3. Ruimte, wonen en economie

Inleiding

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De hoofddoelstelling van het programma is

  • Het bevorderen van economische vitaliteit en werkgelegenheid in Drimmelen in een proactieve houding
  • Drimmelen recreatief op de kaart zetten en de kansen benutten van het Nationaal Park De Biesbosch
  • Drimmelen profileren als aantrekkelijke woongemeente
  • Zorgen voor de bouw van voldoende woningen in alle kernen en in alle prijsklassen, waarbij gasloos en energieneutraal bouwen het uitgangspunt is. Waar mogelijk wordt levensloopbestendig gebouwd
  • Drimmelen energieneutraal in 2040

 

In het coalitieprogramma Een mooi en gezond Drimmelen maken we SAMEN ! staat:

Het bevorderen van de economische vitaliteit en werkgelegenheid in Drimmelen in een proactieve houding. Drimmelen recreatief op de kaart zetten en de kansen benutten van Nationaal Park De Biesbosch. We zorgen voor de bouw van voldoende woningen in alle kernen en in alle prijsklassen. Hierbij is gasloos en energieneutraal bouwen het uitgangspunt en waar mogelijk levensloopbestendig.

 

Het programma is uitgewerkt in vijf thema’s. De hierboven benoemde programmadoelstelling is uitgewerkt in de volgende thema’s en daarbij behorende subdoelstellingen:

  1. Versterken vrijetijdseconomie
  2. Versterken economische structuur
  3. Wonen
  4. Duurzaamheid
  5. Leefomgeving.

 

3.1 Versterken vrijetijdseconomie

3.2 Versterken economische structuur

3.3 Wonen

3.4 Duurzaamheid

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Drimmelen energieneutraal in 2040

Terug naar navigatie - Drimmelen energieneutraal in 2040

In 2018 is het werkveld van de Energietransitie enorm sterk in beweging gekomen. Om actief aan de slag te gaan met de raadsmotie “dorpen in 2040 energieneutraal’ en initiatieven van bewoners en bedrijven te ondersteunen, is bij de Kadernota 2020 extra ambtelijke capaciteit beschikbaar gesteld voor 2020 en 2021.

Wat gaan we daarvoor doen?

3.5 Leefomgeving

Financiële afwijkingen

Terug naar navigatie - Tabel 3.1. Overzicht financiële afwijkingen bestaand beleid

De gemeenteraad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma (art. 5.1 Financiële verordening gemeente Drimmelen). In haar tussenrapportages heeft het college een meld- en toelichtingsplicht voor financiële afwijkingen op lasten en / of baten van € 25.000 of hoger op (geclusterde) activiteiten of op themaniveau (art. 6.2 Financiële verordening gemeente Drimmelen). 

 

Daarnaast geldt, dat indien het college voorziet dat een geautoriseerd budget per programma dreigt te worden overschreden, dit door het college bij de behandeling van de voor- of najaarsnota aan de gemeenteraad wordt gemeld. Het college voegt daarbij een voorstel voor wijziging van het budget per programma (inclusief de dekking van de overschrijding) en/of een voorstel voor bijstelling van het beleid (art. 5.4 Financiële verordening gemeente Drimmelen). 

 

De raad besluit over de toekenning van middelen aan en verschuiving van middelen tussen programma's. In deze paragraaf rapporteren we de raad over de financiële afwijkingen van dit programma. De gepresenteerde financiële afwijkingen worden -daar waar gerelateerd - gecompenseerd met financiële afwijkingen op de andere programma's, zodat zoveel mogelijk budgetneutraal kan worden opgevangen. Voorzover de dan resterende afwijkingen niet kunnen worden gedekt door een reserve, wordt het saldo van alle programma's samengevoegd en ten gunste/ten laste gebracht van de algemene reserve. 

