Met de kadernota geeft Drimmelen richting aan de begroting 2021 die in het najaar zal worden opgesteld. De nota bestaat uit zoals gebruikelijk uit nieuw beleid en het financieel beleidskader.
Het nieuw beleid bestaat uit twee categorieën: noodzakelijk beleid en nieuwe beleidswensen die op weg naar de begroting 2021 nog moeten uitgewerkt. Alle posten worden in het vervolg van deze kadernota uitgebreid toegelicht.
Noodzakelijk beleid
Deze categorie omvat verplichtingen die onontkoombaar zijn omdat ze voortkomen uit bestaande, gewijzigde of nieuwe wet- en regelgeving. Of omdat ze verbonden zijn aan grote maatschappelijke opgaven.
Tabel S-1: noodzakelijk beleid 2020 - 2024

Te zien is dat dit noodzakelijk beleid in 2021 een bedrag van € 252.000 vergt en vanaf 2022 € 174.000. In 2024 stijgt dit naar € 378.000 omdat vanaf dat jaar voor het eerst op de nieuwbouw van basisschool De Stuifhoek zal worden afgeschreven.
Nieuwe beleidswensen
In deze categorie gaat het om een nieuwe wensen die op weg naar de begroting 2021 nog moeten worden uitgewerkt. Waarbij ook stil zal worden gestaan bij de dekkingswijze van dit nieuwe beleid.
Tabel S-2: nieuwe beleidswensen 2020 - 2024

Voor de nu bekende nieuwe beleidswensen zal naar verwachting structureel een budget van gemiddeld € 1 miljoen per jaar nodig zijn.
Meerjarenperspectief
De hiervoor genoemde categorieën leveren het volgende financiële meerjarenperspectief op:
Tabel S-3: financieel meerjarenperspectief 2020 - 2024

Het resultaat kan het noodzakelijk beleid dragen. In 2022 en 2023 ontstaan er overschotten en alleen in 2021 en 2024 ontstaan bescheiden tekorten. In 2020 speelt de bijzondere, eenmalige situatie waarin de zuivere toepassing van het onderscheid tussen structurele en incidentele baten en lasten tot een substantieel structureel tekort leidt.
Indien bij de begroting de nu al bekende nieuwe beleidswensen worden gehonoreerd ontstaat een geheel andere situatie. Een situatie waarin alle jaarlagen een doorkijk geven naar forse tekorten. Een situatie waarin een beroep zal moeten worden gedaan op het weerstandsvermogen en waarin (meer) vreemd vermogen aangetrokken zal moeten worden. Door de structurele tekorten zal de provincie overgaan op preventief toezicht.
Om uit deze onwenselijke situatie te blijven zal bij de behandeling van de begroting 2021 een evenwichtige keuze gemaakt moeten worden tussen nieuwe beleidswensen enerzijds en een gezonde financiële positie anderzijds.