Financieel beeld

Om een kader te maken voor het opstellen van de begroting is een inschatting gemaakt van hoe de financiële situatie zich gaat ontwikkelen. Dit hebben we gedaan aan de hand van scenario’s. In de loop van het opstellen van de kadernota hebben we van een aantal scenario’s beter kunnen vaststellen wat de meest waarschijnlijke is. De in dit hoofdstuk genoemde getallen blijven echter deels een inschatting. Zij vormen daarmee de achtergrond waarmee we onze richting bepalen.

1.1 Start financieel beeld
We starten met het financieel beeld zoals dat vastgesteld is bij het opstellen van de begroting vorig jaar. Dit beeld actualiseren we met de structurele gevolgen van de najaarsnota 2023 en de tussentijds genomen besluiten van de raad. Dat laatste is het besluit over de raadszaal. Deze wordt gedekt uit de algemene reserve en heeft daarmee vooral invloed op het weerstandsvermogen.

*€1.000,-
Vastgestelde begroting 2025 2026 2027 2028
Primaire begroting 965 V -2.295 N -1.659 N 431 V
Structurele gevolgen najaarsnota 2023 (rente) -130 N -130 N -130 N -130 N
Actueel saldo 835 V -2.425 N -1.789 N 301 V

1.2 Ontwikkeling Rijk
Met de voorjaarsnota van het demissionaire kabinet zijn een aantal besluiten genomen die voor ons van groot belang zijn. Op de eerste plaats is de invoering van de nieuwe financiering systematiek naar voren, naar 2024 gehaald. Dit ziet u in de bovenste regel van onderstaande tabel. Daarnaast is besloten om het nadeel dat daardoor ontstaat te compenseren (tweede regel). Het ontstane nadeel in 2025 is erg groot en wordt niet geheel gecompenseerd. De argumentatie van het Rijk daarvoor is dat de gemeenten grote reserves hebben die ze hiervoor kunnen inzetten. 

De opschalingskorting, die na vele jaren ook door het vorige kabinet op de lange baan was geschoven, wordt nu, dan eindelijk, ook afgeschaft. Deze opschalingskorting was vanwege het achterblijven van de daadwerkelijke opschaling inmiddels een bezuiniging geworden die reeds lang boven de markt hing. Tenslotte is voor de oplopende zorgkosten de ‘aanvullende post’ gekomen. Deze loopt op tot 1 miljard in 2029. De gevolgen van de voorjaarsnota van het Rijk zijn vertaald in de meicirculaire. Deze is verwerkt in de voorjaarsnota.

*€1.000.000,-
Voorjaarsnota 2024 Rijk 2025 2026 2027 2028
Accres Gemeentefonds BBP systematiek -1.324 N -136 N -109 N -88 N
Compensatie nieuwe systematiek 649 V 136 V 109 V 88 V
Schrappen opschalingskorting 675 V 675 V 675 V
Aanvullende post zorgkosten 75 V 150 V 225 V
Totaal effect gemeentefonds -675 N 750 V 825 V 900 V

Het in mei gepubliceerde hoofdlijnenakkoord is nog zeer lastig te vertalen naar een financiële consequentie voor de gemeente. Er staan nog veel onzekerheden in en veel zaken zijn nog weinig uitgewerkt. De enige maatregel die we nu enigszins kunnen vertalen is het voornemen om de specifieke uitkeringen over te hevelen naar het gemeentefonds. Hierbij wordt een korting toegepast van 10%. Op rijksniveau wordt hiervoor een korting van 638 mln. ingeboekt. Voor Drimmelen betekent dit waarschijnlijk een korting oplopend van 0.5 mln. tot ca 0.6 mln.

*€1.000,-
Hoofdlijnenakkoord 2025 2026 2027 2028
Overheveling specifieke uitkering gemeentefonds -600 N -600 N -600 N

Tenslotte is in de decembercirculaire 2023 de maatstaf voor de berekening van het aandeel Drimmelen in de Algemene Uitkering aangepast. Hierdoor is voor 2023 en 2024 een voordeel van 1 mln. ontstaan. Voor 2023 is dit verwerkt in de jaarrekening, voor 2024 wordt dit verwerkt in de voorjaarsnota. Dit voordeel is in de meicirculaire voor 2025 en verder doorgetrokken en neemt zelfs nog wat toe tot ca 1.2 mln.

1.3 Voorjaarsnota
In de voorjaarsnota is de begroting van Drimmelen geactualiseerd. Hierbij zien we vooral effecten bij het Sociaal Domein waar voornamelijk prijs, maar ook volumestijgingen zorgen voor hogere kosten. Dit loopt deels via de verbonden partijen en deels via onszelf. In de voorjaarsnota is de opbouw en de verklaringen voor de effecten van de voorjaarsnota uitgebreid terug te vinden. Ook de verwerking van de meicirculaire voor Drimmelen is hier terug te vinden. 

*€1.000,-
Structurele gevolgen voorjaarsnota 2025 2026 2027 2028
Burger en bestuur -186 N -186 N -186 N -186 N
Openbare ruimte 54 V 142 V 165 V 169 V
Ruimte, wonen, duurzaamheid en economie -70 N -78 N -81 N -121 N
Sociaal domein -1.039 N -1.397 N -1.322 N -1.383 N
Overhead 50 V 50 V 50 V 50 V
Algemene dekkingsmiddelen 1.173 V 2.624 V 2.638 V 787 V
Totaal -18 N 1.156 V 1.264 V -683 N

1.4 Nieuw financieel beeld
Met bovenstaande aannames ontstaat het onderstaande nieuwe financiële beeld.

*€1.000,-
Inschatting totaal 2025 2026 2027 2028
Actueel saldo 835 V -2.425 N -1.789 N 301 V
Hoofdlijnenakkoord -600 N -600 N -600 N
Voorjaarsnota -18 N 1.156 V 1.264 V -683 N
Geprognosticeerd beeld 817 V -1.869 N -1.125 N -982 N

De inschatting die we aan de hand van bovenstaand overzicht maken is dat er in 2025 een sluitende begroting gemaakt kan worden. De jaren daarna laten echter een structureel tekort zien. Dit tekort is het grootst in 2026 maar zet ook door in 2027 en 2028. 

1.5 Weerstandsvermogen
Voor het opvangen van risico’s en schommelingen in het jaarrekeningresultaat hebben we de Algemene Reserve (AR). De actuele stand na de jaarrekening 2023 is 10,2 mln. nadat hier tussentijds de vernieuwing van de Raadszaal ad 0,4 mln. uit gefinancierd is. Om te bezien of de AR voldoende is verrekenen we de verwachte uitkomsten van het financiële beeld met de AR.

*€1.000,-
Verloop Algemene reserve 2024 2025 2026 2027 2028
Geprognosticeerd beeld 551 V 377 V -1.979 N -1.155 N -1.012 N
Stand AR einde jaar 10.775 V 11.152 V 9.173 V 8.018 V 7.005 V

Na deze verrekening resteert ca 10,7 mln. Om te bezien of dit voldoende is bekijken we ook het benodigd weerstandsvermogen. Dit is ca 5 mln. Naast de AR hebben we de reserve grondbedrijf, de bestemmingsreserves en de onbenutte belastingcapaciteit voor de dekking van onze risico’s. Het totale weerstandsvermogen naast de AR bedraagt daarmee ca 6 mln. Daarmee zou onze weerstandsratio dalen van 3,3 naar ca 2,5.