 

Tabel 3.1. Overzicht financiële afwijkingen bestaand beleid
3. Ruimte, wonen en economie 2020 2021 2022 2023 2024
Financiële mutaties (bedragen x € 1.000)
a. Urenverschuivingen / knelpuntenpot 43- N
b1. Afval 22- N
b2. Afval (Covid-19) 41- N
c. Kermissen (Covid-19) 27- N
d. Overige grondzaken 47 V 19 V 19 V 7 V 7 V
e. Actief grondbeleid 371- N
f. Faciliterend grondbeleid (raadsbesluit / overeenkomst) 103- N
g. Faciliterend grondbeleid (geen raadsbesluit / overeenkomst) 13 V
h. Toeristenbelasting (Covid-19) 88- N
i. Energietransitie 12- N 12- N
Diverse per saldo 19- N
Totaal Ruimte, wonen en economie 654- N 7 V 7 V 7 V 7 V
Verschuiving tussen programma’s
a. Urenverschuivingen / knelpuntenpot 43 V
b. Junibrief gemeentefonds 41 V
c. Junibrief gemeentefonds 27 V
h. Junibrief gemeentefonds 88 V
Totaal verschuivingen tussen programma's 199 V - - - - - - - -
Mutatie reserves
e. Algemene bedrijfsreserve grondbedrijf 339 V
e. Reserve ruimtelijke ontwikkelingen 32 V
f1. Reserve ruimtelijke ontwikkelingen 112 V
f1. Reserve groenaanleg 25 V
Totaal mutatie reserves 507 V - - - - - - - -
Totaal 3. Ruimte, wonen en economie na dekking 53 V 7 V 7 V 7 V 7 V
Terug naar navigatie - Toelichting tabel 3.1

a. Urenverschuivingen / knelpuntenpot

In verband met het vertrek van een medewerker Ruimtelijke ordening is externe capaciteit ingehuurd vanuit de knelpuntenpot, zodat voortgang behouden bleef voor een aantal ruimtelijke projecten zoals het Sociaal Cultureel Centrum. Daarnaast is vanuit de knelpuntenpot capaciteit beschikbaar gesteld voor juridische ondersteuning voor de voorbereiding op de Omgevingswet en externe capaciteit voor Toezicht en Handhaving ter ondersteuning van de privatisering van het bouwtoezicht. In verband met langdurig ziekteverzuim van een medewerker is tijdelijke externe capaciteit ingehuurd voor onder meer de nota Economie, het onderhouden van de relatie met ondernemers vanwege corona en de kermis en de weekmarkt. 

 

b1. Afval

Huisvuil: vanaf 1 april 2020 zijn er geen transportkosten (€ 350,-/ton) meer van het PMD-materiaal van de overslag in Breda naar de verwerker SUEZ in Rotterdam. De reden hiervan is dat, vanuit Nedvang, er per 1 april een andere vergoedingssystematiek wordt gehanteerd voor het PMD-afval dat bij de gemeenten vrijkomt. Dit is een voordeel van circa € 241.000.
Daar staat tegenover dat we hogere inzamelkosten voor het PMD-afval hebben, meerkosten voor de aanschaf van PMD-zakken en minder opbrengsten voor het PMD-afval. Totaal nadeel circa € 88.000.
Oud papier: Minder opbrengsten voor het oud papier door de dalende marktprijs. Totaal nadeel circa € 33.000.
GFT-afval: Meer GFT-afval ingezameld en meer ledigingen minicontainers dan begroot. Totaal nadeel circa € 71.000. Daartegenover staan waarschijnlijk hogere inkomsten DIFTAR vanwege meer ledigingen. Voorzichtigheidshalve verantwoorden we deze pas bij de jaarrekening.

Milieustraat:
- Meer afvalstoffen aangeboden aan de milieustraat en daardoor meer verwerkings- en transportkosten en minder vergoeding voor het oud papier en PMD. Ook zijn er enkele kleine voordelen behaald. Totaal nadeel circa € 52.000.
- Een voordeel van circa € 98.000. omdat de inkomsten te laag waren ingeschat bij het opstellen van de begroting.
- Een voordeel van € 35.000 op diverse onderdelen die qua kosten te hoog waren begroot.
Het totaal voordeel bedraagt ca. € 130.000 vanwege lagere uitgaven. Dit wordt verrekend met de voorziening afvalstoffenheffing (inclusief BTW) en leidt in de exploitatie tot een nadeel van ca. € 22.000 (vanwege een lagere BTW toerekening a.g.v. lagere uitgaven).

