsidie tbv recreatie en toerisme 3 -31 N -31 N -31 N -31 N
6 lagere advieskosten 3 100 V 350 V 425 V 425 V
7. Bijstandsuitkeringen & Bijzondere bijstand 4 -130 N -130 N -130 N -130 N
8. uitstel inkomensafhankelijke bijdrage WMO + volumestijging 4 -430 N -430 N -430 N -430 N
9. regionale inkoop jeugdhulp 4 -300 N 0 V 0 V 0 V
10. prijsstijging Jeugdzorg 4 -165 N -165 N -165 N -165 N
11. Opvang en beschermd wonen (WMO) 4 235 V 0 V 0 V 0 V
12. Financiering: kort- en langlopende rentelasten 155 V -100 N -406 N -590 N
13. diverse kleine verschillen 11 V 17 V 10 V 10 V
14. onttrekking uit de algemene reserve 270 V 0 V 0 V 0 V
Totaal financiële afwijkingen -969 N -906 N -1.401 N -1.695 N
Saldo begroting 27 V 1.065 V 64 V 700 V
Correctie incidentele baten en lasten 476 V 212 V 135 V 180 V
Structureel begrotingssaldo 502 V 1.277 V 199 V 880 V

Toelichting op de belangrijkste afwijkingen:

 Programma 1:
 1. (Rijks)leges deze fluctueren in de  jaren als gevolg van fluctuatie van de momenten waarop  reisdocumenten verlopen.

Programma 2
2. In 2026 en daaropvolgende jaren zijn er minder kosten aan de hanging baskets
3. Ten opzichte van de eerder opgestelde meerjarenbegroting is er door lagere kosten ook een verminderde dekking uit de voorziening en inkomsten rioolheffing. Deze heffing is kostendekkend en wordt voor een groot deel bepaald door de investeringen en jaarlijkse onderhoudskosten.

Programma 3:
4. Er is voor 2026 iets meer aan dekking door SISA regelingen ingerekend.
5. Er zijn meer middelen opgenomen om subsidie te verstrekken aan activiteiten m.b.t. recreatie en toerisme.
6 Er zijn minder structurele advieskosten opgenomen in de meerjarenbegroting. Daar waar nodig wordt dit in voorstellen specifiek opgenomen en verwerkt. 

Programma 4:
7. We zien een stijging in het aantal verstrekte bijstandsuitkeringen en de bijzonder bijstand. Dit leidt tot hogere lasten welke met vertraging worden gecompenseerd door het Rijk.
8. In de meerjarenbegroting was de aanname gedaan dat er een inkomensafhankelijke bijdrage WMO zou worden ingevoerd. Dit is in ieder geval in 2026 nog niet het geval. Voorzichtigheidshalve hebben we deze 220.000 euro uit de begroting gehaald. De overige 210.000 euro betreft volume en prijsstijging.
9. Voor de regionale inkoop van jeugdhulp zijn incidenteel extra middelen (€ 300.000) benodigd voor personele inzet (inhuur) en inzet van specialistische  kennis.
10. In de kadernota is uitgegaan van een prijsindex van 2,7% nadien is er een VNG advies gekomen om een hogere index aan te houden. Dit leidt tot 165.000 euro  aan extra kosten.
11. De regionale voorziening Beschermd Wonen Wmo verwacht net als in voorgaande jaren meer middelen te ontvangen van het rijk dan benodigd zijn. Overschotten worden verdeeld over de deelnemende gemeenten naar rato van het aantal inwoners. Het verwachte begrotingsoverschot is in 2026 hoger dan voorgaande jaren, wat voor Drimmelen leidt tot € 235.000 hogere baten (voordelig).

Overhead en algemene dekkingsmiddelen
12. In de meerjarenbegroting was ervanuit gegaan dat we in 2026 al meer aan leningen nodig hadden dan nu bij actualisatie blijkt. Op de lange termijn zullen we geld moeten, wat leidt tot hogere kosten, om aan onze liquiditeitsbehoefte te voorzien. Dit kent ook een relatie met het gewenste en nog vast te stellen investerings-programma. 
13. Her en der zijn er nog enkele kleine verschillen wat leidt tot een klein saldo.
14. Voor 2026 willen we voor dit moment 270.000 euro uit de algemene reserve halen. We gaan ervan uit dat de septembercirculaire er een positieve impact heeft en dat we dit als eerst verrekenen met deze onttrekking uit de algemene reserve.

