Reserves
Het beleid ten aanzien van reserves en voorzieningen ligt vast in de nota reserves en voorzieningen van oktober 2017. De Nota wordt tenminste 1x per raadsperiode geactualiseerd en ter besluitvorming aan de raad voorgelegd.
Vorming van reserves is de bevoegdheid van de gemeenteraad.
Verrekeningen met reserves worden op programmaniveau in de begroting gepresenteerd. In het overzicht saldo voor en na bestemming wordt duidelijk in welke mate de voorgenomen verrekeningen met reserves het saldo beïnvloeden.
De prognose van de stand van de reserves is gebaseerd op de stand die is bepaald in de meest recente jaarrekening rekening houdend met de toevoegingen en onttrekkingen in de lopende begroting.
Over reserves wordt geen rente berekend.
Ieder jaar zullen de reserves kritisch worden beschouwd op noodzaak, hoogte en besteding ervan.
Reservepositie en weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit betreft de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn te dekken. Zodra financiële tegenvallers een structureel karakter krijgen - en dus niet meer als risico aangeduid kunnen worden - dienen deze in de begroting te worden verwerkt (Zie ook Paragraaf Weerstandsvermogen).
Spelregels rondom risicobeheersing en weerstandsvermogen zijn opgenomen in de ‘Nota risicomanagement en weerstandsvermogen’ van oktober 2013.
Deze nota wordt in 2020 geactualiseerd en ter besluitvorming worden voorgelegd aan de raad. Ten aanzien van de risicoratio hanteren we onderstaande indeling. We streven naar een ratio van minimaal 1.

Onderhoudsvoorzieningen
Voor onderhoudsvoorzieningen is altijd een actueel meerjarig onderhoudsplan beschikbaar met een planningshorizon voor minimaal vier jaar / een bestuursperiode. De stortingen in en onttrekkingen uit de voorziening zijn verwerkt in de begroting. Ook over de voorzieningen wordt geen rente berekend.
Kengetallen
Bij de vernieuwing van de BBV is, op basis van advies van de commissie Depla, voorgeschreven dat er in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing een verplichte basisset van vijf financiële kengetallen
moet worden opgenomen. Er zijn geen landelijke normen voor de kengetallen omdat deze erg afhangen van de lokale situatie. De gemeenteraad kan wel eigen normen stellen voor deze kengetallen en bij belangrijke raadsbesluiten laten opnemen wat het effect is op de financiële kengetallen en de afgesproken normen.
1a. Netto schuld quote: De VNG adviseert om 130% als maximum norm te hanteren en daarboven de schuld af te bouwen.
1b. Netto schuldquote gecorrigeerd: hoe lager, hoe beter
2. Solvabiliteitsratio: Hoe hoger, hoe beter
3. Kengetal grondexploitatie: Een grondexploitatie van 10% of hoger wordt beschouwd als kwetsbaar.
4. Structurele exploitatieruimte: Wanneer dit cijfer negatief is, betekent het dat het structurele deel van de begroting onvoldoende ruimte biedt om de lasten te blijven dragen.
5. Belastingcapaciteit. Als dit percentage laag ligt, betekent het dat de gemeente meer inkomsten uit belastingen zou kunnen verwerven. Of dit wel of niet gebeurt, is een beleidskeuze.
De jaarrekening 2019 geeft het meest actuele beeld van de hoogte van de kengetallen. Die hoogte is richting gevend voor de begroting 2021.

De structurele exploitatieruimte is negatief. Het college ambieert om dit kengetal weer sluitend te krijgen in de begroting 2021 en het bijbehorende meerjarenperspectief.
EMU-saldo
Het EMU-saldo geeft aan of er in een bepaald jaar met reële transacties meer geld is uitgegeven dan er dat jaar is binnengekomen. Het EMU-saldo is daarmee een
indicatie voor de ontwikkeling van de liquiditeits- en financiële positie (eigen vermogen en schulden) van de gemeente.
Het ministerie van BZK publiceert jaarlijks individuele EMU-referentiewaarden in de septembercirculaire van het Gemeentefonds. Het beleid van de gemeente Drimmelen is gericht op het zo dicht mogelijk benaderen van de voor haar geldende EMU-referentiewaarde.
Financiering
De treasury-activiteiten van de gemeente zijn gericht op de uitoefening van de publieke taak. Ze dienen een prudent karakter te hebben en niet gericht te zijn op het genereren van inkomsten door het lopen van een overmatig renterisico (zie ook het Treasury-statuut).
Grondbeleid
het beleid kent meerdere uitgangspunten:
a. het realiseren van de ruimtelijke doelstellingen op het gebied van sociaal beleid, volkshuisvesting, economie, onderwijshuisvesting etc.;
b. het genereren van financiële middelen mede ter dekking van de aan plannen toe te rekenen kosten;
c. zoveel mogelijk risico’s beperken op grond van overeenkomsten en het aanbrengen van prioriteiten bij niet rendabele projecten.
Aandachtspunten provincie
Jaarlijks stuurt de provincie, in het voorjaar, in het kader van haar taak als financieel toezichthouder een brief met daarin opgenomen haar aandachtspunten voor de begroting van het aankomende jaar. De gemeente Drimmelen neemt deze uitgangspunten over. Indien hiervan wordt afgeweken wordt de provincie hierover geïnformeerd.
Het gaat in de brief met name om de volgende punten: Structureel en reëel evenwicht, taakstellingen/bezuinigingen, Algemene uitkering, Weerstandsvermogen en risicobeheersing, kapitaalgoederen en ontwikkelingen Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).
Deze brief is ook aan ter kennisname aan de financiële commissie en gemeenteraad verstrekt. In de begroting wordt rekening gehouden met de vermeldde aandachtspunten.