b2. Afval (Covid-19) € 41.000 nadeel

Oud papier: Per 21 maart jl. heeft Renewi éénzijdig besloten, in verband met de uitbraak van het coronavirus, de oud papierinzameling op zaterdagen met vrijwilligers te staken. Dit om de gezondheidsrisico’s van de vrijwilligers van de scholen/verenigingen en de medewerkers van Renewi te beperken/voorkomen in het kader van de RIVM-richtlijnen. Het college van B&W heeft daarop besloten Renewi opdracht te geven om tot nader order vanaf 30 maart het oud papier tweewekelijks op werkdagen, gelijktijdig met de inzameling van het verpakkingsafval en het GFT-afval, in te zamelen met eigen personeel. Deze tweewekelijkse inzameling is in overleg per 1 juli jl. gestopt en er is weer overgegaan tot de oorspronkelijke inzameling van het oud papier met vrijwilligers op zaterdagen, rekening houdend met de richtlijnen. De extra kosten voor deze tweewekelijkse oud papierinzameling, na aftrek van de lagere uitbetaling aan verenigingen/scholen, in de maanden april-mei-juni bedragen € 26.000.


Textiel: Door Covid-19 zijn de landsgrenzen gesloten voor export. Om het textiel niet bij het restafval te laten komen is besloten dit op te slaan bij derden. De meerkosten en minderopbrengsten hiervan bedragen € 13.000.


Milieustraat: er is voor € 2.000 kosten gemaakt voor beveiliging op de milieustraat.

c. Kermissen (Covid-19)

Besloten is de kermis van Made als gevolg van het coronavirus af te gelasten. De mogelijkheid is onderzocht om de kermis ‘coronaproof’ door te laten gaan. Daarbij is afgestemd met de kermisexploitanten, de horeca, de politie en er is gekeken naar de ervaringen van andere gemeenten. Uiteindelijk is geconcludeerd dat het niet verantwoord is de kermis in Made dit jaar door te laten gaan. Hierdoor ontvangt de gemeente niet de opbrengsten uit de verpachting. Daarnaast vervallen dan ook de uitgaven. Per saldo een nadeel van circa € 27.000. Voor zover dit nadeel niet gedekt kan worden uit de tegemoetkoming vanuit het Rijk, komt dekking ten laste van het rekeningresultaat/de algemene reserve. 

 

d. Overige grondzaken (€ 47.000 voordeel)

Overige grondzaken: verkoopopbrengst gronden woningbouwontwikkelingen (€ 5.000 voordeel)
Als gevolg van wettelijke regels worden de opbrengsten van grondverkoop verantwoordt onder overige grondzaken. In 2020 zijn voor diverse woningbouwontwikkelingen gronden verkocht aan ontwikkelaars wat resulteert in een extra opbrengst van € 5.000.

Overige grondzaken : reststroken (€ 48.000 voordeel)
In 2020 zijn meer reststroken verkocht dan verwacht. Momenteel zijn 71 reststroken verkocht. De totaal te verwachten opbrengst uit verkopen van reststroken bedraagt
€ 215.175. Dit betekent extra inkomsten van € 62.675. Voor de omvangrijke werkzaamheden (beleid reststroken) zijn er nog extra kosten in 2020 te verwachten van ca. € 14.500.

Overige grondzaken : recognities (€ 6.000 voordeel)
In 2020 zijn nieuwe huurovereenkomsten en overeenkomsten voor zakelijke rechten afgesloten. Dit resulteert in 2020 in extra inkomsten van ca. € 6.000 (voordeel).

Overige Grondzaken: diverse kosten (€ 12.000 nadeel)
Volgens wettelijke regels moeten zowel de opbrengsten alsook de kosten van verkopen gronden en water verantwoord worden op overige grondzaken. Voor het verkopen van gronden is in de grondnota vastgesteld dat er 2 onafhankelijke taxaties moeten worden verricht. Voor 2020 wordt extra aan kosten verwacht van ca. € 4.000. Daarnaast worden bij grondverkopen onderzoeken verricht. Dit resulteert in 2020 in een extra kostenpost van ca. € 8.000.

Door het college is besloten een overeenkomst aan te gaan met de exploitant van het toekomstige windpark KlaverspoorA16. Op grond van deze overeenkomst krijgt de gemeente extra inkomsten. Gedurende de bouwfase gaat het om € 19.112 (2021 en 2022) in de jaren daarna zijn de extra inkomsten € 7.497. De overeenkomst is afhankelijk van het besluit van de Raad van State over de realisatie van het windpark. De opbrengsten komen ten gunste van de post Overige Grondzaken.