 

A4. Overzicht incidentele baten en lasten

Algemeen

Terug naar navigatie - A4. Overzicht incidentele baten en lasten - Algemeen

Voor een gezonde financiële positie moeten de structurele lasten worden gedekt door structurele baten.
De provincie beoordeelt de begroting en meerjarenbegroting hierop. De incidentele baten en lasten worden daarbij uit de begrotingssaldi gezuiverd. Om in aanmerking te komen voor repressief toezicht in 2026 dient deze ‘gezuiverde’ begroting reëel in evenwicht te zijn. Mocht dit niet het geval zijn, dan moet uit de meerjarenraming blijken dat dit evenwicht uiterlijk in de laatste jaarschijf wordt bereikt.  Daarbij dienen de ramingen volledig, realistisch en haalbaar te zijn.

Ten tweede dient de jaarrekening (15 juli) en de begroting (15 november) tijdig bij de provincie te zijn.
In het algemeen geldt, dat een gemeente structurele taken uitvoert en daarvoor structurele lasten raamt in de begroting. Structurele lasten zijn dus de regel, incidentele lasten zijn de uitzondering. Onttrekking uit reserves zijn echter in principe incidenteel, met uitzondering van de onttrekking uit de kapitaallasten reserve, deze is structureel. De aard van de post bepaalt dus of deze incidenteel is. Om deze reden worden de belangrijkste incidentele lasten daarom toegelicht in de begroting.

Om te beoordelen of de begroting structureel sluitend is, worden de begrotingssaldi gecorrigeerd met het saldo van incidentele baten en lasten.

Terug naar navigatie - A4. Overzicht incidentele baten en lasten - Gezuiverd saldo
Tabel Finbgr.A4-2
Gezuiverd saldo (bedragen x € 1.000) 2026 2027 2028 2029
Saldo baten en lasten -1.434 N -390 N -1.467 N -787 N
Saldo mutaties reserves 1.936 V 1.667 V 1.667 V 1.667 V
Begrotingssaldo na bestemming 502 V 1.277 V 200 V 880 V
Waarvan incidentele baten en lasten -475 N -212 N -135 N -180 N
Begrotingssaldo 27 V 1.065 V 65 V 700 V

Toelichting incidentele baten en lasten

Terug naar navigatie - A4. Overzicht incidentele baten en lasten - Toelichting incidentele baten en lasten

Programma 3. Ruimte, wonen, duurzaamheid en economie
3.1 Actief grondbeleid
Conform "notitie structurele en incidentele baten en lasten" van de Commissie BBV worden alle lasten, baten en reservemutaties met betrekking tot grondexploitaties gezien als incidenteel.

3.2 Overige grondzaken
Conform "notitie structurele en incidentele baten en lasten" van de Commissie BBV worden alle lasten en baten met betrekking tot verkoop eigendommen / activa (incl. snippergroen / reststroken) gezien als incidenteel.

Programma 4. Sociaal domein
4.1 Regionale inkoop jeugdhulp
Voor de regionale inkoop van jeugdhulp zijn in 2026 incidenteel extra middelen (€ 300.000) benodigd voor personele inzet (inhuur) en inzet van specialistische kennis. 

A5. Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

Terug naar navigatie - A5. Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves - A5. Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

Mutaties in reserves zijn in principe incidenteel. De reserve kapitaallasten is hierop een uitzondering. In de onderstaande tabel staan de verwachte structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves.

Tabel Finbgr.A5-1
Omschrijving 2026 2027 2028 2029
Vermeerderingen reserve kapitaallasten (stortingen) 0 V 0 V 0 V 0 V
Verminderingen reserve kapitaallasten (onttrekkingen) -1.692.122 N -1.692.122 N -1.692.122 N -1.692.122 N
Totaal -1.692.122 N -1.692.122 N -1.692.122 N -1.692.122 N