De meeropbrengsten in de jaren 2021 en 2022 (€ 11.615) nemen we op als werkbudget voor activiteiten binnen de energietransitie.

 

e. Actief grondbeleid (€ 371.000 nadeel exploitatie / € 371.000 voordeel reserve stortingen)

De werkzaamheden voor het woonrijp maken van het project Prinsenpolder worden in 2020 afgerond. Bij de primaire begrotingsopstelling 2020 werd nog uitgegaan van een verliesneming voor ambtelijke kosten. Door de extra verliesneming bij jaarafsluiting 2019 van € 100.000 wordt ervan uitgegaan dat het openstaande saldo per 31-12-2019 toereikend is om alle kosten in 2020 te verantwoorden.
De verwachte verliesneming ten laste van de algemene bedrijfsreserve is niet nodig in 2020 (€ 17.000 nadeel op exploitatie = voordeel voor reserve).

De boekwaarde van de projecten Degaterrein en Kavels Antwerpsestraat/ Geraniumstraat worden in 2020 geheel verantwoord op de balans. Bij de primaire begrotingsopstelling 2020 is uitgegaan dat de beschikbare gronden in 2020 worden verkocht.
De gronden bij het Degaterrein staan te koop. De verkoop loopt moeizaam, verwacht wordt dat deze niet meer in 2020 verkocht worden.
De verkoop van de kavels aan de Antwerpsestraat en Geraniumstraat heeft vertraging opgelopen door instellen beroep bij Raad van State. In het 2e halfjaar worden de kavels te koop aangeboden. Verwacht wordt dat de daadwerkelijke verkoop pas in 2021 zal plaats vinden.
De verwachte winstnemingen en de boekingen ten gunste van de reserve ruimtelijke ontwikkelingen van deze BIE projecten worden doorgeschoven naar 2021 (€ 388.000 voordeel op exploitatie = nadeel voor reserve). Daarnaast worden ook de stortingen in de reserve ruimtelijke ontwikkelingen doorgeschoven naar 2021 (€ 32.000 voordeel op exploitatie = nadeel voor reserve)

 

f. Faciliterend grondbeleid (raadsbesluit, overeenkomst) (€ 103.000 nadeel exploitatie / € 136.000 voordeel reserve stortingen)

Voor diverse woningbouwprojecten worden ambtelijke voorbereidingskosten gemaakt die later verhaald worden met de ontwikkelaars. Ook wordt het volledige uurtarief (inclusief opslag) in rekening gebracht. Voor 2020 geeft dit een extra nadeel van ca. € 33.000 op de exploitatie.

Door vertraging van woningbouw projecten (oplevering woningen en ingesteld beroep bij Raad van State) worden de bijdragen voor reserve Ruimtelijke Ontwikkeling (€ 112.000) en voor reserve Groenaanleg (€ 24.000) doorgeschoven naar 2021. Dit resulteert in 2020 tot een lagere storting in de reserve van ca. € 136.000 (voordeel op exploitatie = nadeel voor reserve).

 

g. Faciliterend grondbeleid (geen raadsbesluit, overeenkomst) (€ 13.000 voordeel)

In 2020 zijn bestemmingsplannen voor woningbouwprojecten in de gemeenteraad vastgesteld. Deze exploitaties (kosten en opbrengsten) zijn opgenomen bij faciliterend grondbeleid (raadsbesluit, overeenkomst). Door overboeking van de kosten van deze projecten levert dit een voordeel op van € 13.000.

 

h. Toeristenbelasting (Covid-19)

Als gevolg van de coronamaatregelen wordt voor dit jaar een substantieel lagere opbrengst toeristenbelasting geraamd. Landelijk wordt rekening wordt gehouden met 75% minderopbrengsten. Voor Drimmelen betekent dit € 88.125. Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat deze minderopbrengsten zich beperken tot 2020. Voor zover dit nadeel niet gedekt kan worden uit de tegemoetkoming vanuit het Rijk, komt dekking ten laste van het rekeningresultaat/de algemene reserve. Op dit moment is niet nog bekend wat het werkelijke nadeel is voor onze gemeente.

 

i. Energietransitie

Zie toelichting punt d. Overige grondzaken.